Afdrukkwaliteit
| De instellingen over afdrukkwaliteit inclusief de resolutie en tonerdichtheid worden in een lijst geplaatst en kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool (  ). |
|
Sterretjes (*)Instellingen gemarkeerd met een asterix (*) worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items. |
Resolutie
Geef bij het verwerken van de afdrukgegevens de afdrukresolutie op.
600 dpi  1200 dpi |
<600 dpi>
Deze afdrukstand is geschikt voor snel afdrukken.
<1200 dpi>
Randen van tekens en afbeeldingen kunnen bij hoge resolutie helder worden gereproduceerd. Deze afdrukstand is geschikt voor het afdrukken van gegevens die veel kleine tekens bevatten.
Beeldverfijning *
Schakel de effeningsmodus waarin de randen van tekens en afbeeldingen vloeiend worden afgedrukt, in of uit. <Beeldverfijning> verschijnt niet als <Resolutie> is ingesteld op <1200 dpi>.
Uit Aan  |
Toner sparen
Geef deze instelling op als u het afwerken zoals een grote afdruktaak afdrukken, wilt controleren. De afdrukmodus bespaart toner, en daarom kunnen dunne lijnen en gedeeltes met lichtere afdrukdichtheid vager worden.
Uit  Aan |
Dichtheid *
Stel de tonerdichtheid in die tijdens het afdrukken moet worden toegepast. <Dichtheid> wordt niet weergegeven als <Toner sparen> is ingesteld op <Aan>.
Afdrukdensiteit aanpassen-8 tot 0  tot +8 |
Dichtheid (fijnaanp) *
Door middel van de fijnafstelling kunt u de tonerdichtheid instellen die op het drukwerk moet worden toegepast. Deze fijnafstelling bestaat uit drie afzonderlijke dichtheidsniveaus. <Dichtheid (fijnaanp)> wordt niet weergegeven als <Toner sparen> is ingesteld op <Aan>.
Afdrukdensiteit aanpassenHoog -8 tot 0  tot +8 Normaal -8 tot 0  tot +8 Laag -8 tot 0  tot +8 |
Halftonen
U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding). Voor een bepaald document kunt u halftonen opgeven voor alle type beeldgegevens.
Tekst Resolutie  Gradatie Kleurtoon Hoge resolutie Illustraties Resolutie Gradatie Kleurtoon  Hoge resolutie Afbeelding Resolutie Gradatie Kleurtoon  Hoge resolutie |
|
Soort afbeeldingsgegevens
Selecteer het soort afbeeldingsgegevens waarvoor de instellingen worden veranderd. Selecteer <Tekst> voor tekens, <Illustraties> voor lijnen en figuren, of <Afbeelding> voor afbeeldingen zoals foto's.
<Resolutie>
Levert fijn drukwerk door de randen van tekens scherp weer te geven. Deze afdrukstand is geschikt voor het afdrukken van gegevens van tekens en dunne lijnen met een heldere afwerking.
<Gradatie>
Drukt gradatie en lijnen met vloeiende afwerking. Deze afdrukstand is geschikt voor het afdrukken van figuren en diagrammen met gradatie.
<Kleurtoon>
Drukt levendige afbeeldingen met een tonaal contrasteffect. Deze afdrukstand is geschikt voor het afdrukken van afbeeldingsgegevens zoals foto's.
<Hoge resolutie>
Implementeert drukwerk van hogere definitie dan de instelling <Resolutie>, maar is iets minder goed in textuurstabiliteit. Deze afdrukstand is geschikt voor het afdrukken van randen van gegevens zoals tekens, dunne lijnen en CAD-gegevens.
Kwaliteit verlagen
Selecteer of het afdrukken moet worden voortgezet met automatische kwaliteitsreductie, als er onvoldoende geheugen beschikbaar is voor het verwerken.
Doorgaan m. afdruk.  Afdrukken stoppen |
|
Als u <Afdrukken stoppen> selecteert, verschijnt een foutmelding en het afdrukken wordt gestopt als het geheugen van de machine op raakt. U kunt  (  ) indrukken om het afdrukken met lagere kwaliteit voort te zetten. |
Lijndikte prtr aanp.
Pas dit item aan als de afgedrukte tekst of dunne lijnen niet duidelijk weergegeven worden.
-7 tot 0  tot +8 |