De te synchroniseren machines omschakelen
Dit gedeelte beschrijft de procedure voor het omschakelen van de te synchroniseren machines na het starten van de synchronisatie van aangepaste instellingen.
|
Voor meer informatie over het wijzigen van de servermachine raadpleegt u de instructiehandleiding van de machine met de serverfunctie.
|
Een clientmachine wijzigen
Volg deze procedure om een clientmachine te wijzigen in een nieuwe machine.
|
Servermachine (server/clientmachine)
|
|
|
|
|
Clientmachine
|
|
Clientmachine
|
1
Stop met de synchronisatie van [Aangepaste instellingen synchroniseren] in de Remote UI (UI op afstand) van de doelclientmachine.
Synchronisatie van instellingen starten
Als de clientmachine niet kan worden bediend, verwijdert u de doelclientmachine in [Aangepaste instellingen synchroniseren (server)]
[Apparaatgegevens bevestigen] in de Remote UI (UI op afstand) van de servermachine (server/clientmachine).
2
Configureer de synchronisatie op een nieuwe clientmachine.
Synchronisatie van instellingen starten
Als de synchronisatie niet correct is gestopt op een clientmachine of als de clientmachine niet is verwijderd in [Aangepaste instellingen synchroniseren (server)]
[Apparaatgegevens bevestigen] in de Remote UI (UI op afstand) van de servermachine (server/clientmachine), wordt deze clientmachine geteld als een machine die nog in gebruik is.