Het scherm [Start] aanpassen

U kunt veelgebruikte functies snel kiezen vanuit het scherm [Start] van het bedieningspaneel.

De knoppen herschikken (Model aanraakscherm)

U kunt de knoppen herschikken op het scherm [Start].
1
Druk op het bedieningspaneel op [Startinst.] op het scherm [Start]. Scherm [Start]
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u ID en pincode van de systeembeheerder in, en drukt u op [Aanmelden]. Aanmelden bij het apparaat
2
Druk op [Stel weergavevolgorde in].
3
Selecteer de knop die u wilt verplaatsen.
Het huidig geselecteerde onderdeel is omgekeerd.
4
Druk op [Vorige] of [Volgende] om de knop te verplaatsen.
5
Druk op [Toepassen].
De locatie van de knoppen op het scherm [Start] is veranderd.

Een spatie invoeren (Model aanraakscherm)

U kunt een spatie tussen knoppen invoegen.
1
Druk op het bedieningspaneel op [Startinst.] op het scherm [Start]. Scherm [Start]
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u ID en pincode van de systeembeheerder in, en drukt u op [Aanmelden]. Aanmelden bij het apparaat
2
Druk op [Invoegen en lege wissen]
3
Selecteer een toets waarvoor u een spatie wilt invoegen en druk op [Invoegen].
4
Druk op [Toepassen].
Er wordt een spatie ingevoegd vlak vóór de geselecteerde knop.
Wanneer u de ingevoegde spatie wilt verwijderen, selecteert u de spatie en drukt u op [Verwijd.]  [Toepassen].

De weergavevolgorde van de onderdelen wijzigen (LCD-model met 5 regels)

Herschik de onderdelen op het scherm [Start], zodat u veelgebruikte onderdelen sneller kunt bedienen.
1
Selecteer [Weerg.volg. (Start)] op het [Start]-scherm van het bedieningspaneel   .
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u de huidige ID en pincode van de systeembeheerder in, selecteert u [<Inloggen>] en drukt u op . Aanmelden bij het apparaat
2
Gebruik of om het onderdeel te selecteren dat u wilt verplaatsen en druk dan op .
3
Gebruik of om het onderdeel te verplaatsen en druk dan op .
4
Druk op .
De weergave-volgorde van de artikelen op het scherm [Start] is veranderd.
93YA-02K