Herstarten van de machine
Als u wijzigingen aanbrengt in de instellingen van de machine, moet u de machine mogelijk opnieuw opstarten om de wijzigingen toe te passen, afhankelijk van de instelling.
Als u de instellingen wijzigt met het bedieningspaneel of met UI op afstand, kunt u de machine opnieuw opstarten met de hoofdschakelaar.
Met het herstarten van het apparaat gaan de gegevens in de afdrukwachtrij verloren.
Als u de instellingen wijzigt met het bedieningspaneel of met UI op afstand, kunt u de machine opnieuw opstarten met de hoofdschakelaar.
Met het herstarten van het apparaat gaan de gegevens in de afdrukwachtrij verloren.
|
De volgende gegevens worden niet verwijderd, maar blijven opgeslagen, ook als u het apparaat opnieuw opstart:
Ontvangen gegevens die in het geheugen worden opgeslagen
Gegevens die in de wacht staan om te worden verzonden
Rapporten die automatisch moeten worden afgedrukt nadat gegevens zijn verzonden of ontvangen
|
1
Open de klep van de hoofdschakelaar en druk op de hoofdschakelaar in de richting van "
".
".
Het scherm gaat uit en de stroom wordt uitgeschakeld.
Het kan enkele minuten duren voordat de voeding wordt uitgeschakeld. Wacht tot het apparaat geheel is uitgeschakeld en trek dan pas de stekker eruit.
Zorg dat het aan/uit-lampje is gedoofd.
Het kan enkele minuten duren voordat de voeding wordt uitgeschakeld. Wacht tot het apparaat geheel is uitgeschakeld en trek dan pas de stekker eruit.
Zorg dat het aan/uit-lampje is gedoofd.
2
Wacht minstens 10 seconden nadat u de stroomtoevoer UIT hebt gezet voordat u op de hoofdschakelaar drukt.
Het apparaat start op.