In dit gedeelte worden de installatiestappen beschreven voor het delen van bestanden en printers tussen meerdere apparaten in het netwerk via het SMB-protocol.
Als u de functies van de SMB-server inschakelt, kan het Geavanceerde ruimte worden gebruikt als SMB-bestandsserver.
1
Druk op (Instellingen/Registratie).
2
Druk op <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP-instellingen> <Instellingen SMB-server>.
3
Selecteer <Aan> bij <Gebruik SMB-server> en voer de nodige installatie uit.
<Gebruik SMB-authentificatie>
Gebruikersverificatie wordt uitgevoerd aan de hand van gebruikersgegevens in het Geavanceerde ruimte. Om gebruikersverificatie uit te voeren, drukt u op <Aan>.
<Type authentificatie>
Selecteer de versie van het verificatieprotocol. Selecteer <NTLMv1> of <NTLMv2>, afhankelijk van uw besturingssysteem. U kunt ook beide selecteren.
<SMB-handtekening voor verbinding eisen>
Om in te stellen dat een SMB-pakkethandtekening nodig is voor verbinding met de SMB-server, drukt u op <Aan>.
<Versleuteling vr verbinding nodig>
Als u een verbinding met SMB v3.0 versleutelde communicatie wilt aanvragen bij verbinding met een SMB-server, drukt u op <Aan>.
4
Druk op <OK>.
5
Druk op <Geef SMB-serverversie op> en selecteer de versie van SMB die met de SMB-server moet worden gebruikt.
6
Druk op <OK>.
7
Druk op (Instellingen/Registratie) <Ja>.
Gebruik dezelfde versie van SMB met de SMB-server en de SMB-client. SMB kan niet worden gebruikt als de versies verschillen.
Als u <Versleuteling vr verbinding nodig> instelt op <Aan>, kunt u geen verbinding maken met het apparaat vanaf clientbesturingssystemen die geen gecodeerde SMB v3.0-communicatie ondersteunen.
De SMB-client instellen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de instellingen kunt opgeven die moeten worden gebruikt wanneer het apparaat verbinding maakt met een netwerk als een SMB-client.
1
Druk op (Instellingen/Registratie).
2
Druk op <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP-instellingen> <Instel. SMB-client>.
3
Geef de vereiste instellingen op.
<Type authentificatie>
Selecteer de verificatieprotocolversie. Selecteer <NTLMv1> of <NTLMv2>, afhankelijk van de bestemmings-SMB-server. U kunt ook beide selecteren.
<SMB-handtekening voor verbinding eisen>
Om in te stellen dat een SMB-pakket handtekening nodig is voor verbinding met de SMB-server, drukt u op <Aan>.
<Versleuteling vr verbinding nodig>
Als u een verbinding met SMB v3.0 versleutelde communicatie wilt aanvragen bij verbinding met een SMB-server, drukt u op <Aan>.
<Timeout>
Stel de tijd in tot wanneer de SMB-verbindingsbestemming reageert.
Bij het verzenden naar een SMB-server is de netwerkverbinding verbroken of was de respons van de server te traag waardoor een time-out door de wachttijd op de machine optreedt voordat de gegevens konden worden verzonden of het doorzenden kon worden voltooid. Als dit gebeurt, kunt u mogelijk een time-out vermijden door de wachttijd te verhogen.
4
Druk op <OK>.
5
Druk op <Geef SMB Client-versie op> en selecteer de SMB-versie die door de SMB-client wordt gebruikt.
6
Druk op <OK>.
7
Druk op (Instellingen/Registratie) <Ja>.
Wanneer <Versleuteling vr verbinding nodig> is ingesteld op <Aan>, kan de machine alleen verbinding maken met SMB-servers die met SMB v3.0 versleutelde communicatie ondersteunt. Wanneer <1.0> en <2.0> zijn ingesteld op <Aan> voor <Geef SMB Client-versie op> maar <3.0> is niet ingesteld op <Aan>, kan de machine geen verbinding maken met SMB-servers die geen ondersteuning bieden voor met SMB v3.0 versleutelde communicatie.
Gebruik dezelfde versie van SMB met de SMB-server en de SMB-client. SMB kan niet worden gebruikt als de versies verschillen.
Afhankelijk van de netwerkinstellingen kan een foutmelding verschijnen bij verzenden naar de SMB-server. Regel in dit geval de tijd in <Timeout>.
This site uses cookies to provide its contents and functions and improve their qualities etc. You can find out more about our use of the cookies here. If you select "Reject", only cookies necessary to provide the contents and functions of the site are recorded and stored.