Gradatie aanpassen

Als de reproduceerbaarheid van de kleurgradatie zodanig is afgenomen dat de gradatie in de afgedrukte of gekopieerde afbeelding duidelijk verschilt van de afdrukgegevens of het origineel, kan gradatieaanpassing het probleem mogelijk verbeteren. Er zijn twee typen aanpassingen: Volledige aanpassing en Snelle aanpassing.
Aanpassingen worden mogelijk niet goed uitgevoerd als er onvoldoende toner is.
Als de machine functioneert zonder dat <Volledige aanpassing> of <Snelle aanpassing> eenmaal is uitgevoerd, kan het even duren voordat het eerste vel wordt afgedrukt nadat de machine is opgestart.

Volledige aanpassing

Corrigeer de gradatie van een afbeelding nauwkeurig en optimaliseer de reproduceerbaarheid tijdens het afdrukken. Geoptimaliseerde gegevens zullen worden bewaard tot de volgende nauwkeurige correctie.
U kunt de volgende papierformaten/-typen gebruiken.
Formaat: A3, A4, 11x17, LTR
Type: Dun, Normaal, Gerecycled, Dik
Als de afgedrukte kleurtinten verschillen van de kleurtinten van de afdrukgegevens
Afhankelijk van het papier dat moet worden gebruikt voor afdrukken en de afdrukinstellingen, voert u de correctie als volgt uit.
Als u wilt afdrukken op normaal papier, voert u de correctie uit met <Dun/Norm./Gerecycl.>*1.
Als u wilt afdrukken op dik papier, voert u eerst de correctie uit met <Dun/Norm./Gerecycl.>*1 en vervolgens met <Dik>*2.
Als u wilt afdrukken op normaal papier met de functie Superfijn, voert u eerst de correctie uit met <Dun/Norm./Gerecycl.>*1 en vervolgens met <Voor printer 1200 dpi>*1.
Als u wilt afdrukken op normaal papier met de functie Superfijn, voert u eerst de correctie uit met <Dun/Norm./Gerecycl.>*1 en vervolgens met <Voor printer 1200 dpi>*2.
*1 Voer de correctie uit met normaal papier.
*2 Voer de correctie uit met dik papier.
1
Druk op  (Inst./Registrern)  <Aanpassen/Onderhoud>  <Aanpassen beeldkwaliteit>  <Autom. gradatieaanpassing>.
2
Selecteer het type aanpassing en druk op <Volledige aanpassing>.
3
Selecteer de papierbron en druk op <OK>.
4
Druk op <Start afdrukken>.
Een proefpagina wordt afgedrukt.
5
Scan de proefpagina.
1
Plaats de proefpagina op de glasplaat.
Plaats de testpagina zoals aangegeven door de instructies op het scherm.
2
Sluit de invoerlade en druk op <Start scannen>.
De machine begint met het scannen van de proefpagina.
3
Open de invoerlade en verwijder de testpagina.
Als een testpagina om een of andere reden niet correct wordt afgedrukt en bijzonder licht of donker wordt afgedrukt bij het uitvoeren van volledige aanpassingen, stel <Initialis. bij gebr. Voll. aanpassing> in op <Aan> en voer de volledige aanpassing opnieuw uit.

Snelle aanpassing

Met deze aanpassing wordt de geoptimaliseerde status behouden die werd verkregen met <Volledige aanpassing>. Als het resultaat van deze aanpassing niet naar tevredenheid was, voert u <Volledige aanpassing> uit.
1
Druk op  (Inst./Registrern
<Aanpassen/Onderhoud> <Aanpassen beeldkwaliteit> <Autom. gradatieaanpassing>.
2
Selecteer het papier dat u wilt aanpassen en druk op <Snelle aanpassing>.
3
Druk op <Start>.
ALK4-0LX