Verplaatsen/dupliceren van een bestand (alleen de C5800-serie)

U kunt documenten die in de tijdelijke opslagruimte (postvak) zijn opgeslagen, naar de opslaglocatie voor de wachtstand verplaatsen of kopiëren. U kunt, bijvoorbeeld, het gescande document dat is opgeslagen in het postvak, gebruiken nadat u het hebt verplaatst/gekopieerd.
U kunt geen bestanden in de Fax/I-faxpostbus, de Geavanceerde ruimte, de Geavanceerde ruimte van een andere imageRUNNER ADVANCE-machine in het netwerk of geheugenmedia verplaatsen of dupliceren naar de wachtrij.

Een bestand verplaatsen/dupliceren van een postvak naar de wachtrij

1
Druk op <Toegang opgeslagen bestanden>. Het scherm <Home>
2
Druk op <Postbus>.
3
Selecteer een postvak en vervolgens bestanden. Bestanden in het postvak bewerken
4
Druk op <Bewerk bestand> <Verplaatsen/Dupliceren> <Wachtstand>.
Bij kopiëren in plaats van verplaatsen drukt u op <Dupliceer bestanden>.
5
Druk op <Verpl./Dupl. starten>.
Het document is vanaf het postvak naar de opslaglocatie voor de wachtstand verplaatst/gekopieerd. U kunt het gebruiken als een afdrukopdracht voor de wachtstand.

Een bestand verplaatsen/dupliceren van de wachtrij naar een postvak

1
Druk op <Wachtstand>. Het scherm <Home>
2
Selecteer het document.
3
Druk op <Details/Bewerken>  <Verpl./Duplic. naar postvak>.
4
Selecteer de postvak  druk op <Dupliceren> of <Verplaatsen>.
Het bestand in de wachtrij wordt verplaatst/gedupliceerd naar de postvak en kan worden gebruikt als een postvakbestand.
Als de opdracht niet naar de geselecteerde postvak kan worden verplaatst of gedupliceerd, blijft deze in de oorspronkelijke wachtrij.
Als tijdens het verplaatsen of dupliceren van meerdere opdrachten een storing optreedt, dan verschijnt op het scherm het aantal opdrachten dat succesvol is verplaatst of gedupliceerd.
De naam van de verplaatste of gedupliceerde opdracht blijft gelijk aan dat van de originele opdracht. De datum/tijd wordt bijgewerkt naar de tijd waarop de opdracht is verplaatst of gedupliceerd.
Afhankelijk van de opdracht van het printerstuurprogramma kunnen sommige opdrachten niet worden verplaatst naar de postvak.
Als de hoofdschakelaar van het bedieningspaneel wordt uitgeschakeld terwijl opdrachten worden verplaatst of gedupliceerd, dan zullen alleen de opdrachten die tot het moment van uitschakelen zijn verwerkt met succes worden verplaatst of gedupliceerd.
Het bestand kan zonder de afdrukinstellingen niet worden verplaatst of gekopieerd.
U kunt een bestand dat in het postvak is bewerkt, mogelijk niet verplaatsen/kopiëren.
8CE8-09Y