Een back-up maken van opgeslagen gegevens

U kunt een reservekopie maken van postvakgegevens die in de machine zijn opgeslagen, op een externe harde schijf (die USB-aansluiting) of op een SMB-server. Opgeslagen gegevens waarvan op deze manier een back-up is gemaakt, kunnen opnieuw op de machine worden hersteld.
Van de volgende gegevens kan een reservekopie worden gemaakt en ze kunnen worden hersteld:
Postvakinstellingen (postvaknamen, pincodes en tijden voor automatische wissen)
Faxpostvakinstellingen (faxpostvaknamen en pincodes)
Geheugen RX-postvakinstellingen (pincodes)
Postvak-/faxpostvak-/geheugen RX-postvakbestanden
Formaat voor Superponeer afbeelding
BELANGRIJK
Het kan even duren voordat een reservekopie/herstel van opgeslagen gegevens is voltooid. Zet de hoofdschakelaar pas uit nadat deze activiteit is voltooid. Anders kan er een storing optreden.
Als u een reservekopie maakt van opgeslagen gegevens of ze herstelt zonder de machine opnieuw op te starten na het wijzigen van de taal die stond weergegeven op het aanraakscherm door op [Voorkeuren] (Instellingen/Registratie) op het bedieningspaneel van de machine te drukken, mislukt de reservekopie of het herstellen van de opgeslagen gegevens wellicht.
U kunt maximaal 128 tekens invoeren voor de mapnaam van de back-uplocatie voor opgeslagen gegevens.
De reservekopie van de gegevens kan alleen op deze machine of op latere versies van hetzelfde model worden hersteld.
Het is raadzaam dat u een externe harde schijf voor reservekopieën of herstelde gegevens aansluit op de USB-poort aan de achterkant rechts van de machine.
De externe harde schijf voor reservekopieën en herstelde gegevens moet voldoen aan de volgende criteria:
Geformatteerd zijn met FAT32
Geheugencapaciteit van niet minder dan 32 GB na het formatteren
Externe voeding (niet door een bus van stroom voorzien)
Een map bevatten met identieke naam en pad als de opgegeven back-uplocatie
Als u meer dan een compatibele externe harde schijf op de machine aansluit, kunt u geen reservekopie maken/gegevens herstellen.
Bij het maken van een reservekopie op de externe harde schijf is de prestatie van de machine misschien niet optimaal, afhankelijk van de resterende capaciteit van de externe harde schijf.
Het maken van een reservekopie op de externe harde schijf kan even duren, afhankelijk van de resterende capaciteit van de externe harde schijf.
Herstel gegevens vanaf de locatie waar een reservekopie is gemaakt van de gegevens.
Als een reservekopie van de gegevens is gemaakt op een externe harde schijf, kunt u de gegevens alleen herstellen vanaf een externe harde schijf.
Als een reservekopie van de gegevens is gemaakt op een SMB-server, kunt u de gegevens alleen herstellen vanaf de SMB-server.
OPMERKING
Voor basisinformatie over de opgeslagen gegevens raadpleegt u "Scannen en opslaan" en "Toegang opgeslagen bestanden".
Het is raadzaam om regelmatig een reservekopie te maken van belangrijke gegevens.
Zorg ervoor dat u een reservekopie nooit bewerkt of verwijdert. Als u een reservekopie bewerkt, kunt u geen goede reservekopie maken van de gegevens of ze herstellen.
Om een reservekopie te maken van opgeslagen gegevens of ze te herstellen, moet u inloggen als beheerder.

Instellen van de back-uplocatie voor opgeslagen gegevens

U kunt een adres, gebruikersnaam, wachtwoord en bestandspad van een externe harde schijf en de SMB-server opgeven die worden gebruikt voor de reservekopie van de opgeslagen gegevens.
1.
Klik op [Settings/Registration] → selecteer [Data Management] bij <Management Settings> → klik op [Backup Location Settings].
2.
Geef de gewenste instellingen op → klik op [OK].
De details van elk item worden onderstaand getoond.
<USB HDD Settings>
Mappad:
Een tekenreeks die de locatie van de map aangeeft. Geef op waar de reservekopie op de externe harde schijf moet worden opgeslagen.
<SMB Server Settings>
Host IP Address:
De unieke naam die wordt gebruikt om de bestandsserver op het netwerk te identificeren. Voer het IP-adres van de SMB-server in om een reservekopie te maken van de postvakgegevens. Voer het IP-adres van de SMB-server in om een reservekopie van de postvakdocumenten in de volgende indeling te maken:
\\servernaam\naam van de gedeelde map.
User Name:
Voer de gebruikersnaam in voor de SMB-server die wordt gebruikt om een reservekopie te maken van de postvakgegevens.
Password:
Voer het wachtwoord in voor de SMB-server die wordt gebruikt om een reservekopie te maken van de postvakgegevens.
Confirm:
Voer het wachtwoord opnieuw in. Als de waarde die u hier invoert, afwijkt van wat u hebt ingevoerd bij <Password>, verschijnt er een foutmelding.
Folder Path:
Een tekenreeks die de locatie van de map aangeeft. Geef op waar de reservekopie op de SMB-server moet worden opgeslagen.
Encrypt Backup Data:
Selecteer en voer een wachtwoord in om de reservekopie te versleutelen.
OPMERKING
Als u geen juist IP-adres van de host, gebruikersnaam, wachtwoord en bestandspad invoert, wordt geen reservekopie gemaakt.
U kunt maximaal 128 tekens invoeren voor het IP-adres van de host.
U kunt maximaal 128 tekens invoeren voor de gebruikersnaam.
U kunt 7 tot 48 tekens invoeren voor het wachtwoord.
U kunt maximaal 255 tekens invoeren voor het bestandspad.
Zorg ervoor dat het aantal toegestane gebruikers is ingesteld op meer dan of gelijk aan '2' of op 'Maximaal toegestaan'. Als de gebruikerslimiet beperkt is tot slechts één gebruiker, kunnen de gegevens waarschijnlijk niet goed worden hersteld.
Als u versleutelen van een reservekopie selecteert, duurt het maken van een reservekopie misschien langer.

Uitvoeren van de reservekopie van opgeslagen gegevens

Voordat u de firmware van de machine bijwerkt, kunt u van de in de machine opgeslagen gegevens een reservekopie maken op de locatie die is opgegeven in "Instellen van de back-uplocatie voor opgeslagen gegevens".
U kunt van opgeslagen gegevens maximaal 100 keer een reservekopie maken voor een doelmap. Direct na het maken van een reservekopie controleert u [Back Up/Restore Log] in [Data Management].
Als het aantal keer 100 overschrijdt, wordt een fout weergegeven in [Result]. In dat geval wijzigt u de doelmap voor reservekopieën.
Om het aantal reservekopieën te controleren, selecteert u [Data Management] → klik op [Restore] → [Display Backup Data].
Zorg voor het maken van een reservekopie voor genoeg opslagruimte. Controleer voor het maken van een reservekopie het scherm in stap 2 om te zien of u genoeg ruimte hebt.
1.
Klik op [Settings/Registration] → selecteer [Data Management] bij <Management Settings> → klik op [Back Up].
2.
Klik op [Execute].
U kunt de status van de procedure voor een reservekopie controleren in <Backup Status>.
Selecteer [All] of [Changes] voor <Backup Method>. Met [All] maakt u een reservekopie van alle opgeslagen gegevens. Met [Changes] maakt u alleen een reservekopie van de opgeslagen gegevens die zijn bijgewerkt of toegevoegd na de laatste reservekopie.
BELANGRIJK
Als de melding <A server error has occurred.> verschijnt, zijn de netwerkinstellingen van de doelmap voor reservekopieën misschien niet juist. Raadpleeg de handleiding van de imagePRESS Server voor meer informatie.
OPMERKING
Als u een reservekopie maken wilt inplannen, klikt u op [Settings/Registration] → [Data Management] → [Auto Backup Settings]. Selecteer ofwel [Back Up All] of [Back Up Changes] en [Everyday] of [Specify Days] → voer het tijdstip in voor het maken van een reservekopie. 

Herstellen van een reservekopie

U kunt opgeslagen gegevens waarvan een reservekopie is gemaakt op een server, voor een machine herstellen.
1.
Klik op [Settings/Registration] → selecteer [Data Management] bij <Management Settings> → klik op [Restore].
2.
Klik op [Display Backup Data].
3.
Selecteer de reservekopie die u wilt herstellen → klik op [Execute].
De opgeslagen gegevens zijn hersteld nadat u de machine opnieuw hebt gestart (de hoofdschakelaar UIT en daarna weer AAN zetten).
OPMERKING
Als u de reservekopie/het herstelde logboek wilt weergeven, klikt u op [Settings/Registration] → [Data Management] → [Back Up/Restore Log].
Als u een versleutelde reservekopie wilt herstellen, voert u hetzelfde wachtwoord in dat is gebruikt voor het maken van de reservekopie.
Afhankelijk van de instellingen van de machine kan de reservekopie niet altijd volledig worden hersteld, of worden sommige documenten soms automatisch afgedrukt.
Herstel wordt uitgevoerd nadat alle gegevens die zijn opgeslagen in de machine, of documenten die worden verzonden, ontvangen of opgeslagen, zijn gewist.
6Y5H-16W