<Netwerkinstellingen>

Geef de netwerkinstellingen op die worden gebruikt bij het opslaan van gescande originelen of het gebruik van de opgeslagen bestanden.


Voor informatie over de items ("A", "B", "C" en "Nee") in de kolom "Alles importeren-functie" raadpleegt u Alles importeren-functie.

<Instellingen netwerkplaats>

(Instellingen/Registratie)

<Functie-instellingen>

U kunt de Geavanceerde ruimte van een andere machine uit de imageRUNNER ADVANCE-serie of een Windows-server als een externe verwijzing opslaan. Verbinding maken met andere apparaten

Item	Beschrijving van de instelling	DeviceAdmin	Netwerkbeheerder	Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand	Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar	Alles importeren-functie	Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Instellingen netwerkplaats>	<Registreren> (<Naam>, <Protocol>, <Locatie>), <Bewerken> (<Naam>, <Protocol>, <Locatie>), <Details>, <Verwijderen>	Ja	Ja	Ja	Nee	C	Settings/Registration Basic Information

<Protocol voor externe verwijzing>

(Instellingen/Registratie)

<Functie-instellingen>

U kunt het protocol selecteren dat moet worden gebruikt als toegang wordt verkregen tot de Geavanceerde ruimte van een andere machine uit de imageRUNNER ADVANCE-serie of een Windows-server die extern wordt geopend. Verbinding maken met andere apparaten

Item	Beschrijving van de instelling	DeviceAdmin	Netwerkbeheerder	Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand	Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar	Alles importeren-functie	Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Protocol voor externe verwijzing>	<SMB>: <Aan>, <Uit> <WebDAV>: <Aan>, <Uit>	Ja	Ja	Ja	Nee	C	Settings/Registration Basic Information

<Bevestig TLS-certificaat voor netwerktoegang>

(Instellingen/Registratie)

<Functie-instellingen>

U kunt controleren of het TLS-servercertificaat geldig is wanneer u de Geavanceerde ruimte opent van een andere machine uit de imageRUNNER ADVANCE-serie of een Windows-server. U kunt de geldigheid van het certificaat en de betrouwbaarheid van de certificaatketen controleren, en de CN (algemene naam) bevestigen. Verbinding maken met andere apparaten

Item	Beschrijving van de instelling	DeviceAdmin	Netwerkbeheerder	Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand	Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar	Alles importeren-functie	Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Bevestig TLS-certificaat voor netwerktoegang>	<Aan>, <Uit>	Nee	Nee	Ja	Nee	C	Settings/Registration Basic Information
<Bevestig TLS-certificaat voor netwerktoegang>	Wanneer <Aan> is geselecteerd: <Voeg items toe om te contr>: <CN>: <Aan>, <Uit>	Nee	Nee	Ja	Nee	C	Settings/Registration Basic Information

<Specificatiemethode persoonlijke map>

(Instellingen/Registratie)

<Functie-instellingen>

Een persoonlijke map is een individuele map die kan worden gebruikt door de gebruiker die is aangemeld via persoonlijk authenticatiebeheer. Gedeelde mappen en bestandsservers kunnen worden aangeduid en gebruikt als een persoonlijke map. Persoonlijke mappen configureren

Item	Beschrijving van de instelling	DeviceAdmin	Netwerkbeheerder	Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand	Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar	Alles importeren-functie	Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Specificatiemethode persoonlijke map>	<Startmap>, <Registreren voor elke gebruiker>, <Loginserver gebruiken>	Nee	Nee	Ja	Nee	C	Settings/Registration Basic Information
	Wanneer <Startmap> is geselecteerd: <Instellen>, <Gebruik verif. gegev. elke. gebr.>
	<Instellen>: <Protocol>(<Windows (SMB)>, <WebDAV>), <Hostnaam>, <Mappad>
	Wanneer <Loginserver gebruiken> is geselecteerd: <Gebruik verif. gegev. elke. gebr.>


Een persoonlijke map is een map die wordt gedeeld door de volgende schermen. <Scannen en verzenden> <Netwerk> in <Scannen en opslaan> <Netwerk> in <Toegang opgeslagen bestanden>