Hulp bij een Cloud Mail Server met OAuth 2.0
(ver. 3.18-)Configureer de instellingen om de cloudservice van Microsoft (Microsoft Exchange Online) of Google (Google Workspace) te gebruiken in combinatie met OAuth 2.0-verificatie.
Configuratie van OAuth 2.0 (Microsoft)
Configureer deze instelling met behulp van UI op afstand vanaf een computer. U kunt de instellingen niet configureren via het bedieningspaneel. De machtigingen Administrator of NetworkAdmin zijn vereist.
1
Meld u als beheerder aan op UI op afstand.
2
Klik op de Portal-pagina van UI op afstand op [Settings/Registration].
3
Klik op [Send] 
[OAuth 2.0 (Microsoft) Settings].
[OAuth 2.0 (Microsoft) Settings].Het scherm [OAuth 2.0 (Microsoft) Settings] wordt weergegeven.
4
Klik op [Basic Settings] op [Edit].
Het scherm [Edit Basic Settings] wordt weergegeven.
5
Schakel het selectievakje [Use OAuth 2.0 (Microsoft)] in.
6
Selecteer of het certificaat moet worden geverifieerd bij met TLS versleutelde communicatie met de server.
Om het certificaat te verifiëren schakelt u het selectievakje [Verify Server Certificate] in.
Om een Common Name (CN) aan de verificatie-items toe te voegen schakelt u het selectievakje [Add CN to Verification Items] in.
7
In [Microsoft Entra ID] voert u het URL-adres van de autorisatieserver in.
https://login.microsoftonline.com/<Tenant name>/oauth2/v2.0 |
In <tenant> voert u [common], [consumers] of [organizations] in, afhankelijk van de gebruiksomgeving van de machine.
8
Klik op [OK].
Het scherm [OAuth 2.0 (Microsoft) Settings] wordt opnieuw weergegeven.
9
Wacht enkele tellen en klik dan op [
].
].
10
Controleer of [Successfully Connected] wordt weergegeven voor [Server Connection Status].
11
Klik op de link naast [Microsoft Entra ID] en autoriseer de server overeenkomstig de scherminstructies.
Volg de instructies in [Message] en voer de in [User Code] weergegeven gebruikerscode in.
Autorisatie wordt uitgevoerd binnen het in [User Code Expires In] aangegeven tijdsbestek.
12
Wacht enkele minuten en klik dan op [].
].13
Controleer of [Active] wordt weergegeven voor [Token Status].
14
Uitloggen van UI op afstand.
Configuratie van OAuth 2.0 (Google)
Configureer deze instelling met behulp van UI op afstand vanaf een computer. U kunt de instellingen niet configureren via het bedieningspaneel. De machtigingen Administrator of NetworkAdmin zijn vereist.
1
Meld u als beheerder aan op UI op afstand.
2
Klik op de Portal-pagina van UI op afstand op [Settings/Registration].
3
Klik op [Send] [OAuth 2.0 (Google) Settings].
[OAuth 2.0 (Google) Settings].Het scherm [OAuth 2.0 (Google) Settings] wordt weergegeven.
4
Klik op [Basic Settings] op [Edit].
Het scherm [Edit Basic Settings] wordt weergegeven.
5
Schakel het selectievakje [Use OAuth 2.0 (Google)] in.
6
Selecteer of het certificaat moet worden geverifieerd bij met TLS versleutelde communicatie met de server.
Om het certificaat te verifiëren schakelt u het selectievakje [Verify Server Certificate] in.
Om een Common Name (CN) aan de verificatie-items toe te voegen schakelt u het selectievakje [Add CN to Verification Items] in.
7
Voer [Client ID] en [Client Secret] in en klik op [OK].
De [OAuth 2.0 (Google) Settings] wordt opnieuw weergegeven.
Voer de client-ID en het clientgeheim van Google Workspace in. Raadpleeg de Google Workspace-website voor meer informatie.
8
Wacht enkele tellen en klik dan op [].
].
9
Klik op [Information for Authorization] op [Register].
Het scherm [Register Information for Authorization] wordt weergegeven.
10
Klik op de link naast [URL for Google Authorization Server] en autoriseer de server overeenkomstig de scherminstructies.
Voer in [Authorization Code] het gedeelte <Authorization Code> van de URL in die op het moment van de autorisatie op de foutmeldingspagina wordt weergegeven.
https://xxxxxxxxxx&code=<Authorization Code>&scope=xxxxxxxxxx |
11
Klik op [OK].
Het scherm [OAuth 2.0 (Google) Settings] wordt opnieuw weergegeven.
12
Wacht enkele minuten en klik dan op [].
].13
Controleer of [Active] wordt weergegeven voor [Token Status].
14
Uitloggen van UI op afstand.