Voor het uitvoeren van kleurkalibratie is de optionele [Inline-spectrofotometer-A] voor elk type papier vereist. Wanneer u voor elk papiertype een kalibratie uitvoert, worden de gradatie-instellingen automatisch aangepast aan de instellingen die vooraf voor dat papiertype zijn gedefinieerd. Door deze functie wordt de stabiliteit van de gradatie verbeterd. Als de gradatie of de kleur na kalibratie voor elk papiertype niet bevredigend is, voert u aanvullende aanpassingen uit, zoals het uitvoeren van <Kleurbalans> vanuit <Aanpassen/Onderhoud> <Aanpassen beeldkwaliteit>. |
U kunt de volgende typen papier gebruiken. Zorg ervoor dat er papier van de volgende formaten in een papierbron is geplaatst voordat u aan de slag gaat. Papierformaat: A3, 11" x 17", 320 x 450 mm (SRA3), 12" x 18", of 13" x 19" Afwerking en basisgewicht: Normaal 1 tot 3, Dik 1 tot 6, 1-zijdig gecoat dun 3 tot 6, 2-zijdig gecoat dun 3 tot 6, Mat gecoat dun 3 tot 6 Er zijn zes papiertypen beschikbaar. Gebruik papier waarop u wilt afdrukken en voer een kalibratie uit voor elk papiertype. -1 Normaal/Overige (52 tot 220 g/m2), 2 Normaal/Overige (221 tot 350 g/m2), 3 1-zijdig gecoat/2-zijdig gecoat (70 tot 180 g/m2), 4 1-zijdig gecoat/2-zijdig gecoat (181 tot 350 g/m2), 5 Mat gecoat (70 tot 180 g/m2), 6 Mat gecoat (181 tot 350 g/m2) Druk af op het papier waarmee u de kalibratie hebt uitgevoerd. Als u op een ander type papier afdrukt, worden de gekalibreerde gradatie-instellingen mogelijk niet correct op het afgedrukte papier toegepast. Deze functie is niet beschikbaar als de imagePRESS-server is aangesloten. Deze functie is niet beschikbaar als de optionele [Inline-spectrofotometer-A] niet aanwezig is. |
1 | Selecteer een papiertype waarvoor u de oorspronkelijke kleurkalibratie-instellingen wilt herstellen. |
2 | Druk op <Herstel initiële inst. voor geselec. papiertype>. |
3 | Druk op <Ja> op het bevestigingsscherm. |
1 | Druk op <Herstel initiële inst. voor alle papiertypen>. |
2 | Druk op <Ja> op het bevestigingsscherm. |