Scherm met basisfuncties voor scannen
Door op <Scannen en verzenden> (
Het scherm <Home>) te drukken, wordt het scherm met basisfuncties voor scannen weergegeven.
<Adresboek>
Hiermee kunt u een verzendbestemming en een opslaglocatie die in het adresboek is opgeslagen, opgeven.
<Sneltoets>
Hiermee kunt u een verzendbestemming en een opslaglocatie die onder snelkiestoetsen is opgeslagen, opgeven.
<Nieuwe bestemming>
Hiermee kunt u bestemmingen die niet in het adresboek of onder snelkiestoetsen zijn geregistreerd, handmatig opgeven.
<Vorige instellingen>
Druk hierop om de eerder opgegeven instellingen op te roepen.
Basisbewerkingen voor het scannen van originelen
Druk op dit pictogram om de huidige instellingen te registreren in <Favorieteninstellingen> van
en om de knop te wijzigen die wordt weergegeven in
.
<Favorieteninstellingen>
Registreer veelgebruikte scaninstellingen van tevoren hier om ze gemakkelijk op te roepen wanneer ze nodig zijn.
De machine beheren
Huidige instellingenstatus en -knoppen
Geeft de instellingenstatus, zoals de resolutie en bestandsindelingen, weer. Controleer de instellingen om goed te kunnen scannen. Om de instellingen te wijzigen, drukt u op de gewenste knop.
Basisbewerkingen voor het scannen van originelen
Functie-instellingenknoppen
Geeft de meest gebruikte knoppen weer van <Opties>. U kunt ook op
drukken om te wijzigen welke knoppen worden weergegeven.
<Opties>
Geeft alle functie-instellingenknoppen weer. Gemakshalve kunt u veelgebruikte functie-instellingenknoppen weergeven in
.
<Cc Bcc>
Hiermee kunt u e-mailbestemmingen, zoals Cc of Bcc, opgeven.
Basisbewerkingen voor het scannen van originelen
<Verw. best.>
Hiermee kunt u de opgegeven bestemming verwijderen.
<Details>
Hiermee kunt u de gedetailleerde gegevens over de opgegeven bestemming controleren.
<Aangeven bestemmingen>
Geeft de methoden voor het opgeven van bestemmingen of een lijst met opgegeven bestemmingen weer.
<Verzenden naar mijzelf>
Hiermee kunt u rechtstreeks uw eigen e-mailadres opgeven. Deze knop is alleen beschikbaar wanneer u op de machine bent aangemeld met persoonlijke-verificatiebeheer.
Gebruikers beheren
<Mobiel portaal>
Hiermee kunt u een bestemming opgeven uit het adresboek van een mobiel apparaat.
<Persoonlijke map>
Hiermee kunt u uw persoonlijke map die is geregistreerd als opslaglocatie, opgeven. Deze knop is alleen beschikbaar wanneer u op de machine bent aangemeld met persoonlijke-verificatiebeheer.
|
U kunt selecteren of u het adresboek en de snelkiestoetsen wilt verbergen om het gebruik van het adresboek te beperken. <Beperk gebruik adresboek>
Sommige functies kunnen niet in combinatie met elkaar worden gebruikt. Knoppen die niet kunnen worden geselecteerd, worden lichtgrijs weergegeven.
Boven in het scherm wordt het totaal aantal gespecificeerde bestemmingen weergegeven.
|
KOPPELINGEN