|
De faxfunctie gebruikenAls u de imageRUNNER ADVANCE C356i III / C256i III gebruikt, is het optionele product vereist bij het faxen. Systeemopties
|
(Instellingen/Registratie).
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
<Stel lijn in>.
<Registreer eenheid telefoonnummer>.
|
Configureer de instelling in overeenstemming met de faxoptie.U kunt de lijnnaam die wordt weergegeven in het lijnselectiescherm, bewerken bij <Lijnnaam voor specifiek lijnscherm bewerken>. <Verzenden>
<Faxinstellingen>U kunt de weergave van de adressenlijst wijzigen in overeenstemming met de geselecteerde lijn bij <Standaardadressenlijst bij selecteren van lijn>. <Verzenden>
<Faxinstellingen>U kunt instellen dat een telefoonnummer van een bestemming op het scherm wordt weergegeven of wordt gemeld bij <Stel nummerweergave in>. <Ontvangen/Doorzenden>
<Faxinstellingen>U kunt instellen dat automatisch wordt geschakeld tussen inkomende fax en inkomende oproep bij <Selecteer RX-modus>. <Ontvangen/Doorzenden>
<Faxinstellingen> |