Een nieuw faxnummer invoeren

U kunt een faxnummer opgeven met

(numerieke toetsen),

. U kunt ook meerdere nummers na elkaar aangeven en het origineel in één keer naar meerdere bestemmingen verzenden (Groepsverzending).

Druk op

→ [Fax].

Voer het faxnummer van de andere partij in met

(numerieke toetsen),

Voor instructies over het uitvoeren van deze handeling via het faxscherm raadpleegt u "Scherm met basisfuncties voor faxen."

Druk op [Stel details in].

Druk op [Subadres].

Voer het subadres van de ontvangende partij in met

(numerieke toetsen),

Druk op [Wachtwoord].

Voer het wachtwoord in met

(numerieke toetsen),

, en

Als de andere partij geen wachtwoord heeft ingesteld voor het subadres, hoeft u geen wachtwoord in te voeren.

BELANGRIJK
Als u aan uw verzendopdracht een subadres wilt toevoegen, zorg dan dat de machine van de andere partij de standaard ITU-T (International Telecommunication Union - Telecommunication Standardization Sector) subadres ondersteunt. (Zie "Verzenden met een subadres.")

Selecteer het type telefoonlijn → druk op [OK].

Voor informatie over het selecteren van de te gebruiken lijn raadpleegt u "Selecteren van de telefoonlijn bij verzenden van een fax."

Druk op [Subadres].

Voer het faxnummer van de andere partij in met

(numerieke toetsen),

Druk op [Wachtwoord].

Voer het wachtwoord in met

(numerieke toetsen),

, en

Druk op [OK].

Als de andere partij geen wachtwoord heeft ingesteld voor het subadres, hoeft u geen wachtwoord in te voeren.

BELANGRIJK
Als u aan uw verzendopdracht een subadres wilt toevoegen, zorg dan dat de machine van de andere partij de standaard ITU-T (International Telecommunication Union - Telecommunication Standardization Sector) subadres ondersteunt. (Zie "Verzenden met een subadres.")

Druk op [OK].

BELANGRIJK
U kunt een nummer niet beginnen met een pauze en een subadres.

N.B.
Als u aan het einde van het nummer een pauze invoert, zal de pauze altijd 10 seconden duren.