Kopiesetnummering

Met deze modus kunt u een kopiesetnummer van vijf cijfers op kopieën afdrukken in transparante tekens.
U kunt het startnummer handmatig instellen voor het afdrukken van de kopiesetnummers.
1.
Druk op → [Kopie].
2.
Druk op [Opties] → [Kopiesetnummering].
3.
Stel de afbeeldingsoriëntatie en de afdrukpositie in.
Oriëntatie:
[Staand beeld]:
Druk op deze toets als u staande originelen plaatst.
[Zijdelings beeld]:
Druk op deze toets als u staande originelen plaatst.
Staand beeld
Zijdelings beeld
Verticale plaatsing
Horizontale plaatsing
Verticale plaatsing
Horizontale plaatsing
Druk op [Volledige oppervlak] om de kopiesetnummering herhaaldelijk over het oppervlak van de uitvoer af te drukken.
Druk op [Cijfers op 5 plaatsen] om alle vijf afdrukposities te selecteren.
N.B.
Als u [Num.optie] instelt op 'Aan', worden [Volledige oppervlak] en [Cijfers op 5 plaatsen] lichtgrijs weergegeven en kunnen deze niet worden geselecteerd. (Zie "Opties voor kopieset nummering.")
Als u twee van de modi [Paginanummering], [Watermerk], of [Datum afdrukken] instelt voor afdrukken op dezelfde plaats, verschijnt een bevestiging wanneer u op drukt.
U kunt op [Stel details in] drukken om de afdrukpositie aan te passen.
Om de afdrukpositie aan te passen, drukt u op [X] of [Y] → pas de afdrukpositie aan met [-] of [+] → druk op [OK].
4.
Geef de afdrukinstellingen voor de kopiesetnummers aan.
Druk op de vervolgkeuzelijst <Formaat> → selecteer het formaat van de kopiesetnummers.
Druk op de keuzelijst <Kleur> → selecteer de kleur van de kopiesetnummers.
N.B.
Als u [Num.optie] inschakelt, kunt u het formaat van het kopiesetnummer instellen op [10,5 pt], [12,0 pt] of [14,0 pt]. (Zie "Opties voor kopieset nummering.")
Druk op [Licht] of [Donker] voor <Densiteit> om de densiteit aan te passen.
Voer het beginnummer in met - (numerieke toetsen).
5.
Druk op [OK] → [Sluiten].

BELANGRIJK
De afdrukprestaties zijn wellicht niet optimaal. Dit is afhankelijk van de inhoud van het origineel en de combinatie van instellingen.
Als u [Kopiesetnummering] gebruikt met [Voeg omslag toe] of [Vellen invoegen], worden de nummers niet afgedrukt op de ingevoegde bladen.
N.B.
Als het nummer van de kopie minder dan vijf cijfers telt, zal de machine dit nummer als volgt kopiëren:
Voorbeeld: Als het kopiesetnummer 10 is, wordt "00010" afgedrukt.
Als u [Afdrukken & Controleren] gebruikt met [Kopiesetnummering], wordt het nummer gekopieerd als "XXXXX."
52X3-0Y0