Kleurtint aanpassen (alleen de C5800-serie)
U kunt de automatische aanpassing gebruiken als de kleur van het afdrukresultaat substantieel afwijkt van de kleur van het originele document wanneer u een afbeelding kopieert of afdrukt.
|
Als u deze bewerking uitvoert op een locatie waar de omgeving (temperatuur en vochtigheid) sterk verandert, kan de kleur variëren.
|
1
Druk op

(Instellingen/Registratie)

<Aanpassen/Onderhoud>

<Aanpassen beeldkwaliteit>

<Kleurtooninstellingen auto. corr.>.
2
Druk op <Autom. kleurcorrectie>

<Ja>.
Als u geen automatische gradatieaanpassing (volledige aanpassing) hebt uitgevoerd, drukt u op <Nee> om dit uit te voeren.
3
Druk op <Start correctie>.
Als u kleurenaanpassing wilt uitvoeren op basis van een aanpassing die van tevoren als standaard is geregistreerd, selecteert u de aanpassingsstandaard in <Wijzig corr.- patroon>.
4
Selecteer de papierbron en druk op <OK>

<Start afdrukken>.
Een proefpagina wordt afgedrukt.
5
Plaats de proefpagina op de glasplaat.
Plaats de testpagina zoals aangegeven door de instructies op het scherm.
6
Druk op <Start scannen>.
De machine begint met het scannen van de proefpagina.
Een kleurenaanpassingsstandaard maken
U kunt een aanpassingsstandaard naar wens maken. Er kunnen maximaal vier aanpassingsstandaarden worden geregistreerd.
1
Druk op

(Instellingen/Registratie)

<Aanpassen/Onderhoud>

<Aanpassen beeldkwaliteit>

<Kleurtooninstellingen auto. corr.>.
2
Druk op <Correctiepatroon opslaan>

<Ja>.
Als u geen automatische gradatieaanpassing (volledige aanpassing) hebt uitgevoerd, drukt u op <Nee> om dit uit te voeren.
3
Selecteer de bestemming om de nieuwe aanpassingsstandaard te registreren

druk op <Volgende>.
4
Selecteer het papier, druk op <Volgende>

selecteer de papierbron en druk op <OK>.
5
Druk op <Start afdrukken>.
Een proefpagina wordt afgedrukt.
6
Plaats de proefpagina op de glasplaat.
Plaats de testpagina zoals aangegeven door de instructies op het scherm.
7
Druk op <Start scannen>.
De machine begint met het scannen van de proefpagina.