
![]() |
Als op de verpakking van het papier instructies staan over welke zijde naar boven moet zijn gericht, volg dan die instructies. Papier kan elkaar overlappen wanneer het wordt ingevoerd, of er kan een papierstoring optreden, afhankelijk van snijvlak van het papier. De afdrukstand wijzigen en het papier opnieuw plaatsen kan het effect van het snijvlak verminderen. Als het papier op is en het afdrukken wordt gestopt, plaatst u een nieuwe stapel papier. Het afdrukken wordt hervat nadat de nieuwe stapel papier is geplaatst. |



1 | Zorg dat de papierformaatinstelling van het papiermagazijn overeenkomt met het formaat papier dat in het papiermagazijn wordt geplaatst. |
2 | Plaats de papierstapel met de afdrukzijde omlaag en tegen de zijkant van het papiermagazijn. ![]() |

). Als u te veel papier plaatst, kan dit papierstoringen veroorzaken.
![]() |
Als u papier van een ander formaat en type gaat gebruikenAls u papier van een ander type in de machine plaatst, moet u de instellingen aanpassen. Als u dat niet doet, kan er niet goed worden afgedrukt. Het papierformaat en -type voor het papiermagazijn/de papierlade opgeven Als u het papierformaat wijzigt, wijzig dan zo nodig het papierformaatetiket. Het etiket met het juiste papierformaat bevestigen |
![]() |
U kunt tabbladpapier in de papierlade plaatsen. Plaatsen van tabbladpapier |

1 | Druk op het bovenste gedeelte van de linkergeleider en verschuif hem zodat die op een lijn komt met de formaatindicator voor het te plaatsen papier. |
2 | Druk op het bovenste gedeelte van de voorste geleider en verschuif hem zodat die op een lijn met de formaatindicator voor het te plaatsen papier. ![]() |




1 | Zorg dat de formaatinstelling van de papierlade overeenkomt met het formaat papier dat in de lade wordt geplaatst. |
2 | Plaats de papierstapel met de afdrukzijde omlaag en tegen de zijkant van de papierlade. ![]() |

). Als u te veel papier plaatst, kan dit papierstoringen veroorzaken.
![]() |
Als u papier van een ander formaat en type gaat gebruikenAls u papier van een ander type in de machine plaatst, moet u de instellingen aanpassen. Als u dat niet doet, kan er niet goed worden afgedrukt. Het papierformaat en -type voor het papiermagazijn/de papierlade opgeven Als u het papierformaat wijzigt, wijzig dan zo nodig het papierformaatetiket. (Het etiket met het juiste papierformaat bevestigen) Merk op dat het etiket met het papierformaat mogelijk papierformaten bevat die niet beschikbaar zijn op de machine. |







). Als u te veel papier plaatst, kan dit papierstoringen veroorzaken.

Naast de papiertafel kunt u ook tabbladpapier plaatsen in de optionele POD Deck Lite-C, Document Insertion Unit-P en Document Insertion / Folding Unit-J. POD Deck Lite-C/Paper Deck Unit-E Document Insertion Unit-P Document Insertion / Folding Unit-J |
/b_D02613_C.gif)
TIPS |
Afdrukken op de achterzijde van bedrukt papier (tweede zijde van dubbelzijdig papier) U kunt afdrukken op de achterzijde van bedrukt papier. Strijk het bedrukte papier glad en leg het in de papiertafel, met de afdrukzijde omhoog (eerder afgedrukt met de afdrukzijde omlaag). Druk vervolgens op <2de zijde van 2-zijdige pag.> op het scherm voor het selecteren van het papiertype. Gebruik alleen papier dat met deze machine is bedrukt. Transparanten plaatsen Als meerdere vellen papier worden ingevoerd of een papierstoring optreedt, plaatst u elk vel afzonderlijk. Als u transparanten achterlaat in de papierladen of in de papiertafel, kunnen de vellen aan elkaar kleven, waardoor meer vellen tegelijk worden aangevoerd of een papierstoring ontstaat. Bewaar na het afdrukken de resterende transparanten in de oorspronkelijke verpakking. Vermijd plaatsen met extreme temperatuur en luchtvochtigheid. |