Gradatie aanpassen

Als de reproduceerbaarheid van de kleurgradatie zodanig is afgenomen dat de gradatie in de afgedrukte of gekopieerde afbeelding duidelijk verschilt van de afdrukgegevens of het origineel, kan gradatieaanpassing het probleem mogelijk verbeteren. Er zijn twee typen aanpassingen: Volledige aanpassing en Snelle aanpassing.
Aanpassingen worden mogelijk niet goed uitgevoerd als er onvoldoende toner is.
Voor C3800-serie
Als de machine functioneert zonder dat <Volledige aanpassing> of <Snelle aanpassing> eenmaal is uitgevoerd, kan het even duren voordat het eerste vel wordt afgedrukt nadat de machine is opgestart.

Volledige aanpassing

Corrigeer de gradatie van een afbeelding nauwkeurig en optimaliseer de reproduceerbaarheid tijdens het afdrukken. Geoptimaliseerde gegevens zullen worden bewaard tot de volgende nauwkeurige correctie.
U kunt de volgende papierformaten/-typen gebruiken.
C5800-serie
Formaat: A3, A4, 11" x 17", LTR
Type: Normaal 1 tot 3, Dik 1 tot 7
C3800-serie
Formaat: A3, A4, 11" x 17", LTR
Type: Dun 1 tot 2, Normaal 1 tot 3, Gerecycled 1 tot 3, Dik 1 tot 7
Als de kleuren in de afgedrukte afbeelding verschillen van het origineel (alleen de C3800-serie)
Pas in de onderstaande stappen de gradatie aan volgens het papier en de gebruikte afdrukinstellingen.
Afdrukken op dik papier
1. Gebruik dun, normaal of gerecycled papier en pas aan met <Dun/Norm./Gerecycl.>.
2. Gebruik dik papier en pas aan met <Dik>.
Als beide van toepassing zijn:
Superfijn printen op dun, normaal of gerecycled papier
Als <Priorit. Snelheid/Beeldkw. voor Superfijn (1200 dpi)> is ingesteld op <Kwaliteitprioriteit> <Priorit. Snelheid/Beeldkw. voor Superfijn (1200 dpi)> (alleen de C3800-serie)
1. Gebruik dun, normaal of gerecycled papier en pas aan met <Dun/Norm./Gerecycl.>.
2. Gebruik dun, normaal of gerecycled papier en pas aan met <Dun/Norm./Gerecycl.(1200dpi)>.
1
Druk op  (Instellingen/Registratie)  <Aanpassen/Onderhoud> <Aanpassen beeldkwaliteit> <Autom. gradatieaanpassing>.
2
Selecteer het papier dat u wilt aanpassen en druk op <Volledige aanpassing>.
De instellingen voor aanpassing wijzigen
U kunt de instellingen voor aanpassing wijzigen, zoals of de invoer tijdens volledige aanpassing wordt gebruikt. De instellingen voor aanpassing wijzigen
Voor C5800-serie
Als u <Eenvoudig> hebt geselecteerd in <Aanpassingsniveau>, is het niet nodig om het papier te selecteren. Aanpassing wordt toegepast op alle typen papier.
Voor C3800-serie
<Dun/Norm./Gerecycl.(1200dpi)> kan alleen worden geselecteerd als <Priorit. Snelheid/Beeldkw. voor Superfijn (1200 dpi)> is ingesteld op <Kwaliteitprioriteit>. <Priorit. Snelheid/Beeldkw. voor Superfijn (1200 dpi)> (alleen de C3800-serie)
3
Selecteer de papierbron waarin het papier dat bij stap 2 is geselecteerd, is geplaatst, en druk op <OK>.
4
Druk op <Start afdrukken>.
Een proefpagina wordt afgedrukt.
5
Scan de proefpagina.
Als de papierbron die is geselecteerd in stap 3 een van de onderstaande typen papier bevat, gebruikt u de glasplaat voor het scannen, zelfs wanneer <Gebruik Aanvoer voor Volledige aanpassing> is ingeschakeld.
C5800-serie: Dik 6, Dik 7
C3800-serie: Dun 1, Dun 2, Dik 6, Dik 7
Scannen met behulp van de invoer
Scannen met behulp van de glasplaat

Snelle aanpassing

Met deze aanpassing wordt de geoptimaliseerde status behouden die werd verkregen met <Volledige aanpassing>. Als het resultaat van deze aanpassing niet naar tevredenheid was, voert u <Volledige aanpassing> uit.

C5800-serie

1
Druk op  (Instellingen/Registratie)  <Aanpassen/Onderhoud> <Aanpassen beeldkwaliteit> <Autom. gradatieaanpassing>.
2
Selecteer het papier dat u wilt aanpassen en druk op <Snelle aanpassing>.
Als u <Eenvoudig> hebt geselecteerd in <Aanpassingsniveau>, is het niet nodig om het papier te selecteren. Aanpassing wordt toegepast op alle typen papier.
3
Druk op <Start>.

C3800-serie

1
Druk op  (Instellingen/Registratie)  <Aanpassen/Onderhoud> <Aanpassen beeldkwaliteit> <Autom. gradatieaanpassing>.
2
<Dun/Norm./Gerecycl.>  Druk op <Snelle aanpassing>.
De aanpassing wordt toegepast op alle typen papier.
3
Druk op <Start>.

De instellingen voor aanpassing wijzigen

U kunt de instellingen voor aanpassing wijzigen, zoals of de invoer wordt gebruikt tijdens volledige aanpassing.
 (Instellingen/Registratie)  <Aanpassen/Onderhoud>  <Aanpassen beeldkwaliteit>  <Autom. gradatieaanpassing>
8CE8-0US