Instellingen opgeven voor scannen en opslaan

U kunt het scherm [Scannen en opslaan] voor het scannen van originelen configureren.
Als voorbeeld wordt in dit gedeelte de procedure voor het selecteren van postbus als opslaglocatie uitgelegd.

Registreren en Bewerken van favoriete instellingen

U kunt maximaal negen mogelijke combinaties van scaninstellingen instellen en deze in het geheugen opslaan onder favorietenknoppen. Deze functie is handig om regelmatig gebruikte verzendinstellingen op te slaan.

Standaardinstellingen wijzigen

U kunt de standaardinstellingen voor [Scannen en opslaan] wijzigen.

Initialiseren van de standaardinstellingen

U kunt [Scannen en opslaan] instellingen herstellen van de geregistreerde standaardinstellingen naar de fabrieksinstellingen.

Registreren en Bewerken van favoriete instellingen

1.
Druk op → [Scannen en opslaan] → [Postbus].
2.
Selecteer het gewenste postvak → druk op [Scannen].
Als u een knop met favoriete instellingen wilt registreren, stelt u de scanmodus in die u wilt registreren.
3.
Druk op .
4.
Druk op [Functie-instellingen] → [Opslaan/Toegang bestanden] → [Algemene instellingen].
5.
Druk op [Registreren/Bewerken favorieteninstellingen] → [Instellingen Scannen en opslaan].
Om een favorietenknop te registreren:
Om een favorietenknop te bewerken:
Om een favorietenknop te verwijderen:
Om een favorietenknop te registreren:
Als u de naam van een knop wilt wijzigen, selecteert u de te wijzigen knop → druk op [Hernoemen] → voer de nieuwe naam in.
Selecteer een knop ([M1] t/m [M9]) waarmee u instellingen wilt registreren → druk op [Registreren].
Druk op [Ja].
N.B.
Als u op [Controleer inhoud] drukt, verschijnen de bestaande geregistreerde instellingen.
Om een favorietenknop te bewerken:
Als u de naam van een knop wilt wijzigen, selecteert u de te wijzigen knop → druk op [Hernoemen] → voer de nieuwe naam in.
Selecteer een knop ([M1] t/m [M9]) waarmee u overschrijfinstellingen wilt registreren → druk op [Registreren].
Druk op [Ja].
N.B.
Als u op [Controleer inhoud] drukt, verschijnen de bestaande geregistreerde instellingen.
Om een favorietenknop te verwijderen:
Selecteer de knop die u wilt verwijderen → druk op [Verwijd.].
BELANGRIJK
Bevestig de te verwijderen instellingen.
Druk op [Ja].
N.B.
De naam voor de knop wordt niet verwijderd. Om een knop te hernoemen, drukt u op [Hernoemen].
6.
Druk op [Sluiten].

Standaardinstellingen wijzigen

1.
Druk op → [Scannen en opslaan] → [Postbus].
2.
Selecteer het gewenste postvak → druk op [Scannen].
Als u de standaardinstellingen wilt wijzigen, stelt u de scanmodus in waarvan u de instellingen standaard wilt gebruiken.
3.
Druk op .
4.
Druk op [Functie-instellingen] → [Opslaan/Toegang bestanden] → [Algemene instellingen].
5.
Druk op [Wijzig standaard instellingen] → [Instellingen Scannen en opslaan].
6.
Selecteer [Registreren].
7.
Druk op [Ja].

Initialiseren van de standaardinstellingen

1.
Druk op → [Scannen en opslaan] → [Postbus].
2.
Selecteer het gewenste postvak → druk op [Scannen].
3.
Druk op .
4.
Druk op [Functie-instellingen] → [Opslaan/Toegang bestanden] → [Algemene instellingen].
5.
Druk op [Wijzig standaard instellingen] → [Instellingen Scannen en opslaan].
6.
Druk op [Initialiseren].
7.
Druk op [Ja].

N.B.
Instellingen die zijn opgeslagen onder favorietenknoppen worden niet verwijderd, zelfs niet als de machine wordt uitgeschakeld.
52X3-0F2