<Functie-instellingen>
Geef de functie-instellingen op voor kopiëren, afdrukken, faxen en andere handelingen.
<Algemeen>
(Inst./Registrern)
<Functie-instellingen>
Geef instellingen op die gemeenschappelijk zijn voor alle functies zoals invoer van papier, uitvoer van papier, afdrukken, scannen en aanmaken van een bestand.
<Kopie>
(Inst./Registrern)
<Functie-instellingen>
Geef de instellingen voor de kopieerfunctie op.
<Printer>
(Inst./Registrern)
<Functie-instellingen>
Geef de instellingen voor de printerfuncties op.
<Verzenden>
(Inst./Registrern)
<Functie-instellingen>
Geef de instellingen voor de verzendfunctie op.
<Ontvangen/Doorzenden>
(Inst./Registrern)
<Functie-instellingen>
Geef de instellingen op voor de functies voor ontvangen en doorsturen.
<Opslaan/Toegang bestanden>
(Inst./Registrern)
<Functie-instellingen>
Geef de instellingen op die worden gebruikt bij het opslaan van gescande originelen of het gebruik van de opgeslagen bestanden.
<Afdrukken>
(Inst./Registrern)
<Functie-instellingen>
Geef de instellingen voor de afdrukfunctie op.