FTP-serverinstellingen

Windows

In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het instellen van een FTP-server via het bedieningspaneel. Voordat u de instellingen op het bedieningspaneel opgeeft, stelt u de FTP-site in via de server volgens de handleiding bij het besturingssysteem.
Het is raadzaam de beheerder van het netwerk dat u gebruikt, te raadplegen wanneer u de FTP-server configureert.
In onderstaande procedure worden items van Windows 8,1 als voorbeeld gebruikt. De onderdelen op uw scherm kunnen verschillen, afhankelijk van uw omgeving.
1.
Stel het adres van de ontvanger in via het bedieningspaneel.
Voorbeeld van het instellen van een ontvanger:
Instellingen aan de kant van de server:
[Volledige computernaam]:
example.organization.company.com
Maak een map aan in de basismap met de naam 'share', '\lnetpub\ftproot', onder [Standaard-FTP-site]/[FTP-sites] en stel 'share' in als de bestemming van de gegevens.
De adresinstellingen voor de machine:
<Protocol:>:
FTP
[Hostnaam]:
example.organization.company.com
[Mappad]:
share
[Gebr.naam]:
Gebruikersnaam is ingevoerd op de server
[Wachtwoord]:
Wachtwoord voor de bovenstaande gebruiker
BELANGRIJK
Als u de volledige computernaam wilt gebruiken als de hostnaam voor [Hostnaam], zoals weergegeven in het bovenstaande voorbeeld, moet u een DNS-server gebruiken. (Dit geldt ook als de machine en de FTP-server op hetzelfde subnet zijn aangesloten.) Als er geen DNS-server beschikbaar is, moet de instelling voor [Hostnaam] worden opgegeven met het IP-adres van de FTP-server.
Voor [Hostnaam] kunnen maximaal 128 alfanumerieke tekens via het bedieningspaneel worden ingevoerd. Bovendien kunnen maximaal 255 alfanumerieke tekens worden ingevoerd voor [Mappad]. Houd bij het opgeven van de serverinstellingen rekening met het maximale aantal tekens.
Als u de taal van het aanraakscherm wijzigt, worden [Hostnaam] en [Mappad] wellicht niet goed weergegeven.
Als u gegevens wilt verzenden naar een IPv4-host via een FTP-poort anders dan poort 21, stelt u de [Hostnaam] in met de volgende opmaak:
<IPv4-adres van de FTP-server>:<Poortnummer>
Voorbeeld: 192.168.1.21:21000
Als u gegevens wilt verzenden naar een IPv6-host, stelt u de [Hostnaam] in met de volgende opmaak:
<IPv6-adres>:<Poortnummer>
Voorbeeld: [5aed:90a0:bc05:01d2:568a:2fc0:0001:12ee]:21000

UNIX/Linux

In sommige omgevingen kunnen gedetailleerde instellingen nodig zijn om FTP te kunnen gebruiken. Voor details raadpleegt u de
beheerder van het netwerk dat u gebruikt.
1.
Stel het adres van de ontvanger in via het bedieningspaneel.
Voorbeeld van het instellen van een ontvanger:
Instellingen aan de kant van de server:
Hostnaam:
vb.
Domein:
organization.company.com
De basismap van de gebruiker is /home/hsato en /home/hsato/share is de bestemming van de data.
De adresinstellingen voor de machine:
<Protocol:>:
FTP
[Hostnaam]:
example.organization.company.com
[Gebr.naam]:
Gebruikersnaam is ingevoerd op de server
[Wachtwoord]:
Wachtwoord voor de bovenstaande gebruiker
Voer een van het volgende bij [Mappad] in:
share (wanneer u een relatief pad gebruikt)
/home/hsato/share (wanneer u een absoluut pad gebruikt)
Voor een voorbeeld van het scherm raadpleegt u het voorbeeld in "Windows" hierboven.
BELANGRIJK
Als u de hostnaam uit het bovenstaande voorbeeld wilt gebruiken voor [Hostnaam], moet u een DNS-server gebruiken. (Dit geldt ook als de machine en de FTP-server op hetzelfde subnet zijn aangesloten.) Als er geen DNS-server beschikbaar is, moet de instelling voor [Hostnaam] worden opgegeven met het IP-adres van de FTP-server.
Voor [Hostnaam] kunnen maximaal 128 alfanumerieke tekens via het bedieningspaneel worden ingevoerd. Bovendien kunnen maximaal 255 alfanumerieke tekens worden ingevoerd voor [Mappad]. Houd bij het opgeven van de serverinstellingen rekening met het maximale aantal tekens.
Als u de taal van het aanraakscherm wijzigt, worden [Hostnaam] en [Mappad] wellicht niet goed weergegeven.
Als u gegevens wilt verzenden naar een IPv4-host via een FTP-poort anders dan poort 21, stelt u de [Hostnaam] in met de volgende opmaak:
<IPv4-adres van de FTP-server>:<Poortnummer>
Voorbeeld: 192.168.1.21:21000
Als u gegevens wilt verzenden naar een IPv6-host, stelt u de [Hostnaam] in met de volgende opmaak:
<IPv6-adres>:<Poortnummer>
Voorbeeld: [5aed:90a0:bc05:01d2:568a:2fc0:0001:12ee]:21000
6Y5H-00F