Apparaatinformatie instellingen

Het is handig om deze functie te gebruiken om een naam en locatie voor de machine in te stellen wanneer u meerdere machines op hetzelfde netwerk gebruikt.
De naam die met deze functie wordt ingesteld wordt tevens weergegeven op de externe UI.
1.
Druk op .
2.
Druk op [Beheerinstellingen] → [Apparaatbeheer] → [Instellingen Apparaatinformatie].
3.
Voer de naam en de locatie van deze machine in.
Druk op [Apparaatnaam].
Voer de naam van de machine in → druk op [OK].
Druk op [Locatie].
Voer de locatie van de machine in → druk op [OK].
Druk op [OK].
N.B.
Voor instructies over het invoeren van tekens raadpleegt u "Tekens invoeren via het touch panel display."
52X3-255