Sleutelpaar en apparaatcertificaat instellen/controleren

Deze instellingen kunnen worden opgegeven wanneer de functie Apparaathandtekening PDF/XPS beschikbaar is voor gebruik. Voor informatie over de optionele producten die zijn vereist om de functie Apparaathandtekening PDF/XPS te gebruiken, raadpleegt u "Optionele producten die nodig zijn voor elke functie."

Instellen van een sleutelpaar en apparaatcertificaat

In de volgende procedure wordt beschreven hoe u het sleutelpaar en apparaatcertificaat kunt aanmaken en bijwerken die nodig zijn om aan een PDF of XPS bestand een apparaathandtekening toe te voegen.
1.
Druk op .
2.
Druk op [Beheerinstellingen] → [Apparaatbeheer] → [Certificaatinstellingen].
3.
Druk op [Sleutel aanmaken].
4.
Druk op [Aanm./Updaten app. handtekening sleutel].
5.
Druk op [Ja].
BELANGRIJK
U kunt slechts één sleutelpaar registreren.
N.B.
De naam van het aangemaakte/bijgewerkte sleutelpaar wordt ingesteld op 'Device Signature Key'.
6.
Druk op [OK].

Bevestigen van een sleutelpaar en apparaatcertificaat

De volgende procedure beschrijft hoe u een sleutelpaar en apparaatcertificaat kunt controleren die zijn aangemaakt/bijgewerkt door de beheerder in " Instellen van een sleutelpaar en apparaatcertificaat."
1.
Druk op .
2.
Druk op [Beheerinstellingen] → [Apparaatbeheer] → [Certificaatinstellingen].
3.
Druk op [Sleutelen certificaatlijst] → [Sleutelen cert.- lijst v. dit apparaat].
Als de gebruikershandtekening is uitgeschakeld, hoeft u niet op [Sleutelen cert.- lijst v. dit apparaat] te drukken. Als u op [Sleutelen certificaatlijst] drukt, wijzigt het scherm in het scherm Sleutel en Certificaatlijst.
Als verschijnt aan de linkerkant van een sleutelpaar, is het sleutelpaar beschadigd of ongeldig. Volg de procedure in " Instellen van een sleutelpaar en apparaatcertificaat" om een sleutelpaar aan te maken of bij te werken.
N.B.
U kunt geen sleutelpaar verwijderen of bewerken dat nodig is voor een apparaathandtekening in de sleutel en certificaatlijst op het scherm Machine.
4.
Selecteer 'Device Signature Key' → druk op [Certificaat details] → [Certif. contr.].
Als [Certif. contr.] niet beschikbaar is of <De sleutel is onjuist of ongeldig.> wordt weergegeven, kunt u het sleutelpaar niet gebruiken. Volg de procedure in " Instellen van een sleutelpaar en apparaatcertificaat" om een sleutelpaar aan te maken of bij te werken.
N.B.
<Certificaat duimafdruk> bevat informatie over de afzender om de betrouwbaarheid van een PDF of XPS bestand met apparaathandtekening te controleren door deze af te stemmen met het SHA-1 nummer.
De datum waarop de apparaathandtekening vervalt is ingesteld op 5 jaar na het aanmaken/bijwerken van het sleutelpaar.
5.
Druk op [OK] → [OK] → [OK].
6.
Druk op [OK].

BELANGRIJK
Voor meer informatie over hoe een algemene gebruiker het apparaatcertificaat kan controleren, raadpleegt u "Apparaathandtekening-/Gebruikershandtekeningcertificaat controleren."
52X3-24C