Faxen met AirPrint (alleen imageRUNNER 1435iF)

Met AirPrint kunt u faxen vanaf een Mac op bijna dezelfde manier als dat u afdrukt vanaf een Mac.
Systeemvoorwaarden
Om met AirPrint te faxen, hebt u een Mac met Mac OS X 10.9 of later erop nodig.
Netwerkomgeving
U hebt een van de volgende configuraties nodig.
De Mac en de machine zijn met hetzelfde LAN verbonden.
De Mac en de machine zijn verbonden via USB.
N.B.
Als u een USB-verbinding gebruikt
Stel <OS voor via USB aangesl. pc selecteren> in op <Mac OS>. OS voor via USB aangesl. pc selecteren
BELANGRIJK
Als u wilt faxen, moet u <Gebruik IPP-afdrukken> instellen op <Aan>. De instellingen van met AirPrint beschikbare functies wijzigen

Faxen vanaf een Mac

1
Zorg ervoor dat de machine is ingeschakeld en verbinding heeft met de Mac.
Voor meer informatie over instellings- en bedieningsprocedures van de draadloze LAN-router of mobiele apparaten raadpleegt u de instructiehandleidingen van deze apparaten of neemt u contact op met de betreffende fabrikant.
2
Voeg de machine toe aan uw Mac met [System Preferences] (Systeemvoorkeuren)  [Printers & Scanners] (Printers en scanners).
Deze bewerking is niet nodig als de registratie al voor afdrukken of scannen is uitgevoerd.
3
Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer.
De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen. Raadpleeg voor meer informatie de Help van het programma dat u gebruikt.
4
Selecteer deze machine in het afdrukvenster.
De printers die zijn aangesloten op de Mac, worden weergegeven. Selecteer het faxstuurprogramma op deze machine in deze stap.
5
Geef de bestemming op.
6
Klik op [Fax].
Verzenden van de fax begint.
0X4E-0F1