![]() |
|
Alle instellingen voor het faxen worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool (
). |
|
N.B.
|
Sterretjes (*)Instellingen gemarkeerd met '*1' zijn niet beschikbaar, hebben een ander instelbereik of hebben per land of regio van aankoop afwijkende standaardinstellingen.
Instellingen gemarkeerd met '*2' kunnen niet worden geëxporteerd of geïmporteerd.
|
|
Puls
Toon ![]() |

|
Vier niveaus (op het laagste niveau wordt het geluid uitgeschakeld)
|
<Faxinstellingen>
<Basisinstellingen>
<Alarm Handset van haak>
Selecteer het volume van het waarschuwingssignaal

|
Resolutie
200 x 100 dpi (Normaal)
![]() 200 x 200 dpi (Fijn)
200 x 200 dpi (Foto)
200 x 400 dpi (Superfijn)
400 x 400 dpi (zeer fijn)
Densiteit
Negen niveaus
2-Zijdig origineel
Uit
![]() Type boek
Type kalender
Scherpte
Zeven niveaus
|

|
Uit
Aan
![]() |
|
N.B.
|
|
ECM moet zijn ingeschakeld op de machine en het andere faxapparaat omdat er foutcontroles worden uitgevoerd op zowel het versturende als ontvangende apparaat.
Zelfs als ECM is ingeschakeld, kunnen er fouten optreden als gevolg van de toestand van de telefoonlijn.
Het verwerken van gegevens kan langer duren als ECM is ingeschakeld omdat de foutcontroles en -correcties worden uitgevoerd terwijl de gegevens worden verzonden.
|
<Faxinstellingen>
<Instellingen voor TX-functie>
<ECM TX>
<Aan>


|
1 t/m 4
t/m 15 (sec.) |
<Faxinstellingen>
<Instellingen voor TX-functie>
<Stel pauzeduur in>
Geef de duur van de pauze op
<Toepassen>



|
Uit
Aan
![]() Aantal keren opnieuw kiezen
1 t/m 2
t/m 10 (keer)Interval nummerherhaling
2
t/m 99 (min.)Opn. kiezen bij fouten
Uit
Aan
![]() |
<Faxinstellingen>
<Instellingen voor TX-functie>
<Automatische nummerherhaling>
<Aan>
Wijzig de instellingen
<Toepassen>


<Aantal keren opnieuw kiezen>
/
of de numerieke toetsen om een aantal in te voeren en druk vervolgens op
.
<Interval nummerherhaling>
/
of de numerieke toetsen om een waarde in te voeren voor het interval en druk vervolgens op
.
<Opn. kiezen bij fouten>
/
om <Uit> of <Aan> te selecteren en druk vervolgens op
.
|
Uit
Aan
![]() Afdrukpositie
Binnen beeldvlak
Buiten beeldvlak ![]() Markeer nr. als
FAX
![]() TEL |
<Faxinstellingen>
<Instellingen voor TX-functie>
<TX Terminal-ID>
<Aan>
Wijzig de instellingen
<Toepassen>


<Afdrukpositie>
<Markeer nr. als>
|
Uit
![]() Aan
|
<Faxinstellingen>
<Instellingen voor TX-functie>
<Controleer kiestoon voor verzending>
<Aan>


<Faxinstellingen>
<Instellingen voor TX-functie>
<Standaardinstellingen initialiseren>
<Ja>


|
Uit
Aan
![]() |
|
N.B.
|
|
ECM moet zijn ingeschakeld op de machine en het andere faxapparaat omdat er foutcontroles worden uitgevoerd op zowel het versturende als ontvangende apparaat.
Zelfs als ECM is ingeschakeld, kunnen er fouten optreden als gevolg van de toestand van de telefoonlijn.
Het verwerken van gegevens kan langer duren als ECM is ingeschakeld omdat de foutcontroles en -correcties worden uitgevoerd terwijl de gegevens worden verzonden.
|
<Faxinstellingen>
<Instellingen voor RX-functie>
<ECM RX>
<Aan>


|
Uit
Aan
![]() 1 t/m 2
t/m 99 (keer) |
|
N.B.
|
|
Als u deze functie gebruikt in de modus <Automatisch>, moet u eerst de telefoon of de optionele handset aansluiten op het apparaat.
|
<Faxinstellingen>
<Instellingen voor RX-functie>
<Inkomend belsignaal>
<Aan>
Geef aan hoe vaak u een belsignaal wilt horen


|
Uit
Aan
![]() 00 t/m 25
t/m 99 |
<Faxinstellingen>
<Instellingen voor RX-functie>
<RX op afstand>
<Aan>
Geef het ID-nummer op voor het ontvangen van een fax


|
Uit
![]() Aan
1 t/m 15
t/m 99 (sec.) |
<Faxinstellingen>
<Instellingen voor RX-functie>
<Omschakelen naar Auto RX>
<Aan>
Geef aan hoe vaak u een belsignaal wilt horen


|
Uit
![]() Aan
|
<Faxinstellingen>
<RX afdrukinstellingen>
<Afdrukken op beide zijden>
<Aan>


|
Uit
Aan
![]() Verhouding
Automatisch
![]() 97% 95% 90% 75% Richting
Verticaal/Horizontaal
Alleen verticaal ![]() |
<Faxinstellingen>
<RX afdrukinstellingen>
<Verklein RX-formaat>
<Aan>
Wijzig de instellingen
<Toepassen>


<Verhouding>
<Richting>
|
Uit
![]() Aan |
<Faxinstellingen>
<RX afdrukinstellingen>
<Voettekst RX-pagina>
<Aan>
