<Instellingen TX fax op afstand>

Geef de instellingen op de clientmachine op voor de functie Fax op afstand.


Voor informatie over de items ("A", "B", "C" en "Nee") in de kolom "Alles importeren-functie" raadpleegt u Alles importeren-functie.

<Serveradres fax op afstand>

(Instellingen/Registratie)

<Functie-instellingen>

Geef het IP-adres of de hostnaam van externe-faxservermachine op.

Item	Beschrijving van de instelling	DeviceAdmin	Netwerkbeheerder	Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand	Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar	Alles importeren-functie	Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Serveradres fax op afstand>	Het IP-adres of de hostnaam opgeven	Ja	Ja	Ja	Nee	C	Settings/Registration Basic Information

<TX timeout>

(Instellingen/Registratie)

<Functie-instellingen>

Als de externe faxserver niet reageert gedurende de tijd die is ingesteld voor de TX-time-out, wordt de externe faxopdracht geannuleerd.

Item	Beschrijving van de instelling	DeviceAdmin	Netwerkbeheerder	Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand	Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar	Alles importeren-functie	Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<TX timeout>	1 tot 24 tot 99 hour (in stappen van één uur)	Ja	Ja	Ja	Ja	C	Settings/Registration Basic Information

<Aantal TX-lijnen>

(Instellingen/Registratie)

<Functie-instellingen>

U kunt het aantal lijnen instellen dat u kunt selecteren bij verzending van externe faxen. Stel het aantal lijnen in op hetzelfde aantal telefoonlijnen dat is verbonden met de externe-faxserver.

Item	Beschrijving van de instelling	DeviceAdmin	Netwerkbeheerder	Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand	Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar	Alles importeren-functie	Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Aantal TX-lijnen>	1 tot 4 lijnen	Ja	Ja	Ja	Nee	C	Settings/Registration Basic Information

<Selecteer prioriteitlijn>

(Instellingen/Registratie)

<Functie-instellingen>

U kunt de lijn die u wilt gebruiken, opgeven voor het verzenden van externe faxen.

Item	Beschrijving van de instelling	DeviceAdmin	Netwerkbeheerder	Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand	Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar	Alles importeren-functie	Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Selecteer prioriteitlijn>	<Auto>, <Lijn 1> tot <Lijn n>*1, <Prioriteit TX>, <Verbied TX>	Ja	Ja	Ja	Nee	C	Settings/Registration Basic Information

*1 Wordt weergegeven op basis van het aantal lijnen dat is ingesteld in <Aantal TX-lijnen>.

<IP Fax gebruiken>

(Instellingen/Registratie)

<Functie-instellingen>

U kunt aangeven of IP-faxen moeten worden gebruikt.

Item	Beschrijving van de instelling	DeviceAdmin	Netwerkbeheerder	Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand	Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar	Alles importeren-functie	Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<IP Fax gebruiken>	<Aan>, <Uit>	Ja	Ja	Ja	Nee	C	Settings/Registration Basic Information

<Instellingen IP-faxcommunicatiemodus>

(Instellingen/Registratie)

<Functie-instellingen>

U kunt de communicatiemodus die u wilt gebruiken, opgeven voor het verzenden van IP-faxen.

Item	Beschrijving van de instelling	DeviceAdmin	Netwerkbeheerder	Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand	Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar	Alles importeren-functie	Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Instellingen IP-faxcommunicatiemodus>	<Intranet gebruiken>: <Aan>, <Uit> <VoIP-gateway gebruiken>: <Aan>, <Uit>	Ja	Ja	Ja	Nee	C	Settings/Registration Basic Information