Het rasterpatroon instellen

Rasteren is een techniek voor het reproduceren van kleuren en densiteit via groepen kleine stipjes. De brongegevens voor het tekenen van deze stippen wordt een rasterpatroon genoemd. Als u een rasterpatroon gebruikt dat geschikt is voor de af te drukken afbeelding, kunnen de gradaties en golven van de afgedrukte afbeelding mooier worden gereproduceerd.
1
Druk op  (Instellingen/Registratie)  <Aanpassen/Onderhoud> <Aanpassen beeldkwaliteit> <Instellingen ditherpatroon>.
2
Selecteer het rasterpatroon.
C5800-serie
<Patroon 1>: De standaard instelling.
<Patroon 2>: Deze instelling verbetert de reproductie van randgebieden van de afgedrukte afbeelding.
<Patroon 3>: Deze instelling is ideaal voor het reproduceren van fijn gedetailleerde kleurenafbeeldingen.
<Patroon 4>: Deze instelling verbetert de reproductie van highlightgebieden in kleurenafbeeldingen.
C3800-serie
<Patroon 1>: De standaard instelling.
<Patroon 2>: Deze instelling verbetert de reproductie van highlightgebieden in zwart-witafbeeldingen.
<Patroon 3>: Deze instelling verbetert de reproductie van halftonen in kleurenafbeeldingen.
<Patroon 4>: Deze instelling verbetert de reproductie van randgebieden van de afgedrukte afbeelding.
3
Druk op <OK>.
4
Druk op <Ja> en voer automatisch gradatieaanpassing (volledige aanpassing) uit.
Aangezien dit tot een slechte kleurbalans kan leiden, moet u automatische gradatieaanpassing (volledige aanpassing) uitvoeren na het wijzigen van de instellingen. Gradatie aanpassen
8CE8-0W2