<Beveil.instellingen>

U kunt instellingen voor de functie gebruikersverificatie, wachtwoord en versleuteling opgeven.
<Verificatie met afdelings-ID en -pincode verbieden>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Authentificatie/wachtwoordinstel.>  <Functie-instell. authentificatie>
Geef aan of verificatie met een afdelings-ID en pincode moet worden verboden bij bediening via de printer/scanner. Als <Aan> is geselecteerd, wordt verificatie met systeembeheerders-ID en pincode ook verboden bij bediening via apparaatbeheersoftware.
<Vergrendel.instell.>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Authentificatie/wachtwoordinstel.>  <Functie-instell. authentificatie>
Geef aan of gebruikers een bepaalde periode geblokkeerd moeten worden na een bepaald aantal opeenvolgende mislukte pogingen om in te loggen. Deze instelling geldt niet voor verificatie met een afdelings-ID of pincode, verificatie voor het postvak.
<Verificatiewachtwoord in cache verbieden>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Authentificatie/wachtwoordinstel.>  <Wachtwoordinstellingen>
Geef aan of opslaan in cache van een wachtwoord dat is ingevoerd bij het aanmelden, moet worden verboden.
<Toon waarschuwing bij gebruik standaardwachtwoord>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Authentificatie/wachtwoordinstel.>  <Wachtwoordinstellingen>
Geef op of het scherm voor het wijzigen van het wachtwoord moet worden weergegeven wanneer de beheerder zich aanmeldt op de machine met een standaardgebruikersnaam en -wachtwoord.
<Stdwachtwoord vr toegang op afstand toestaan>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Authentificatie/wachtwoordinstel.>  <Wachtwoordinstellingen>
Geef aan of het standaardwachtwoord mag worden gebruikt bij het aanmelden vanaf de Remote UI (UI op afstand).
<Min. lengte instellingen>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Authentificatie/wachtwoordinstel.>  <Wachtwoordinstellingen>
U kunt het minimale aantal vereiste tekens instellen voor het registreren van een wachtwoord om te voorkomen dat deze te eenvoudig is. Als een wachtwoordlengte is ingesteld, kan een gebruiker met een leeg wachtwoord worden geregistreerd.
<Instell. geldigh.periode>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Authentificatie/wachtwoordinstel.>  <Wachtwoordinstellingen>
Om vereenvoudiging van wachtwoorden te voorkomen, kunt u een vervaltermijn voor wachtwoorden instellen om ervoor te zorgen dat gebruikers periodiek hun wachtwoord moeten veranderen.
<Verbied gebruik 3 of meer ident. opeenvolg. tekens>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Authentificatie/wachtwoordinstel.>  <Wachtwoordinstellingen>
U kunt wachtwoorden zodanig beperken dat hetzelfde teken niet drie keer of vaker achter elkaar kan worden gebruikt.
<Gebruik minstens 1 hoofdletter>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Authentificatie/wachtwoordinstel.>  <Wachtwoordinstellingen>
U kunt wachtwoorden zodanig beperken dat alleen wachtwoorden met minstens één hoofdletter kunnen worden geregistreerd.
<Gebruik minstens 1 kleine letter>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Authentificatie/wachtwoordinstel.>  <Wachtwoordinstellingen>
U kunt wachtwoorden zodanig beperken dat alleen wachtwoorden met minstens één kleine letter kunnen worden geregistreerd.
<Gebruik min. 1 cijfer>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Authentificatie/wachtwoordinstel.>  <Wachtwoordinstellingen>
U kunt wachtwoorden zodanig beperken dat alleen wachtwoorden met minstens één cijfer kunnen worden geregistreerd.
<Gebruik minstens 1 symbool>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Authentificatie/wachtwoordinstel.>  <Wachtwoordinstellingen>
U kunt wachtwoorden zodanig beperken dat alleen wachtwoorden met minstens één symbool kunnen worden geregistreerd.
<Verbied gebruik van zwakke versleuteling>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Versleutelingsinstellingen>
Geef aan of het gebruik van zwakke versleuteling, of van een sleutel en certificaat met zwakke versleuteling moet worden beperkt. Beheerfuncties
<Stel de encryptiemethode in op FIPS 140-2>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Versleutelingsinstellingen>
Geef op of u de instelling wilt maken met versleuteling in overeenstemming met FIPS 140-2.
<Systeem verifiëren bij opstarten>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Instellingen Systeemverificatie>
U kunt de machine instellen om de integriteit van de firmware, het systeem en de MEAP-toepassingen in de machine tijdens het opstarten te controleren.
<McAfee Embedded Control>
 (Instellingen/Registratie)  <Beheerinstellingen>  <Beveil.instellingen>  <Instellingen Systeemverificatie>
Als de machine in bedrijf is, wordt de functie McAfee Embedded Control gebruikt om ongeautoriseerde programmawijzigingen en het uitvoeren van ongeautoriseerde programma's te verhinderen ter wille van een betere systeembetrouwbaarheid.
6RFJ-0JA