<Faxinstellingen>

Geef de instellingen voor faxverzending op.
 
Voor informatie over de items ("A", "B", "C" en "Nee") in de kolom "Importeer alles-functie" raadpleegt u Importeer alles-functie.

<Registreer favorieteninstellingen>/<Bewerken favorieteninstellingen>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt veelgebruikte instellingen opslaan onder een knop op de machine voor later gebruik bij het verzenden van een fax. U kunt ook een naam aan een knop toewijzen en een opmerking invoeren. U kunt ook de geregistreerde instellingen verwijderen of een andere naam geven. Een combinatie van veelgebruikte functies registreren
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Registreer favorieteninst.>
Bevestig instellingen
Ja
Ja
Nee
C
Favorieteninstellingen
Selecteer locatie: <M1> tot <M18>
Ja
Ja
Nee
C
Favorieteninstellingen
<Toon opmerkingen>: <Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Nee
C
Basisinformatie instellingen/registratie
<Naam>, <Opmerking>
Ja
Ja
Nee
C
Favorieteninstellingen
<Bewerken favorieteninstellingen>
Selecteer de knop: <M1> tot <M18>
Ja
Ja
Nee
C
Favorieteninstellingen
Basisinformatie instellingen/registratie
<Toon opmerkingen>: <Aan>, <Uit>
<Verwijderen>, <Controleer inhoud>, <Hernoemen>

<Weergave bevestiging voor favorieteninst.>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt selecteren of een bevestigingsscherm moet worden weergegeven wanneer "Favor.instel." worden opgeroepen.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Weergave bevestiging voor favorieteninst.>
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Nee
C
Basisinformatie instellingen/registratie

<Standaard scherm>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt het scherm opgeven dat moet worden weergegeven als er op <Fax> of  (Reset) wordt gedrukt.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Standaard scherm>
<Standaard>, <Sneltoets>, <Favorieteninstellingen>, <Adresboek>
Ja
Ja
Nee
C
Basisinformatie instellingen/registratie
*1 Geeft items aan die alleen verschijnen wanneer de juiste optionele producten beschikbaar zijn voor gebruik.

<Beperk gebruik adresboek>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt selecteren of u het adresboek en de snelkiestoetsen wilt verbergen op het scherm met basisfuncties voor faxen, enz., en of u het gebruik van het adresboek wilt beperken.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Beperk gebruik adresboek>
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Nee
C
Basisinformatie instellingen/registratie

<Wijzig standaardinstellingen>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt de instellingen wijzigen die als standaard zijn geregistreerd voor de functie <Fax>.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Wijzig standaardinstellingen>
<Registreren>, <Initialiseren>
Ja
Ja
Nee
C
Favorieteninstellingen

<Registreer sneltoetsen opties>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt modi registreren in de sneltoetsen die worden getoond op het <Fax>-scherm.Het scherm met basisfuncties aanpassen
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Registreer sneltoetsen opties>
<Snelkoppeling 1>:
<Densiteit>, Elke modus, <Niet-toegewezen>
Ja
Ja
Nee
C
Favorieteninstellingen
<Snelkoppeling 2>:
<Type origineel>, Elke modus, <Niet-toegewezen>
<Snelkoppeling 3>:
<2-zijdig orig. instellingen>, Elke modus, <Niet-toegewezen>
<Snelkoppeling 4>:
<Voorbeeld>, Elke modus, <Niet-toegewezen>

<Registreer naam van afzender (TTI)>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt namen als namen van afzenders registreren, zoals de werkgroep- of afdelingsnaam, of de naam van een persoon, en u kunt geregistreerde namen bewerken/verwijderen. De opgeslagen naam wordt op papier afgedrukt bij de ontvanger als de gegevens van de afzender bij het verzenden van een fax.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Registreer naam van afzender (TTI)>
<Registreer/Bewerken>, <Verwijderen>
Ja
Ja
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
U kunt maximaal 99 namen van afzenders opslaan (01 tot 99).

<Gebruik verificatie gebruikersnaam als afzender>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
Als u zich aanmeldt met persoonlijke-verificatiebeheer, verschijnt de aanmeldingsnaam bij <100> in het scherm <Naam van afzender (TTI)>. Als <Aan> is geselecteerd, wordt de aanmeldingsnaam bij <100> gebruikt als de standaardinstelling voor de naam van de afzender.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Gebruik verificatie gebruikersnaam als afzender>
<Aan>, <Uit>
Ja
Nee
Nee
C
Basisinformatie instellingen/registratie
Als deze instelling op <Uit> is ingesteld, wordt de aanmeldingsnaam bij <0> gebruikt als de standaardinstelling voor de naam van de afzender. Voor instructies over het opslaan van een gebruikersnaam raadpleegt u Faxlijninstellingen.

<Handset van haak alarm>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
Als de optionele handset na het verzenden of ontvangen van een fax niet correct in de machine wordt teruggeplaatst, krijgt de gebruiker een alarmmelding.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Handset van haak alarm>*1
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
*1 Geeft items aan die alleen kunnen worden geselecteerd wanneer de optionele handset op de machine is aangesloten.

<ECM TX>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt instellen of u ECM wilt gebruiken in het protocol voor faxverzendingen. ECM controleert op fouten in faxgegevens en corrigeert deze.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<ECM TX>
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
Als de communicatiesnelheid erg laag lijkt, kunt u de snelheid wellicht verhogen door die op <Uit> in te stellen.
Zelfs als u ECM instelt, kunnen soms storingen optreden als gevolg van een slechte telefoonverbinding.
De voorwaarden voor succesvolle ECM-verzending worden hieronder aangegeven.
ECM-verzending is ingeschakeld met deze instelling
De bestemming ondersteunt ECM
<ECM TX> is ingesteld op <Aan> bij het registreren van het bestemmingsadres in het adresboek Bestemmingen registreren in het adresboek

<Stel pauzeduur in>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt het aantal seconden instellen om te pauzeren bij het verzenden van faxen. Soms kan internationale communicatie niet tot stand komen wanneer u de code voor internationaal bellen, de landcode en het telefoonnummer van de andere partij achter elkaar kiest. In deze gevallen helpt het invoegen van een pauze na het internationale toegangsnummer bij het maken van de verbinding.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Stel pauzeduur in>
1 tot 4 tot 15 sec.
Ja
Ja
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
Pauzes aan het einde van een faxnummer duren altijd 10 seconden.

<Automatische nummerherhaling>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
Automatische nummerherhaling stelt de machine in staat het faxnummer van de andere partij opnieuw te kiezen als deze partij niet kan worden bereikt omdat de lijn bezet is of omdat een verzendfout is opgetreden. Als u deze instelling inschakelt, kunt u instellen hoeveel pogingen de machine zal doen, wat het interval tussen de herhalingen is en of het document opnieuw moet worden verzonden als een fout is opgetreden.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Automatische nummerherhaling>*1
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
<Stel details in>:
<Aantal x opnieuw bellen>: 1 tot 2 tot 10 keer
<Num.herh. interval>: 2 tot 99 minuten
<Num. herhaling bij TX fout>: <Fout en 1ste pagina>, <Alle pagina's>, <Uit>
*1 Geeft items aan die wellicht niet worden getoond op het scherm Instellingen/Registratie of die wellicht een andere standaardinstelling hebben. Dit kan per land verschillen.

<Controleer kiestoon voor verzending>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
Als u een fax vanaf uw machine verzendt terwijl tegelijkertijd een ander faxapparaat (van een andere bedrijf dan Canon) u een faxbericht probeert toe te zenden, kan uw fax worden omgeleid naar dat faxapparaat in plaats van naar de bestemming die u bedoelde. Als u deze instelling inschakelt, kunt u dit soort verzendproblemen voorkomen.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Controleer kiestoon voor verzending>*1
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
*1 Geeft items aan die wellicht niet worden getoond op het scherm Instellingen/Registratie of die wellicht een andere standaardinstelling hebben. Dit kan per land verschillen.

<Fax TX-resultaatrapport>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
Een faxverzendrapport is een rapport waarmee u kunt controleren of faxen goed naar hun opgegeven bestemmingen zijn verzonden. U kunt de machine zo instellen dat die dit rapport automatisch afdrukt nadat documenten zijn verzonden, of alleen wanneer een verzendfout is opgetreden. U kunt ook de instelling opgeven om het eerste gedeelte van het document af te drukken als gedeelte van het rapport om u te herinneren aan de inhoud van het document. TX-resultatenrapport faxen
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Fax TX-resultaatrapport>
<Alleen bij fout>, <Aan>, <Uit>
Ja
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
Wanneer <Alleen bij fout> is geselecteerd:
<Rapport met TX afb.>: <Aan>, <Uit>
Wanneer <Aan> is geselecteerd:
<Rapport met TX afb.>: <Aan>, <Uit>

<Fax activit.rapport>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt logboeken voor het verzenden/ontvangen van faxdocumenten afdrukken of verzenden als een rapport. U kunt de machine zo instellen dat dit rapport wordt afgedrukt wanneer een bepaald aantal communicaties (40 tot 1.000) is bereikt of op een bepaald tijdstip. De rapporten voor verzenden/ontvangen kunnen eveneens afzonderlijk worden afgedrukt of verzonden. Faxactiviteitenrapport
Wanneer het rapport wordt verzonden als gegevens, wordt het verzonden in de CSV-bestandsindeling.
 
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Fax activiteitenrapport>
<Afdr./verz. elk opgegeven aantal verzend.>: <Afdrukken>, <Verzenden>, <Uit>
Ja
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
Aantal transmissies: 40 tot 1000
<Op opgegeven tijd afdr./verz.>: <Afdrukken>, <Verzenden>, <Uit>
Aangeven afdruktijdstip: 00:00 tot 23:59
<Verzend-/ontvangstopdr. apart afdrukken>: Aan, Uit
<Bestemming>

<Stel lijn in>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
Geef de faxlijninstellingen op.

<TX startsnelheid>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt de startsnelheid van verzenden wijzigen. Deze instelling is handig wanneer er problemen zijn bij het opstarten van de verzending van een document vanwege een slechte lijn.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<TX startsnelheid>
<33600 bps>, <14400 bps>, <9600 bps>, <7200 bps>, <4800 bps>, <2400 bps>
Ja
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
Als de verzending van uw document traag op gang komt, kan dit betekenen dat de telefoonlijnen in uw district in slechte staat zijn. Selecteer een lagere snelheid. U kunt <33600 bps>, <14400 bps>, <9600 bps>, <7200 bps>, <4800 bps> of <2400 bps> selecteren.
Zet <Autom. comm.snelheid aanpassen bij gebruik VoIP> op <Aan> om faxen nauwkeuriger te verzenden en te ontvangen wanneer de lijn of een andere partij gevoelig is voor fouten. De communicatiesnelheid is beperkt tot <14400 bps> of langzamer, waardoor fouten worden verminderd. Als <Autom. comm.snelheid aanpassen bij gebruik VoIP> is ingesteld op <Off>, keert de snelheid terug naar de waarde die wordt weergegeven in <TX startsnelheid>.

<R-toets instelling>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
Als het apparaat via een telefooncentrale met het netwerk is verbonden, moet de toegangsmethode worden ingesteld. U kunt het type telefooncentrale instellen op <Prefix> of <Verbreken>. Als u het nummer voor het kiezen van een buitenlijn toewijst aan de R-toets, kunt u eenvoudig een buitenlijn kiezen.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<R-toets instelling>
<PSTN>, <PBX>
Wanneer <PBX> is geselecteerd:
<Prefix> (max. 20 cijfers), <Verbreken>
Ja
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie

<Bevestig ingevoerde faxnummer>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
Om te voorkomen dat een fax naar een verkeerde bestemming wordt verzonden, kunt u aangeven of een invoerbevestigingsscherm moet worden weergegeven bij het invoeren van een faxnummer.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Bevestig ingevoerde faxnummer>
<Aan>, <Uit>
Ja
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie

<Toestaan Fax stuurprogramma TX>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt aangeven of faxen vanaf een computer is toegestaan.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Toestaan Fax stuurprogramma TX>
<Aan>, <Uit>
Ja
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie

<Controleer vr verzending wnnr faxbest. is opgegeven>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt aangeven of een bestemmingenbevestigingsscherm moet worden weergegeven bij het verzenden naar bestemmingen met faxen. Hiermee voorkomt u dat een fax naar een verkeerde bestemming wordt verzonden.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Controleer vr verzending wnnr faxbest. is opgegeven>
<Aan>, <Uit>
Nee
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
Wanneer <Aan> is geselecteerd:
<Alleen voor groepsverz.>, <Alle>

<Beperk groepsverz. als faxbestemming is opgegeven>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt aangeven of verzenden naar meerdere bestemmingen met faxen tegelijkertijd moet worden beperkt.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Beperk groepsverz. als faxbestemming is opgegeven>
<Aan>, <Uit>
Nee
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie

<Instellingen Fax op afstand>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
Geef de instellingen op de servermachine op voor de functie Fax op afstand.

<Autom. comm.snelheid aanpassen bij gebruik VoIP>

 (Inst./Registrern)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Faxinstellingen>
U kunt faxen nauwkeuriger verzenden en ontvangen wanneer de lijn of een andere partij gevoelig is voor fouten.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Autom. comm.snelheid aanpassen bij gebruik VoIP>
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
Als u dit instelt op <Aan>, wordt de communicatiesnelheid beperkt tot <14400 bps> of langzamer in de volgende instellingen, waardoor fouten worden verminderd. Als u dit instelt op <Off> keren de snelheden keren terug naar hun oorspronkelijke waarden.
 <Verzendsnelheid> voor bestemmingen geregistreerd in het adresboek en snelkiestoetsen Bestemmingen registreren in het adresboek
 De verzendsnelheid ingesteld in <TX startsnelheid> <TX startsnelheid>
 De ontvangstsnelheid ingesteld in <RX startsnelheid> <RX startsnelheid>
9XUS-0J5