Opslaan/Bewerken LDAP zoekattributen

1.
Druk op .
2.
Druk op [Zoekcondities LDAP registreren/bewerken] → [Stel bestemming in].
3.
U kunt zo nodig de LDAP-zoekattributen registreren/bewerken.
Om een zoekattribuut te registreren:
Om een zoekattribuut te bewerken:
Om een zoekattribuut te verwijderen:
Om een zoekattribuut te registreren:
Druk op [Niet gereg. 1] of [Niet gereg. 2] → [Reg./Bewerk.].
Druk op [Weergave naam] → voer de weergavenaam in → druk op [OK].
Druk op [Attribuutnaam] → voer de attribuutnaam in → druk op [OK].
Druk op [Sluiten] → [OK].
Om een zoekattribuut te bewerken:
Selecteer het attribuut dat u wilt bewerken → druk op [Reg./Bewerk.].
N.B.
U kunt standaard alleen de twee zoekattributen bewerken die worden weergegeven als 'Niet opgeslagen'. U kunt niet de attributen voor de naam, de e-mail, fax, organisatie en organisatie-eenheid bewerken.
Druk op [Weergave naam].
Voer een naam in die u wilt weergeven → druk op [OK].
Druk op [Attribuutnaam] → voer de attribuutnaam in → druk op [OK].
Druk op [Sluiten] → [OK].
Om een zoekattribuut te verwijderen:
Selecteer het zoekattribuut dat u wilt verwijderen → druk op [Verwijd.].
N.B.
U kunt standaard alleen de twee zoekattributen bewerken die worden weergegeven als 'Niet geregistreerd'. U kunt niet de attributen voor de naam, de e-mail, fax, organisatie en organisatie-eenheid verwijderen.
Druk op [Sluiten] → [Ja].
4.
Druk op [Sluiten].
52X3-0H8