In de volgende gevallen is het mogelijk dat u het beeld niet nauwkeurig genoeg kunt aanpassen met de automatische aanpassingsfunctie. Als u vellen papier gebruikt die niet goed zijn afgesneden Als u papier invoert of schakelt tussen papierladen tijdens het afdrukproces De Sensoreenheid kan mogelijk geen markeringen detecteren op gekleurd papier, doorschijnende film, etiketpapier, voorgeperforeerd papier, papier waarop al logo's of patronen zijn afgedrukt (voorbedrukt papier) of lange vellen. De vellen papier in het papiermagazijn kunnen krimpen of uitrekken als gevolg van veranderingen in temperatuur en vochtigheid. Als u een taak moet afdrukken met automatische aanpassing van de beeldpositie, raden we u aan dit zo snel mogelijk te doen voordat de voorwaarden voor de eerste aanpassing veranderen. Wanneer u automatische aanpassing uitvoert door markeringen in het margegebied af te drukken, worden de markeringen mogelijk niet gedetecteerd als de afbeeldingen te dichtbij zijn. Zorg ervoor dat er een tussenruimte van ongeveer 1 mm breed is. |
Voordat u een opdracht afdrukt met automatische aanpassing van de beeldpositie, raden wij u aan om Automatisch aanpassen van de beeldpositie (optioneel) uit te voeren. We raden aan om één papiermagazijn te gebruiken voor opdrachten met automatische aanpassing. Als u de procedure voor automatische aanpassing van de afbeeldingspositie uitvoert met het aangepaste papiertype, worden de aanpassingsinstellingen opgeslagen nadat de opdracht is afgedrukt. |
De Sensoreenheid kan mogelijk geen vlakken detecteren op gekleurd papier, doorschijnende film, etiketpapier, voorgeperforeerd papier, papier waarop al logo's of patronen zijn afgedrukt (voorbedrukt papier) of lange vellen. Het is mogelijk dat u de kleuren niet kunt aanpassen met de automatische aanpassingsfunctie als het etiketpapier, voorgeperforeerd papier, papier waarop al logo's of patronen zijn afgedrukt (voorbedrukt papier), transparant papier, papier met watermerk, lange vellen of andere soorten vellen papier vuil zijn of grote hoeveelheden papierstof afgeven. De automatische kleuraanpassingsfunctie kan kleurschommelingen niet effectief voorkomen. Gebruik deze functie voor continu afdrukken met hetzelfde type media (dezelfde afwerking, hetzelfde basisgewicht en hetzelfde formaat) en met het gespecificeerde minimum aantal vellen. Aanpassing door vlakken in het margegebied af te drukken: 500 vellen of meer Aanpassing door aanpassingspagina's in te voegen: 1000 vellen of meer Wanneer u automatische aanpassing uitvoert door vlakken in het margegebied af te drukken, worden de vlakken mogelijk niet gedetecteerd als de afbeeldingen te dichtbij zijn. Zorg ervoor dat er een tussenruimte van ongeveer 1 mm breed is. |
Voordat u begint met afdrukken met de automatische kleuraanpassingsfunctie, raden we aan om de automatische gradatie-aanpassing uit te voeren. Bij het uitvoeren van automatische kleuraanpassing met nieuw papier, raden we aan een testpagina af te drukken voordat u het eindproduct afdrukt. |
Gebruik deze functie niet met papier waarop al logo's of patronen zijn afgedrukt (voorbedrukt papier) of als de papiervellen vuil zijn. U moet voldoende vellen papier aan het papiermagazijn toevoegen om de aanpassingspagina's af te drukken. Als er een papierstoring optreedt tijdens een opdracht met automatische aanpassing worden de aanpassingspagina's mogelijk niet afgedrukt. |
Automatische aanpassing wordt niet uitgevoerd voor opdrachten die u start door de lopende opdracht te onderbreken. Dergelijke opdrachten starten mogelijk niet binnen de door u ingestelde onderbrekingsintervallen. Houd er rekening mee dat de intervalinstelling slechts een schatting is. De onderbrekingscorrectiefunctie vermindert de fluctuaties binnen opdrachten met grote aantallen vellen. Als u prioriteit wilt geven aan nauwkeurigheid door de onderbrekingsintervallen aan te passen, verhoog dan de onderbrekingsfrequentie. Dat vereist echter ook meer aanpassingspagina's en dus een lagere productiviteit. De aanpassing is mogelijk niet zo effectief voor opdrachten waarbij meerdere papiersoorten tegelijkertijd worden gebruikt. Als u een opdracht met automatische kleuraanpassing start, wordt er vóór het gespecificeerde onderbrekingsinterval een standaardtestpagina afgedrukt om het aanpassingsproces uit te voeren. |
Vlakken en markeringen worden afgedrukt op delen van uw afbeeldingen. Gebruik deze functie niet wanneer u afdrukt met een doordruk kleiner dan de volgende afmetingen. Automatisch aanpassen van de afbeeldingspositie: 9,21 mm of meer langs de voorrand en 9,5 mm of meer langs de horizontale lengte Automatisch kleur aanpassen: 8,5 mm of meer langs de voorrand* * Papier met 327,8 mm of meer langs de voorrand vereist een marge van minstens 9,7 mm. Automatische aanpassing wordt uitgevoerd op basis van de kenmerken van het bedrukte papier dat is gescand door de Sensoreenheid. Als u daarom overschakelt naar een ander papiermagazijn, er meer papier aan toevoegt of andere wijzigingen aanbrengt in de papierstapel wordt de aanpassing op basis van de kenmerken van het nieuwe papier niet onmiddellijk van kracht. |