
op het scherm [Start] en andere locaties drukt. Met behulp van dit scherm controleert u de informatie van het apparaat, gebruik en logboeken, netwerkinstellingen, en foutinformatie. Scherm [Statusmonitor]
op het scherm [Start] drukt. Met behulp van dit scherm kiest u de verschillende instellingen van het apparaat. 
Schermvoorbeeld: Als er een fout optreedt ![]() |
Als er een melding op het scherm wordt weergegeven Als een lang bericht niet in één keer kan worden weergegeven, wordt het misschien opgedeeld in kleinere segmenten, en in wisseling worden weergegeven. ![]() |
![]() |
Een andere schermweergave kiezenU kunt het scherm van het bedieningspaneel veranderen: bijvoorbeeld andere schermtaal en eenheden kiezen, en berichten weergeven / verbergen. [Weergave-instellingen] U kunt schermkleuren omkeren en het contrast aanpassen zodat u makkelijker naar het scherm kijkt. [Toegankelijkheid] De instellingen automatisch wissenStandaard worden, als er gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen worden verricht, de op het scherm gekozen instellingen gewist, en verschijnt het scherm [Start]. U kunt zelf een periode kiezen waarna de instellingen worden gewist. [Automatische resettijd] |