Perfect Binding

Deze modus stelt u in staat enkelzijdige of dubbelzijdige originelen zo te kopiëren/af te drukken dat de kopieën kunnen worden gelijmd om een boekje te vormen.
Voor informatie over de optionele producten die vereist zijn om deze functie te gebruiken, raadpleegt u "Optionele producten die nodig zijn voor elke functie."
Voor de omslagpagina en de tekstpagina's worden de volgende papierformaten aanbevolen wanneer de Perfect Binding-modus wordt gebruikt.
Afwerkformaat
Formaat van hoofddocument
Formaat van omslagpagina
COM
(178 mm x 229 mm)
LTR
(216 mm x 279 mm)
11" x 17"
(279 mm x 432 mm)
B5
(182 mm x 257 mm)
A4
(210 mm x 297 mm)
A3
(297 mm x 420 mm)
A4
(210 mm x 297 mm)
226 mm x 310 mm
SRA3
(320 mm x 450 mm)
LTR
(216 mm x 279 mm)
9" x 12"
(229 mm x 305 mm)
13" x 19"
(330 mm x 482 mm)
De onderstaande tabel toont de beschikbare afwerkformaten op basis van de instelling voor afsnijden.
Instelling voor snijden
X (Horizontaal)
Y (Verticaal)
Niet afsnijden
182,0 mm tot 216,0 mm
257,0 mm tot 297,0 mm
Aangeven in afwerkformaat
Verticaal
snijden
138,0 mm tot 216,0 mm
257,0 mm tot 297,0 mm
3-voudig afsnijden
138,0 mm tot 216,0 mm
203,0 mm tot 297,0 mm
Aangeven met snijbreedte
Verticaal
snijden
6,5 mm tot 49,5 mm
-
3-voudig afsnijden
6,5 mm tot 49,5 mm
6,5 mm tot 39,5 mm
Het aantal vellen papier dat kan worden ingebonden, varieert afhankelijk van het type papier dat voor de tekstpagina's wordt gebruikt. Als u een ander aantal vellen papier gebruikt dan onderstaand is aangegeven, wordt een opdracht geannuleerd. Deze aantallen variëren en zijn afhankelijk van het papier dat u gebruikt.
Papier
Maximumaantal
vellen
Minimumaantal
vellen
52 g/m2 tot 63 g/m2
200
30
64 g/m2 tot 79 g/m2
200
10
80 g/m2 tot 105 g/m2
150
10
106 g/m2 tot 163 g/m2
10 (als invoegbladen)
Het papiergewicht dat u kunt gebruiken voor omslagen verschilt per papierbron. Gebruik het papier uit de onderstaande tabel.
Papierbron
Papiergewicht
Machine
90 g/m2 t/m 300 g/m2
Document Insertion Unit-N
90 g/m2 t/m 300 g/m2
De onderstaande tabel toont de aangepaste papierformaten die u voor de tekstpagina's en de omslagpagina's kunt aangeven. Als u een waarde buiten het instelbereik invoert, verschijnt op het scherm een melding dat u een juiste waarde dient in te voeren.
Tekstpagina's
Instelling voor snijden
X (Horizontaal)
Y (Verticaal)
Niet afsnijden
Breedte van het afwerkformaat
(182,0 mm tot 216,0 mm)
Breedte van het afwerkformaat
(257,0 mm tot 297,0 mm)
Aangeven in afwerkformaat
Verticaal
snijden
Breedte van hetafwerkformaat + 6,5 mm tot
49,5 mm
(182,0 mm tot 228,6 mm)
Breedte van het afwerkformaat
(257,0 mm tot 297,0 mm)
Aangeven met snijbreedte
Aangeven in afwerkformaat
3-voudig
afsnijden
Breedte van hetafwerkformaat
+ 6,5 mm tot 49,5 mm
(182,0 mm tot 228,6 mm)
Breedte van hetafwerkformaat + 13,0 mm tot
79,0 mm
(257,0 mm tot 320,0 mm)
Aangeven met snijbreedte
Omslagpagina
Instelling voor snijden
X (Horizontaal)
Y (Verticaal)
Niet afsnijden
364,0 mm tot tweemaalhet formaat van de tekstpagina's +
30,5 mm
(364,0 mm tot 462,5 mm)
Breedte van het afwerkformaat
(257,0 mm tot 297,0 mm)
Aangeven in
afwerkformaat
Verticaal
snijden
364,0 mm tot tweemaalhet formaat van de tekstpagina's +
30,5 mm
(364,0 mm tot 487,7 mm)
Breedte van het afwerkformaat
(257,0 mm tot 297,0 mm)
Aangeven met snijbreedte
Aangeven in
afwerkformaat
3-voudig
afsnijden
364,0 mm tot tweemaalhet formaat van de tekstpagina's +
30,5 mm
(364,0 mm tot 487,7 mm)
Breedte van het afwerkformaat
+ 13,0 mm tot 79,0 mm
(257,0 mm tot 330,2 mm)
Aangeven met snijbreedte
BELANGRIJK
De modus Perfect Binding kan alleen worden ingesteld als de Perfect Binder-E is aangesloten.
Als de dikte van een met de Perfect Binding-modus ingebonden boekje meer is dan 25 mm, kan een papierstoring optreden.
Zorg dat het juiste type papier is ingesteld. Wanneer u kopieert op speciale papiertypen, zoals dik papier, dient u het juiste papiertype in te stellen, vooral als u dik papier gebruikt. Als het type papier niet goed is ingesteld, kan dit een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de afbeelding. Bovendien kan de fixeereenheid vuil worden en onderhoudsreparatie vergen, of het papier kan vastlopen.
Voordat u Perfect Binding gaat gebruiken, adviseren wij u de krulvorming te controleren van het type papier dat u gaat gebruiken. U dient de tekstpagina's en een omslag naar de finisher of stapelaar af te drukken en te controleren of de krul binnen de opgegeven waarde valt.
*1 Hoogte van de krul: Minder dan +3 mm
*2 Hoogte van de krul: Minder dan -3 mm
*3 Lengte van de krul: Meer dan 15 mm
Als u een type papier gebruikt dat gemakkelijk meer omkrult dan de voor Perfect Binding opgegeven waarde, kunnen de volgende problemen optreden:
Het afwerkformaat van de uitvoer wijkt af van het opgegeven formaat.
Papierstoring opgetreden.
Fout opgetreden.
N.B.
De stapellimiet van de optionele Perfect Binder-E is 1000 vel of 127 mm voor de papierstapel. Als de stapel papier de limiet overschrijdt, wordt het kopiëren tijdelijk gestopt. Het kopiëren wordt hervat zodra de afdrukken van de stapelaar zijn verwijderd. Als echter de Perfect Binder continue kit-A is aangesloten, wordt de uitvoer automatisch uit de stapelaar verwijderd.
Lijmen is mogelijk na circa 440 seconden na het inschakelen van de interne verwarmingseenheid van de optionele Perfect Binder-E.

1.
Druk op → [Kopie].
2.
Druk op [Opties] → [Perfect Binding].
3.
Selecteer het papier dat u voor de omslagpagina en voor de tekstpagina's wilt gebruiken.
Druk op [Wijzigen] voor <Select. papier> → selecteer het papier dat u wilt gebruiken → druk op [OK].
BELANGRIJK
Als u voor de tekstpagina's papier van 80 g/m2 tot 105 g/m2 gebruikt en de uitvoer meer dan 150 vel bedraagt, kan het boekje niet worden gemaakt in verband met de dikte. In zo'n situatie kan een papierstoring optreden. Verminder het aantal tekstpagina's.
Zorg dat het juiste type papier is ingesteld. Als niet het juiste type papier is ingesteld, kan de opdracht wellicht worden geannuleerd.
Zorg dat het juiste afwerkformaat is ingesteld. Als het formaat van de omslag overeenkomt met één van de volgende condities, kan een papierstoring optreden.
Afsnijden: De snijbreedte van de voorrand van de omslag bedraagt meer dan 50 mm.
Niet afsnijden: De lengte van het afwerkformaat is groter dan de breedte van de stapelaar (ca. 297 mm) of de diepte van het afwerkformat is meer dan de hoogte van de stapelaar (ca. 221 mm).
4.
Stel het afwerkformaat in.
Als u de rand van het boekje niet wilt afsnijden, selecteert u [Niet snijden].
Als u de rand van het boekje wilt afsnijden door het afwerkformaat op te geven, drukt u op [Opgeven volg. afwerkformaat] → selecteer [Verticaal afsnijden] of [3-v. snijden] en voer het gewenste afwerkformaat in → druk op [OK].
Als u de rand van het boekje wilt afsnijden door de snijbreedte op te geven, drukt u op [Opgeven volg. afsnijdbreedte] → selecteer [Verticaal afsnijden] of [3-v. snijden] en voer de gewenste snijbreedte in → druk op [OK].
N.B.
Als u het geconfigureerde afwerkformaat wilt registreren en bewerken, drukt u op [Reg.].
5.
Geef de kopieerinstellingen voor Perfect Binding op.
Dekbladen toevoegen:
Vellen invoegen:
Het afwerkformaat selecteren:
Dekbladen toevoegen:
Druk op [Schutblad toevoegen].
Selecteer de kopieerinstellingen in [Voorste schutblad] en [Achterste schutblad] → druk op [OK].
Druk op [Blanco laten] als u niet op de witpagina wilt kopiëren.
Als u papier voor de witpagina invoert via de Document Insertion Unit-N, selecteert u [Blanco laten].
Om het papier voor het dekblad in te stellen, drukt u op [Wijzigen] voor <Select. papier> → selecteer de papierbron → druk op [OK].
Als u de Stack Bypass-C wilt selecteren wanneer voor de huidige of gereserveerde opdracht al een papierformaat/type papier is ingesteld, drukt u op [Wijzig papier papiertafel].
BELANGRIJK
U moet hetzelfde papierformaat voor het dekblad selecteren dat voor het hoofddocument is gebruikt.
Als u voorbedrukt papier voor het dekblad in de documentinvoegeenheid plaatst, moet u het papier met de tekstzijde omhoog plaatsen.
Vellen invoegen:
Druk op [Vellen invoegen].
Selecteer het type invoegblad → druk op [Toevoegen].
Geef de gedetailleerde instellingen op voor de invoegbladen → druk op [OK].
Om het papier voor de ingevoegde bladen te selecteren, drukt u op [Wijzigen] voor <Select. papier> → selecteer de papierbron → druk op [OK].
Als u [Wijzig papier papiertafel] heeft geselecteerd, selecteert u het papierformaat en het papiertype.
BELANGRIJK
Als u voor het voorste dekblad, het achterste dekblad of de invoegbladen een ander papierformaat instelt, worden de papierformaten voor de andere functies automatisch gewijzigd in het nieuwe papierformaat. Het wijzigen van de papierbron voor een functie van een bron met hetzelfde formaat, zorgt er echter niet voor dat de instellingen voor de andere functies worden gewijzigd.
Plaats papier in de Document Insertion Unit-N en geef het papierformaat op voordat u papier gaat invoeren vanuit de Document Insertion Unit-N.
Om papier in te voeren vanuit de Document Insertion Unit-N, selecteert u [Invoegmodule 1] of [Invoegmodule 2]. Als voor de huidige opdracht papier wordt ingevoerd uit de Document Insertion Unit-N, drukt u op [Wijzig inv. 1 vel] of [Wijzig inv. 2 vel] om papier te selecteren voor de invoegbladen.
N.B.
U kunt in totaal maximaal 100 invoegbladen invoegen.
Druk op [OK].
Het afwerkformaat selecteren:
Druk op [Type opening] → selecteer het afwerkformaat → druk op [OK].
[Links openend]:
Er wordt een boekje gemaakt dat naar links opent.
[Opent rechts]:
Er wordt een boekje gemaakt dat naar rechts opent.
BELANGRIJK
Als u papier voor de omslag in de optionele Stack Bypass-C wilt plaatsen, laadt u het papier als volgt:
Als u op de omslag wilt kopiëren, plaatst u de zijde waarop u wilt kopiëren omlaag, ongeacht of het boekje naar links of naar rechts opent.
Als u niet op de omslag wilt kopiëren en u de volgende indeling selecteert:
[Links openend]:
Zorg dat de bovenrand van het papier tegen de achterrand van de Stack Bypass-C ligt en plaats de zijde waar u op wilt kopiëren omhoog.
[Opent rechts]:
Zorg dat de bovenrand van het papier tegen de voorrand van de Stack Bypass-C ligt en plaats de zijde waar u op wilt kopiëren omhoog.
Als u papier voor de omslag in de optionele Document Insertion Unit-N wilt plaatsen, laadt u het papier zoals aangegeven in de volgende afbeelding:
Boekjes die naar links openen
Boekjes die naar rechts openen
* Invoerrichting naar de invoegmodule
Voor informatie over het plaatsen van papier in de Document Insertion Unit-N raadpleegt u "Loading Paper into the Document Insertion Unit-N (Optional)."
6.
Druk op [Aanpassen] → selecteer het item dat u wilt aanpassen.
Als u geen gedetailleerde instellingen wilt opgeven, gaat u naar stap 7.
De beeldlocatie van het hoofddocument aanpassen:
De snijhoek aanpassen:
De beeldlocatie van de omslagpagina aanpassen:
Snijlocatie aanpassen:
De afwerkindeling iets aanpassen:
De beeldlocatie van het hoofddocument aanpassen:
Druk op [Positie beeld inhoud].
Druk op [-] of [+] om de afbeelding voor het hoofddocument verticaal te verschuiven → [OK ].
N.B.
Als u een andere waarde invoert dan 0, kunt u omschakelen tussen een positieve en negatieve aanpassing door op [±] te drukken.
Voorbeeld:
(+)1,0 → [±] → -1,0
-5,0 → [±] → (+)5,0
Druk op [Sluiten].
De snijhoek aanpassen:
Druk op [Afsnijdhoek].
Druk op [-] of [+] om de snijhoek aan te passen → [OK].
N.B.
Als u een andere waarde invoert dan 0, kunt u omschakelen tussen een positieve en negatieve aanpassing door op [±] te drukken.
Voorbeeld:
(+)1,0 → [±] → -1,0
-5,0 → [±] → (+)5,0
Druk op [Sluiten].
De beeldlocatie van de omslagpagina aanpassen:
Druk op [Beeldpositie omslag].
Druk op [-] of [+] om de afbeelding op de omslagpagina te verschuiven → [OK ].
N.B.
Als u een andere waarde invoert dan 0, kunt u omschakelen tussen een positieve en negatieve aanpassing door op [±] te drukken.
Voorbeeld:
(+)1,0 → [±] → -1,0
-5,0 → [±] → (+)5,0
Druk op [Sluiten].
Snijlocatie aanpassen:
Druk op [Afsnijdpositie].
Druk op [-] of [+] om de snijlocatie te verschuiven → [OK].
N.B.
Als u een andere waarde invoert dan 0, kunt u omschakelen tussen een positieve en negatieve aanpassing door op [±] te drukken.
Voorbeeld:
(+)1,0 → [±] → -1,0
-5,0 → [±] → (+)5,0
Als de verplaatsing van de snijrand tussen 6,0 mm tot 50,0 mm ligt, kan elke instelling worden gebruikt.
Druk op [Sluiten].
De afwerkindeling iets aanpassen:
Druk op [Fijnaanpassing afwerkformaat].
Druk op [-] of [+] om eventuele verschillen tussen het afwerkformaat en de snijlocatie te reduceren → [OK].
N.B.
Als u een andere waarde invoert dan 0, kunt u omschakelen tussen een positieve en negatieve aanpassing door op [±] te drukken.
Voorbeeld:
(+)0,1 → [±] → -0,1
-0,5 → [±] → (+)0,5
Druk op [Sluiten].
7.
Druk op [Volgende].
8.
Geef de scaninstellingen voor de omslagpagina en het hoofddocument op → druk op [Volgende].
Druk op [Scanformaat].
Als de breedte van het origineel tussen 457,3 mm en 487,7 mm ligt, drukt u op [Lang origineel].
Als het origineel dubbelzijdig is, drukt u op [2-Zijdig origineel] → selecteer het type dubbelzijdig origineel → druk op [OK].
De details van elk item worden onderstaand getoond.
[Type boek]:
De voor- en achterzijden van het origineel hebben dezelfde boven-onder oriëntatie.
[Type kalender]:
De voor- en achterzijde van het origineel hebben een wisselende boven-onder oriëntatie.
N.B.
Als het omslagpapier wordt ingevoerd vanuit de Document Insertion Unit-N, kunt u geen scaninstellingen opgeven voor de omslag.
9.
Selecteer de zijden van het document waar u op wilt kopiëren → druk op [OK].
Selecteer [Afdrukken] of [Blanco laten] voor de omslag.
Selecteer [Afdrukken op voorzijde] of [Afdrukken op beide zijden] voor het hoofddocument.
N.B.
U kunt niet afdrukken op omslagpapier dat wordt ingevoerd uit de optionele Document Insertion Unit-N.
10.
Druk op [Sluiten].
52X3-0XC