[Bestanden gebruiken]

Geef de instellingen op voor gebruik van een USB-geheugenapparaat.
* Waarden in rode tekst zijn de standaard instellingen voor ieder onderdeel.

[Algemene instellingen]

[Menu]

[Functie-instellingen]

[Bestanden gebruiken]

Geef de instellingen op voor Afdrukken vanuit geheugenmedia.
[Algemene instellingen]

[Instellingen geheugenmedia]

[Menu]

[Functie-instellingen]

[Bestanden gebruiken]

Geef de functies op die kunnen worden gebruikt als een USB-geheugenstaafje in het apparaat is geplaatst.

Om toe te staan dat gegevens op een USB-geheugenstaafje worden afgedrukt, stelt u [Gebruik afdrukfunctie] in op [Aan].

Om het afdrukken van gegevens uit een USB-geheugenaparaat te beperken, stelt u [Gebruik afdrukfunctie] in op [Uit]. Gebruik van geheugenmedia vermijden bij het afdrukken

[Gebruik afdrukfunctie]

[Uit]

[Aan]

[Scherm bij verb. geh.media]

[Menu]

[Functie-instellingen]

[Bestanden gebruiken]

Kies de instellingen om het bedieningsscherm (Afdrukken vanuit geheugenmedia) weer te geven wanneer een USB-geheugenapparaat in het apparaat wordt geplaatst.

[Uit]

[Aan]