Een proxy gebruiken

Als u een proxyserver gebruikt om verbinding te maken met een netwerk, maakt dat niet alleen het communicatiebeheer gemakkelijker, maar het verhindert ook onbevoegde toegang en versterkt antivirusbeveiliging voor grotere veiligheid.
Configureer deze instellingen met behulp van UI op afstand vanaf een computer. U kunt de instellingen niet configureren via het bedieningspaneel.
Beheerdersrechten zijn vereist.
Vereiste voorbereidingen
Bereid adres, poortnummer en verificatie-informatie van de proxyserver voor.
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de UI op afstand. De UI op afstand starten
2
Klik op de Portal-pagina van UI op afstand op [Instellingen/registratie]. Portalpagina van UI op afstand
3
Klik op [Netwerkinstellingen] [Proxy-instellingen] [Bewerken].
Het scherm [Proxy-instellingen bewerken] wordt weergegeven.
4
Schakel het selectievakje [Gebruik proxy] in.
5
Voer adres en poortnummer van de proxyserver in.
In [Adres HTTP-proxyserver] voert u IP-adres en hostnaam in.
In [Poortnummer HTTP-proxyserver] voert u het poortnummer in.
6
Stel toepassingsbereik en verificatie-informatie in, naargelang uw gebruiksomgeving.
Als u een proxyserver gebruikt die ook is gespecificeerd voor communicatie met apparaten in hetzelfde domein
Schakel het selectievakje [Gebruik proxy binnen zelfde domein] in.
Als verificatie is vereist voor verbinding met een proxyserver
Schakel het selectievakje [Gebruik proxy-authenticatie] en voer de gebruikersnaam in die moet worden gebruikt voor verificatie.
Gebruik single-byte alfanumerieke tekens. Om een wachtwoord in te stellen dat wordt gebruikt voor verificatie, schakelt u het selectievakje [Wachtwoord instellen/wijzigen] in en voert u het wachtwoord in. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
7
Klik op [OK].
De instellingen worden toegepast.
8
Uitloggen van UI op afstand.
98R5-07L