Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Instellingen Systeemverificatie> | <Systeem verifiëren bij opstarten>: <Aan>, <Uit> | Nee | Nee | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Trellix Embedded Control>: <Aan>, <Uit> | Nee | Nee | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
Met <Systeem verifiëren bij opstarten> wordt de machine opnieuw gestart wanneer u de instelling wijzigt van <Uit> <Aan> of wanneer u op <OK> drukt zonder de instelling te wijzigen van <Aan>. Om de instelling <Aan> te behouden zonder de machine opnieuw te starten, drukt u op <Nee> in het bevestigingsscherm en drukt u vervolgens op <Annuleren> in het scherm <Instellingen Systeemverificatie>. |
Als <Systeem verifiëren bij opstarten> is ingesteld op <Aan>Het opstarten kan langer duren wanneer dit is ingesteld op <Uit> omdat een systeemverificatie wordt uitgevoerd. De volgende gebeurtenissen en resultaten worden opgeslagen in het apparaatbeheerlogboek. De logboeken beheren
Als een foutcode op het scherm wordt weergegeven wanneer u de machine inschakelt, neemt u contact op met uw dealer of verkoper. Als <Trellix Embedded Control> is ingesteld op <Aan>Het duurt enkele minuten voordat de machine wordt opgestart nadat u deze instelling voor de eerste keer hebt opgegeven. <Syst.verificatie- monitor> verschijnt in het scherm <Home> en u kunt het monitorlogboek controleren om te zien of er een onbevoegde bewerking is geweest. |
Als een van de beveiligingsbeleidsinstellingen van de machine <Aanbevolen veiligheidsinstellingen gebruiksomgeving> niet worden gebruikt. |
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Aanbevolen veiligheidsinstellingen gebruiksomgeving> | <Instellingen voor gebruiksomgeving>: <1. Intranet- en internetverbinding> <2. Directe internetverbinding> <3. Internetverbinding verboden> <4. Privaat (thuis) netwerk> <5. Openbaar netwerk> <6. Omgeving met hoog vertrouwelijke info.> <Controleer aanbeveling> <Wissen> <Gew.inst. printen> <Instellingen voor beveiligingsmeldingen>: <Als aanbevolen gebruiksomgeving bijgewerkt is>: <Aan>, <Uit> <Bij detectie van probleeem met internetbeveiliging>: <Aan>, <Uit> <Als encryptiemeth. kwetsbaar is gevonden voor gesel. draadl. LAN>: <Aan>, <Uit> | Nee | Nee | Ja | Nee | - |
Als u de machine wijzigt naar de aanbevolen beveiligingsinstellingen voor elk type, zijn gewenste functies mogelijk niet meer beschikbaar of treden andere problemen op. In dit geval kunt u de wijzigingen ongedaan maken en de vorige beveiligingsinstellingen terugzetten. Als u handmatig instellingen hebt gewijzigd die zijn gewijzigd met <Aanbevolen veiligheidsinstellingen gebruiksomgeving>, blijven deze wijzigingen niet behouden. De machine keert terug naar de status voordat <Aanbevolen veiligheidsinstellingen gebruiksomgeving> werd uitgevoerd. U kunt op <Gew.inst. printen> drukken om de waarden van de gewijzigde instellingen te controleren. |