[Speciale verwerking]

Gebruik een serie activiteiten om problemen op te lossen die optreden vanwege factoren zoals papiersoort, het gebruikte materiaal, of zijn conditie.
* Waarden in rode tekst zijn de standaardinstellingen voor ieder onderdeel.

[Verwerking van speciaal papier]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Geef speciale bewerking voor het papier in de volgende situaties op:
Als u speciaal papier gebruikt
Om op de achterzijde van bedrukt papier af te drukken
Voor papier met ruw oppervlak
Als de flap aan de envelop plakt
Als het papier krult tijdens het afdrukken
[Handm. achterk. afdr. (alleen 2-zijdig)]
[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking] [Verwerking van speciaal papier]
Als u papier gebruikt waarop al is afgedrukt is, kunnen er tonervegen en -spatten op de achterzijde verschijnen. Als dat het geval is, kan het instellen van [Aan] voor de betreffende papierbron de afdrukresultaten verbeteren.
* Als hier [Aan] is ingesteld en er enige tijd is verstreken sinds de voorkant van het papier werd bedrukt of bij bepaalde vochtigheid van de afdrukomgeving, kunnen verandering van de afdrukkwaliteit of papierstoringen optreden.
[Multifunctionele lade]
[Uit]
[Aan]
[Lade 1]
[Uit]
[Aan]
[Lade 2]*1
[Uit]
[Aan]
*1Verschijnt niet bij sommige modellen, geïnstalleerde opties en andere instellingen.

[Overdrachtaanpassingsmodus]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
De afdruk kan verslechterd zijn of er kunnen ongelijke densiteiten zijn.
Als de afdruk wordt uitgevoerd maar de toner niet volledig is gefixeerd, selecteert u [Modus 4] en [Modus 5], in deze volgorde.
Als u wilt afdrukken op vochtig papier, selecteert u [Modus 2] en [Modus 3], in deze volgorde.
[Modus 1]
[Modus 2]
[Modus 3]
[Modus 4]
[Modus 5]

[Krullen vochtig papier corrigeren]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Als u afdrukt op vochtig papier, kan ee papierstoring optreden of kan het uitgevoerde papier opgekruld zijn. Deze instelling kan de situatie verbeteren.
* Als u [Modus 3] kiest, kan dit de afdruksnelheid verminderen.
[Uit]
[Modus 1]
[Modus 2]
[Modus 3]

[Preventiemodus Wazig beeld]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Er kunnen ongelijkmatige afbeeldingen op het afgedrukte papier verschijnen. In dat geval kan [Modus 1] betere afdrukresultaten geven. Indien dit het probleem niet verhelpt, selecteert u achtereenvolgens [Modus 2] en [Modus 3].
[Uit]
[Modus 1]
[Modus 2]
[Modus 3]

[Prior. voor hogedrukrol voor fixering]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Als u afdrukt op groot formaat papier na afdrukken op klein formaat papier, kan het lang duren voordat op het grote formaat wordt afgedrukt.
Voor een optimale afdruksnelheid kiest u [Productiviteit-prioriteit 1] en [Productiviteit-prioriteit 2] in deze volgorde.
Voor prioritering van de afdrukkwaliteit geeft u [Prioriteit beeldkwaliteit] op.
[Productiviteit-prioriteit 1]
[Productiviteit-prioriteit 2]
[Prioriteit beeldkwaliteit]

[Corr. papiergeleiding (dun/vochtig)]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Papierstoringen treden vaak op bij het afdrukken op dun of vochtig papier. Als u dit instelt op [Aan], kan dat papierstoringen verminderen.
[Uit]
[Aan]
98R5-09X