(Inloggen/uitloggen) drukken om in te loggen.Overzicht van handelingen voor algemene gebruikers
Als Afdelings-ID beheer wordt gebruikt
1.
Specificeer het volgende.
Druk op [Afd. ID] → voer een Afdeling ID in.
Druk op [PIN] → voer uw PIN in.
2.
Druk op [Inloggen].
U kunt ook op (Inloggen/uitloggen) drukken om in te loggen.
(Inloggen/uitloggen) drukken om in te loggen./b_adfunc_003_01_f_L.jpg)
3.
Druk op 
.
. /b_adfunc_003_01_a_L.jpg)
4.
Geef de gewenste instelling in de lijst weer.
Activiteiten die beperkt zijn, hebben een lichtgrijze tint en kunnen niet worden geselecteerd.
5.
Geef de instelling op → druk op [Sluiten].
Om één niveau hoger te gaan, drukt u op [Boven].
6.
Wanneer u gereed bent met het aangeven van de instellingen, drukt u op [Afmelden] rechtsonder in het scherm om uit te loggen.
Als SSO-H wordt gebruikt
1.
Specificeer het volgende.
Druk op [Gebruikersnaam] → voer een gebruikersnaam in → druk op [OK].
Druk op [Wachtwoord] → voer een wachtwoord in → druk op [OK].
2.
Druk op [Inloggen].
U kunt ook op (Inloggen/uitloggen) drukken om in te loggen.
(Inloggen/uitloggen) drukken om in te loggen.3.
Druk op .
. 4.
Geef de gewenste instelling in de lijst weer.
Activiteiten die beperkt zijn, hebben een lichtgrijze tint en kunnen niet worden geselecteerd.
5.
Geef de instelling op → druk op [Sluiten].
Om één niveau hoger te gaan, drukt u op [Boven].
6.
Wanneer u gereed bent met het opgeven van de instellingen, drukt u op [Afmelden] rechtsonder in het scherm om uit te loggen.
Als zowel Afdelings-ID beheer als SSO-H niet worden gebruikt
1.
Druk op .
. 2.
Geef de gewenste instelling in de lijst weer.
Activiteiten die beperkt zijn, hebben een lichtgrijze tint en kunnen niet worden geselecteerd.
3.
Geef de instelling op → druk op [Sluiten].
Om één niveau hoger te gaan, drukt u op [Boven].