Gradatie aanpassen
0UUY-0J6 0UW1-0HR 0YRY-0HL 0X7F-0L6 0X7H-0KR 1100-0HU 0X6E-0L6 0X6W-0KR 10XJ-0HU 0X7C-0L6 0X7A-0KR 1106-0HU 0WXY-0L7 0X7E-0KR 10YY-0HU 10H3-0HR 0WR6-0LC 0WR7-0KY 108A-0HS 1116-0HS 10H4-0HR 0WR5-0LC 0WR8-0KY 0YWJ-0JK 0YWH-0KR 0YWR-0JC 0YWK-0KR 0YWE-0L6 0YWF-0KR 0YAS-0HU
Als de reproduceerbaarheid van de kleurgradatie zodanig is afgenomen dat de gradatie in de afgedrukte of gekopieerde afbeelding duidelijk verschilt van de afdrukgegevens of het origineel, kan gradatieaanpassing het probleem mogelijk verbeteren.
|
Alleen de imageRUNNER ADVANCE DX C359i / C359P / imageRUNNER ADVANCE DX C259i
Alleen de imageRUNNER ADVANCE DX C359P
|
|
Aanpassingen worden mogelijk niet goed uitgevoerd als er onvoldoende toner is.
|
Volledige aanpassing
Corrigeer de gradatie van een afbeelding nauwkeurig en optimaliseer de reproduceerbaarheid tijdens het afdrukken. Geoptimaliseerde gegevens zullen worden bewaard tot de volgende nauwkeurige correctie.
|
Alleen imageRUNNER ADVANCE DX C359P
Bekijk de volgende aanpassende gradatiemethoden.
|
|
U kunt de volgende papierformaten/-typen gebruiken.
Formaat: A4, LTR
Type: Dun 1, Normaal 1 tot 2, Gerecycled 1 tot 2
|
1
Druk op
(Instellingen/Registratie)
<Aanpassen/Onderhoud>
<Aanpassen beeldkwaliteit>
<Autom. gradatieaanpassing>
<Volledige aanpassing>.
2
Selecteer het papier en druk op <OK>.
3
Druk op <Start afdrukken>.
Een proefpagina wordt afgedrukt.
4
Plaats de proefpagina op de glasplaat.
Plaats de testpagina zoals aangegeven door de instructies op het scherm.
5
Sluit de invoerlade en druk op <Start scannen>.
De machine begint met het scannen van de proefpagina.
6
Open de invoerlade en verwijder de testpagina.
7
Herhaal stappen 3 tot 6.
Om de aanpassing af te ronden, drukt u de testpagina twee keer af en scant u ze elke keer dat ze worden afgedrukt.
Snelle aanpassing
Met deze aanpassing wordt de geoptimaliseerde status behouden die werd verkregen met <Volledige aanpassing>. Als het resultaat van deze aanpassing niet naar tevredenheid was, voert u <Volledige aanpassing> uit.
1
Druk op
(Instellingen/Registratie)
<Aanpassen/Onderhoud>
<Aanpassen beeldkwaliteit>
<Autom. gradatieaanpassing>
<Snelle aanpassing>.
2
Druk op <Start>.
Visuele aanpassing (alleen de imageRUNNER ADVANCE DX C359P)
Pas de gradatie van de afbeelding nauwkeurig aan via visuele observatie zodat het afdrukken wordt uitgevoerd met een optimale reproduceerbaarheid. De gegevens om optimale reproduceerbaarheid te garanderen, worden opgeslagen totdat de visuele aanpassing de volgende keer wordt uitgevoerd.
|
Om visuele aanpassing uit te voeren, moet u de kleurenkaart gebruiken die bij de machine wordt meegeleverd. Houd deze binnen handbereik.
|
1
Druk op
(Instellingen/Registratie)
<Aanpassen/Onderhoud>
<Aanpassen beeldkwaliteit>
<Gradatie aanpassen>
<Visueel aanpassen>.
2
Selecteer de papierbron en druk op <OK>.
3
Druk op <Start afdrukken>.
Een proefpagina wordt afgedrukt.
De testpagina verwijst naar een vel papier met vier bedrukte kleurenstrepen dat u in de volgende stappen moet gebruiken.
4
Druk op <Voer waarden in>.
5
Vergelijk de testpagina en de kleurenkaart voor kleuren en voer de waarden in.
Voorbeeld: De waarde "Hoog" voor cyaan invoeren
|
Maak een bergvouw van de testpagina langs de stippellijn voor "Hoog" en houd de testpagina op de kleurenkaart.
Plaats de testpagina op het voorbeeldblad zodat u een goede vergelijking voor de cyaantinten kunt uitvoeren.
|
|
Bepaal welke cyaantint op de kleurenkaart het beste overeenkomt met de densiteit "Hoog" van cyaan op de testpagina en identificeer de overeenkomstige waarde op de kleurenkaart.
Het is handig als u de kleurenkaartwaarde op op de testpagina schrijft.
|
|
Voer de geïdentificeerde waarde in de cel <H Densiteit (Hoog)> voor <Cyaan> op het scherm in.
Voer de kleurvergelijking ook uit voor de overige kleuren en voer de waarde in.
|
6
Druk op <Start afdrukken>.
Na de aanpassing wordt opnieuw een testpagina afgedrukt.
Als u de bewerking wilt beëindigen zonder het aanpassingsresultaat te controleren, drukt u op <Einde>.
7
Controleer het aanpassingsresultaat door de testpagina na de aanpassing en de kleurenkaart voor de kleuren te vergelijken.
Controleer of de kleuren op de testpagina na de aanpassing dezelfde zijn als de kleuren van "Hoog (3)", "Midden (8)" en "Laag (13)" op de kleurenkaart.
|
Als u de visuele aanpassing wilt uitvoeren na initialisatie van de waarden, drukt u op <Gebruik eerste instellingen> <Aan> voordat u op <Visueel aanpassen> druk in stap 1.
|
Automatische aanpassing (alleen de imageRUNNER ADVANCE DX C359P)
Voordat de visuele aanpassing de volgende keer wordt uitgevoerd, voert u een eenvoudige aanpassing uit.
1
Druk op
(Instellingen/Registratie)
<Aanpassen/Onderhoud>
<Aanpassen beeldkwaliteit>
<Gradatie aanpassen>
<Automatisch aanpassen>.
2
Druk op <Start>.