<Authentificatiebeheer>

Geef de instellingen voor het beheren van de gebruikers van de machine op met behulp van de verificatietoepassing.
 
Voor informatie over de items ("A", "B", "C" en "Nee") in de kolom "Importeer alles-functie" raadpleegt u Importeer alles-functie.

<Wijzig wachtwoord>

 (Inst./Registrern)  <Beheerinstellingen>  <Gebruikersbeheer>  <Authentificatiebeheer>
De gebruikers die in de machine zijn geregistreerd, mogen hun eigen wachtwoord wijzigen.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Wijzig wachtwoord>
(maximaal 32 tekens)
Ja
Ja
Ja
C
Authenticatiebeheer gebruiker
Dit item verschijnt alleen wanneer gebruikersverificatie wordt gebruikt en wanneer een gebruiker is aangemeld met andere bevoegdheden dan Beheerder.
Als de gebruiker is aangemeld met beheerdersbevoegdheden, wijzigt dit item het wachtwoord in <Auth.gebr. registreren/bewerken>.

<Auth.gebr. registreren/bewerken>

 (Inst./Registrern)  <Beheerinstellingen>  <Gebruikersbeheer>  <Authentificatiebeheer>
Selecteer registratie van gebruikers in de machine en het opgeven van de gebruikersgegevens, zoals het wachtwoord en het bevoegdheidsniveau. Gebruikersgegevens op het lokale apparaat registreren
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Auth.gebr. registreren/bewerken>
<Registreren>, <Details/Bewerken>, <Verwijderen>
Nee
Nee
Ja
C
Authenticatiebeheer gebruiker

<Gebruik gebruikersveri.>

 (Inst./Registrern)  <Beheerinstellingen>  <Gebruikersbeheer>  <Authentificatiebeheer>
Geef aan of de functie persoonlijke-verificatiebeheer moet worden ingeschakeld. U kunt ook aangeven welke aanmeldingsmethode voor gebruikersverificatie moet worden gebruikt. De aanmeldingsmethodes van gebruikers en verificatieapparaten configureren
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Gebruik gebruikersveri.>
<Aan>, <Uit>
Wanneer <Aan> is geselecteerd:
<Verificatie via toetsenbord>: <Aan>, <Uit>
Nee
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie

<Verificatie via toetsenbord>

 (Inst./Registrern)  <Beheerinstellingen>  <Gebruikersbeheer>  <Authentificatiebeheer>
Geef de toetsenbordverificatie-instellingen op.

<Weergave-instel. aanm.scherm>

 (Inst./Registrern)  <Beheerinstellingen>  <Gebruikersbeheer>  <Authentificatiebeheer>
Geef op wanneer het aanmeldingsscherm moet worden weergegeven door "Wanneer u de machine gaat gebruiken" of "Nadat op een functieknop is gedrukt" te selecteren. Als "Nadat op een functieknop is gedrukt" is geselecteerd, kunt u de functies opgeven waarvoor aanmelden door gebruiker nodig is. Opgeven wanneer het aanmeldingsscherm moet worden weergegeven
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Weergave-instel. aanm.scherm>
<Weergeven bij starten app.>, <Weergeven bij selectie functie>
Nee
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
Wanneer <Weergeven bij selectie functie> is geselecteerd:
<Verificatie nodig voor>: <Functies>, <Kl.kopie/afdruk> (<Geen (geen verificatie nodig)>, <Full colour>, <Full colour/2 kleuren>, <Full colour/Twee kl./Enkelv. kleur>)
Nee
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
<Verificatie is nodig in Instellingen/Registratie voor>*1: <Alle items>, <Alleen beheerdersitem>
Nee
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
*1 Geeft items aan die alleen worden weergegeven als ACCESS MANAGEMENT SYSTEM is ingeschakeld.
Als u deze instelling wijzigt, wordt <Beperk toegang taken andere gebr.> mogelijk ingesteld op <Aan>. Voor meer informatie raadpleegt u Opgeven wanneer het aanmeldingsscherm moet worden weergegeven.

<Functies vr beperking>

 (Inst./Registrern)  <Beheerinstellingen>  <Gebruikersbeheer>  <Authentificatiebeheer>
Geef aan of het gebruik van bepaalde functies moet worden beperkt wanneer persoonlijke-verificatiebeheer is ingeschakeld. De aanmeldingsmethodes van gebruikers en verificatieapparaten configureren
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Functies vr beperking>
<Afdruk stuurprog. zonder invoegtoep. AMS-stuurprog.>: <Beperken>, <Niet beperken>
Nee
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
<Scan op afst.>: <Beperken>, <Niet beperken>
Nee
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie

<Beperk opdracht v.a extern app. znder gebruikersverif.>

 (Inst./Registrern)  <Beheerinstellingen>  <Gebruikersbeheer>  <Authentificatiebeheer>
Geef aan of persoonlijke-verificatiebeheer moet worden toegepast op afdrukken, faxen en extern scannen via een computer. Persoonlijke verificatie gebruiken voor het beheer van afdrukken/faxen/extern scannen via een computer
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Beperk opdracht v.a extern app. znder gebruikersverif.>
<Aan>, <Uit>
Nee
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie

<Standaardrol bij het opslaan van een gebruiker>

 (Inst./Registrern)  <Beheerinstellingen>  <Gebruikersbeheer>  <Authentificatiebeheer>
Selecteer de rol die moet worden toegepast op gebruikers in situaties waarin bijvoorbeeld geen bevoegdheden zijn ingesteld. De aanmeldingsmethodes van gebruikers en verificatieapparaten configureren
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Standaardrol bij het opslaan van een gebruiker>
<Administrator>, <GeneralUser>, <DeviceAdmin>, <NetworkAdmin>, <PowerUser>*1, <LimitedUser>*1
Nee
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
*1 Geeft items aan die alleen worden weergegeven als ACCESS MANAGEMENT SYSTEM is ingeschakeld.

<Id. hfd-/kl. letters vr gebr.naam>

 (Inst./Registrern)  <Beheerinstellingen>  <Gebruikersbeheer>  <Authentificatiebeheer>
Selecteer of gebruikersnamen hoofdlettergevoelig zijn.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Id. hfd-/kl. letters vr gebr.naam>
<Aan>, <Uit>
Nee
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
Het wordt aanbevolen om dit samen in te stellen met <Functie-instellingen> <Afdrukken> <Id. hfd-/kl. letters vr gebr.naam>.

<Gebruik van @ in Gebruikersnaam toestaan>

 (Inst./Registrern)  <Beheerinstellingen>  <Gebruikersbeheer>  <Authentificatiebeheer>
Selecteer of het gebruik van "@" in gebruikersnamen is toegestaan.
Item
Beschrijving instelling
DeviceAdmin
NetworkAdmin
Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld
Importeer alles-functie
Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd
<Gebruik van @ in Gebruikersnaam toestaan>
<Aan>, <Uit>
Nee
Nee
Ja
C
Basisinformatie instellingen/registratie
9XUS-0K1