Uitvoerpapier met verschillende breedten uitlijnen

U kunt selecteren om het uitvoerpapier uit te lijnen op de papierbreedte wanneer papier met diverse breedten wordt gebruikt voor afdrukken. Als u [Uitlijning gebr. vr uitvoerpap (versch. brdte)] instelt op [Aan], onderbreekt de machine de afdrukopdracht automatisch wanneer papier met diverse breedten wordt uitgevoerd zodat u het uitvoerpapier kunt verwijderen.
Deze modus kan worden ingesteld wanneer de Finisher-AN of Saddle Finisher-AN is aangesloten. (Raadpleeg "Finisher-AN/Saddle Finisher-AN/Puncher Unit-BS/Puncher Unit-BT/Puncher Unit-BU".)
BELANGRIJK
Als u papier gebruikt dat kleiner is dan STMTR, kan het uitvoerpapier niet worden uitgelijnd.

1.
Druk op .
2.
Druk op [Functie-instellingen] → [Algemeen] → [Instellingen Papieruitvoer].
3.
Druk op [Uitlijning gebr. vr uitvoerpap (versch. brdte)].
4.
Selecteer [Aan] of [Uit] → druk op [OK].
Onderstaand treft u een uitleg van deze items aan:
[Aan]:
Het uitvoerpapier wordt uitgelijnd op papierbreedte bij het afdrukken van papier met diverse breedten. (Wanneer diverse papierformaten samen worden afgedrukt, worden de beschikbare uitvoerbestemmingen automatisch geselecteerd.)
[Uit]:
Het uitvoerpapier wordt niet uitgelijnd op papierbreedte bij het afdrukken van papier met verschillende breedten.
OPMERKING
Wanneer [Uitlijning gebr. vr uitvoerpap (versch. brdte)] is ingesteld op [Aan], stopt het afdrukken tijdelijk als alle beschikbare opvangbladen hun stapellimiet hebben bereikt. Als u het uitgevoerde papier uit de bladen haalt, bewegen de bladen omhoog en wordt het afdrukken hervat.
Zelfs wanneer [Uitlijning gebr. vr uitvoerpap (versch. brdte)] is ingesteld op [Uit], kunt u uitvoerpapier uitlijnen als u papier met dezelfde breedte gebruikt.
6Y5H-07A