Documenten voor de wachtstand vanaf een computer verzenden

Om een document met gebruik van de wachtstand af te drukken, moet u het document als een afdrukopdracht voor de wachtstand vanaf het geïnstalleerde stuurprogramma op de computer verzenden.
U kunt documenten die in de tijdelijke opslagruimte (postvak) van de machine zijn opgeslagen, naar de opslaglocatie voor de wachtstand verplaatsen. Verplaatsen/Dupliceren van een bestand
1
Open een document en geef het afdrukscherm weer.
Voor informatie over het weergeven van het afdrukscherm raadpleegt u de Help van elke toepassing.
2
Selecteer de machine en klik op [Details] of [Eigenschappen].
3
Selecteer [Bewaren] uit [Uitvoermodus] en klik op [Ja].
4
Stel [Naam van te bewaren gegevens] in en klik op [OK].
Als u de gegevens onder de bestandsnaam die op de computer wordt gebruikt, wilt bijhouden, selecteert u [Bestandnaam gebruiken]. Om de bestandsnaam te wijzigen, selecteert u [Naam invoeren] en voert u een bestandsnaam in bij het tekstvak [Naam].
5
Wijzig zo nodig de afdrukinstellingen en klik op [OK].
6
Klik op [Afdrukken] of [OK].
Het document is naar de opslaglocatie voor de wachtstand verzonden.
1
Open een document en geef het afdrukscherm weer.
Voor informatie over het weergeven van het afdrukscherm raadpleegt u de Help van elke toepassing.
2
Selecteer het apparaat.
3
Geef zo nodig de afdrukinstellingen op en klik op [OK].
4
Selecteer [In wachtrij] in [Taakverwerking] van het deelvenster [Speciale functies].
5
Klik op [Druk af].
6
Klik op [OK].
Het document is naar de opslaglocatie voor de wachtstand verzonden.
AK8H-0F9