Instellingen WebDAV-server

De WebDAV-verzendfunctie is een functie voor het verzenden van gescande beeldbestanden of beeldbestanden verzonden via de postvakken naar een WebDAV-servermap op internet of uw intranet via het WebDAV-protocol.

In dit gedeelte wordt de procedure voor het instellen van een WebDAV-publicatiemap beschreven.

Door een publicatiemap in te stellen kunnen gebruikers met de benodigde toegangsrechten bestanden in de map beheren.

Het is raadzaam de beheerder van het netwerk dat u gebruikt, te raadplegen wanneer u de
WebDAV-server configureert.

IIS voor Windows

In onderstaande procedure worden items van Windows 8,1 als voorbeeld gebruikt. De onderdelen op uw scherm kunnen verschillen, afhankelijk van uw omgeving.

Stel het adres van de ontvanger in via het bedieningspaneel.

Voorbeeld van het instellen van een ontvanger:

Instellingen aan de kant van de server:

Maak een fysieke map aan met de naam "C:/Inetpub/export/share/home/users/" en maak dan een virtuele map aan met een koppeling naar de fysieke map als de map waarnaar de bestanden moeten worden verzonden.

De adresinstellingen voor de machine:

<Protocol:>:	WebDAV
[Hostnaam]:	https://example.cse.canon.co.jp/
[Mappad]:	/export/share/home/users/
[Gebr.naam]:	Gebruikersnaam voor de verificatiemethodes Basic en Digest van de WebDAV-server
[Wachtwoord]:	Wachtwoord voor de verificatiemethodes van de WebDAV-server Basic en Digest

BELANGRIJK
Voor [Hostnaam] kunnen maximaal 128 alfanumerieke tekens via het bedieningspaneel worden ingevoerd. Bovendien kunnen maximaal 255 alfanumerieke tekens worden ingevoerd voor [Mappad]. Houd bij het opgeven van de serverinstellingen rekening met het maximale aantal tekens. Als u de taal van het aanraakscherm wijzigt, worden [Hostnaam] en [Mappad] wellicht niet goed weergegeven. Als de taal van het aanraakscherm afwijkt van die van de computer die als belangrijkste browser wordt gebruikt, worden [Hostnaam] en [Mappad] wellicht niet goed weergegeven, of kunt u misschien niet door de mappen bladeren. Als u gegevens wilt verzenden naar een IPv6-host, stelt u de [Hostnaam] in met de volgende opmaak: <IPv6-adres>:<Poortnummer> Voorbeeld: [5aed:90a0:bc05:01d2:568a:2fc0:0001:12ee]:21000

BELANGRIJK

Voor [Hostnaam] kunnen maximaal 128 alfanumerieke tekens via het bedieningspaneel worden ingevoerd. Bovendien kunnen maximaal 255 alfanumerieke tekens worden ingevoerd voor [Mappad]. Houd bij het opgeven van de serverinstellingen rekening met het maximale aantal tekens.

Als u de taal van het aanraakscherm wijzigt, worden [Hostnaam] en [Mappad] wellicht niet goed weergegeven.

Als de taal van het aanraakscherm afwijkt van die van de computer die als belangrijkste browser wordt gebruikt, worden [Hostnaam] en [Mappad] wellicht niet goed weergegeven, of kunt u misschien niet door de mappen bladeren.

Als u gegevens wilt verzenden naar een IPv6-host, stelt u de [Hostnaam] in met de volgende opmaak:
<IPv6-adres>:<Poortnummer>
Voorbeeld: [5aed:90a0:bc05:01d2:568a:2fc0:0001:12ee]:21000