Basishandelingen

U kunt de stroomtoevoer uitschakelen om stroom te besparen, om het apparaat te reinigen, en om het apparaat opnieuw op te starten om de instellingen toe te passen.
U kunt het apparaat in de slaapstand zetten om het stroomverbruik te verlagen.
Het apparaat AAN en UIT zetten
Het stroomverbruik verminderen (slaapstand)

Met behulp van het bedieningspaneel kunt u scannen, kopiëren, en andere functies toepassen, en instellingen van het apparaat kiezen.
Het bedieningspaneel gebruiken

Leg originelen op de glasplaat of in de documentinvoer om te scannen, te kopiëren, of om een fax te verzenden.
Afhankelijk van uw toepassing plaatst u print- en afdrukpapier in de papierlade of in de multifunctionele lade.
Originelen plaatsen
Papier laden

Registreer bestemmingen voor het toesturen en opslaan van gescande gegevens, in het adresboek van het apparaat.
Naast het opgeven van bestemmingen uit het adresboek kunt u ze ook direct opslaan, het Opdrachtlogboek voor Verzenden gebruiken, en andere methoden toepassen om ze op te geven.
Bestemmingen registreren (adresboek)
Bestemmingen opgeven

Als u gegevens uitwisselt tussen een USB-geheugenapparaat en het apparaat, ga dan correct met het apparaat om, om apparaat-schade en fouten te vermijden.
Een USB-geheugenapparaat plaatsen en verwijderen

U kunt veelgebruikte instellingen voor iedere functie registreren, en de instellingen veranderen om het apparaat eenvoudiger en gemakkelijker te kunnen gebruiken.
Veelgebruikte instellingen opslaan
Het volume aanpassen (voor modellen met een faxfunctie)
Het volume aanpassen (voor modellen zonder een faxfunctie)