Er verschijnen strepen

Los de problemen op door onderstaande reeks te controleren:

Stap 1: Het papier controleren

Gebruikt u geschikt papier?
Controleer of het papier binnen het apparaat bruikbaar is. Zo niet, vervang het dan door bruikbaar papier.
Geschikt papier
Papier laden

Stap 2: De glasplaat controleren

Is de glasplaat verontreinigd?
Reinig de glasplaat, documentinvoer en onderkant van de glasplaatdeksel als ze vuil zijn.
De glasplaat reinigen
De documentinvoer reinigen

Stap 3: De tonercartridge controleren

Controleer hoeveel toner er nog in de tonercartridge zit.
Als er nog maar weinig toner in de tonercartridges zit, vervang dan de tonercartridge.
De resterende hoeveelheid verbruiksartikelen controleren
De tonercassette vervangen
* Afhankelijk van de gebruiksconditie van het apparaat kan de feitelijke hoeveelheid resterende toner minder zijn dan is aangegeven of kunnen de onderdelen slechter worden.

Stap 4: de gebruiksomgeving van het apparaat controleren

Gebruikt u het apparaat in een omgeving met plotselinge temperatuurveranderingen?
Plotselinge temperatuurveranderingen kunnen leiden tot condens, en dat kan leiden tot fletse of vage afbeeldingen en tekst. Als u het apparaat in deze omstandigheden blijft gebruiken, kan dit leiden tot papierstoringen, afdrukdefecten, fouten of andere problemen. Laat het apparaat minimaal 2 uur ongebruikt in de ruimte staan om geleidelijk te wennen aan de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid.
Bevindt het apparaat zich op een locatie met een sterke luchtstroom, zoals van een airconditioner?
Dan moet u richting en volume van de luchtstroom aanpassen.
Mocht dat niet helpen: als u [Invoermethode papier schakelen] instelt op [Prioriteit afdrukzijde] wordt het probleem misschien kleiner.
Model aanraakscherm
[Start] op het bedieningspaneel [Menu] [Functie-instellingen] [Algemeen] [Instellingen papierinvoer] [Invoermethode papier schakelen]  [Lade 1]  [Prioriteit afdrukzijde]
vijfregelig LCD-model
[Start] op het bedieningspaneel [Menu]    [Functie-instellingen]    [Algemeen]    [Instellingen papierinvoer]    [Invoermethode papier schakelen]    [Lade 1]  [Prioriteit afdrukzijde]  
* Als u [Prioriteit afdrukzijde] kiest, wordt de afdruksnelheid voor enkelzijdig afdrukken lager.
Probeer de modus uitvoeraanpassing
Als u [Modus Uitvoeraanpassing] instelt op [Aan], wordt het probleem mogelijk opgelost.
Model aanraakscherm
[Start] op het bedieningspaneel [Menu] [Functie-instellingen] [Printer] [Printerinstellingen] [Afdrukkwaliteit]  [Modus Uitvoeraanpassing]  [Aan]
vijfregelig LCD-model
[Start] op het bedieningspaneel [Menu]   [Functie-instellingen]   [Printer]    [Printerinstellingen]  [Afdrukkwaliteit]   [Modus Uitvoeraanpassing]    [Aan]
* Als u [Aan] kiest, kan de afdruksnelheid lager worden.

Stap 5: De onderhoudsstatus controleren

Hebt u de fixeereenheid gereinigd?
Deze symptomen kunnen optreden als de fixeereenheid vuil is. Reinig in dat geval de fixeereenheid. De fixeereenheid reinigen
9758-0A8