<TCP/IP instellingen>
Geef de instellingen die het mogelijk maken om de machine op een TCP/IP-netwerk te gebruiken.
|
Voor informatie over de items ("A", "B", "C" en "Nee") in de kolom "Importeer alles-functie" raadpleegt u Importeer alles-functie. |
<IPv4-instellingen>
(Inst./Registrern) 
<Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef de instellingen op waarmee u de machine in een IPv4-omgeving kunt gebruiken.
<IPv6-instellingen>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef de instellingen op waarmee u de machine in een IPv6-omgeving kunt gebruiken.
<DNS instellingen>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geeft de DNS-instellingen (Domain Name System) op voor het omzetten van hostnamen (domeinnamen) naar IP-adressen.
<Instell. computernaam/werkgroepnaam>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef de naam van de machine in het netwerk op en de naam van de werkgroep waartoe deze behoort. Als uw omgeving geen werkgroepen heeft, maakt u een werkgroep in Windows en geeft u de naam van die werkgroep op.
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Instell. computernaam/werkgroepnaam> | <Computernaam> (maximaal 15 tekens): Canon****** ("******" vertegenwoordigt de laatste 6 cijfers van een MAC-adres.) | Nee | Ja | Ja | A | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Werkgroepnaam> (maximaal 15 tekens): WERKGROEP | Nee | Ja | Ja | A | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Opmerking> (maximaal 48 tekens) | Nee | Ja | Ja | A | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<NetBIOS geb>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | A | Basisinformatie instellingen/registratie |
 |
Als u <NetBIOS geb> instelt op <Uit>, wordt <WINS-instellingen> uitgeschakeld. Zorg ervoor dat u <NetBIOS geb> instelt op <Aan> wanneer u WINS gebruikt. |
<Instel. SMB-client>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef de instellingen op die moeten worden gebruikt wanneer het apparaat verbinding maakt met een netwerk als een SMB-client. SMB-instellingen doorvoeren
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Instel. SMB-client> | <Type authentificatie>: <NTLMv1>, <NTLMv2> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<SMB-handtekening voor verbinding eisen>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Versleuteling vr verbinding nodig>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Timeout>: 3 tot 30 tot 300 sec. | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Geef SMB Client-versie op>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef de versie van SMB op die met de SMB-client moet worden gebruikt. SMB-instellingen doorvoeren
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Geef SMB Client-versie op> | <1.0>: Aan, Uit | Ja | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<2.0>: Aan, Uit | Ja | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<3.0>: Aan, Uit | Ja | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<3.1>: Aan, Uit | Ja | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
|
Gebruik dezelfde versie van SMB met de SMB-server en de SMB-client. SMB kan niet worden gebruikt als de versies verschillen. |
<WINS-instellingen>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef instellingen op voor WINS (Windows Internet Name Service). WINS-instellingen doorvoeren
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<WINS-instellingen> | <WINS-resolutie>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<WINS-serveradres> (IP-adres) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
|
Als u <NetBIOS geb> instelt op <Uit> in <Instell. computernaam/werkgroepnaam>, wordt deze instelling uitgeschakeld. |
<Instellingen LPD afdruk>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef instellingen op voor LPD-afdrukken. Als u LPD-afdrukken wilt gebruiken, drukt u op <Aan> en stelt u in hoe lang het duurt totdat de opdracht automatisch wordt geannuleerd wanneer de afdrukgegevens niet kunnen worden ontvangen vanwege een communicatiefout, enz.
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Instellingen LPD afdruk> | <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<LPD bannerpagina>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<RX Timeout>: 1 tot 5 tot 60 (min.) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
|
Bannerpagina's kunnen alleen worden uitgevoerd als de PCL-printerfunctie of de PS-printerfunctie is geïnstalleerd. Systeemopties Bannerpagina's zijn ingesteld voor uitvoer door een afdrukopdracht. Ook als <LPD bannerpagina> is ingesteld op <Aan>, worden bannerpagina's niet uitgevoerd voor afdrukopdrachten die zijn ingesteld om geen bannerpagina uit te voeren. |
<Instellingen RAW afdruk>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef instellingen op voor RAW-afdrukken. Als u RAW-afdrukken wilt gebruiken, drukt u op <Aan> en stelt u in of u bidirectionele communicatie wilt gebruiken en hoe lang het duurt totdat de opdracht automatisch wordt geannuleerd wanneer de afdrukgegevens niet kunnen worden ontvangen vanwege een communicatiefout, enz.
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Instellingen RAW afdruk> | <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Tweerichtingscommunicatie>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<RX Timeout>: 1 tot 5 tot 60 (min.) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<SNTP instellingen>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef instellingen voor SNTP (Simple Network Time Protocol) op. SNTP-instellingen doorvoeren
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<SNTP instellingen> | <Gebruik SNTP>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Polling interval>: 10 tot 1440 tot 2880 min. | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<NTP-serveradres> (IP-adres of hostnaam) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Controleer NTP server> | Nee | Ja | Ja | Nee | - |
<Instellingen FTP afdruk>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef instellingen op voor FTP-afdrukken. Als u FTP-afdrukken wilt gebruiken, drukt u op <Aan> en stelt u <Gebruikersnaam> en <Wachtwoord> in zoals nodig is.
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Instellingen FTP afdruk> | <Gebruik FTP afdr.>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Gebruikersnaam>: guest | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Wachtwoord>: 7654321 | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Gebruik UTF-8 vr weergave naam FTP-afdr.taak>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef op of UTF-8 moet worden gebruikt voor het weergeven van bestandsnamen wanneer u afdrukt via FTP.
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Gebruik UTF-8 vr weergave naam FTP-afdr.taak> | <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<WSD-instellingen>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef de WSD-instellingen op.
Als u WSD (Web Service on Devices) wilt gebruiken voor de afdruktoepassing, stelt u <WSD-afdrukken gebruiken> in op <Aan>.
Als u WSD wilt gebruiken om de informatie op te halen voor de machine, stelt u <Gebruik WSD bladeren> in op <Aan>.
Als u de functie WSD-scan wilt gebruiken, stelt u <WSD-scan gebruiken> in op <Aan>. WSD gebruiken
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<WSD-instellingen> | <WSD-afdrukken gebruiken>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Gebruik WSD bladeren>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<WSD-scan gebruiken>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
|
Als u <WSD-afdrukken gebruiken> instelt op <Aan>, worden <Gebruik WSD bladeren> en <Gebruik HTTP> eveneens ingesteld op <Aan>. Als u <WSD-scan gebruiken> instelt op <Aan>, wordt <Gebruik HTTP> eveneens ingesteld op <Aan>. |
<Gebruik FTP PASV mode>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef op of u de modus FTP PASV wilt gebruiken. De PASV-modus van FTP instellen
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Gebruik FTP PASV mode> | <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Instellingen IPP afdruk>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef instellingen op voor IPP-afdrukken. Als u IPP-afdrukken wilt gebruiken, drukt u op <Aan> en stelt u in of u alleen communicatiegegevens wilt toestaan die zijn versleuteld met TLS (IPP-afdrukken) en of u IPP-verificatie wilt gebruiken.
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Instellingen IPP afdruk> | <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Toest. bij gebr. TLS>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Gebruik Authentif.>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
|
Als u dit instelt op <Aan>, wordt <Gebruik HTTP> eveneens ingesteld op <Aan>. Als u IPPS-afdrukken wilt uitvoeren, is het gebruik van een sleutelpaar vereist. U kunt een vooraf ingesteld sleutelpaar gebruiken of een origineel sleutelpaar dat door de machine wordt gegenereerd voor gebruik. Voor informatie over de te gebruiken sleutel en voor de methode om een origineel sleutelpaar te genereren, raadpleegt u Sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie genereren of Een sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie registreren. Als u <RSA> selecteert voor <Sleutelalgoritme> bij het genereren van de sleutel voor netwerkcommunicatie, stel dan een sleutellengte van <1024 bit> of langer in. IPPS-printen kan mogelijk niet correct worden uitgevoerd als een sleutellengte van <512 bit> is ingesteld, afhankelijk van het besturingssysteem dan u gebruikt. Als u de IPP-verificatie wilt gebruiken door <Gebruik Authentif.> in te stellen op <Aan>, wordt de gebruikersinformatie van de machine gebruikt als gebruiker en wachtwoord voor IPP-verificatie. Zorg ervoor dat u de gebruikersinformatie van tevoren registreert als u de IPP-verificatiefunctie gebruikt. Gebruikersgegevens op het lokale apparaat registreren |
<Instellingen Multicast Discovery>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef de multicastdetectie-instellingen op. De machine vanaf apparaatbeheersystemen controleren
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Instellingen Multicast Discovery> | <Respons>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Scope naam>: standaard | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Meldingsinstellingen sluimermodus>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef instellingen op voor multicastverzendingen van sluimermodusberichten op het netwerk.
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Meldingsinstellingen sluimermodus> | <Melden>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Poortnummer>: 1 tot 11427 tot 65535 | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Aantal routers te passeren>: 0 tot 3 tot 254 | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Meldingsinterval>: 60 tot 600 tot 65535 sec. | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
|
Deze instelling kan alleen worden opgegeven via de Remote UI (UI op afstand). |
<Gebruik HTTP>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>HTTP-instelling in- of uitschakelen.
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Gebruik HTTP> | <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
|
Door deze instelling op te geven als <Aan>, kunt u een benodigde poort openen. Het wordt echter aanbevolen om deze instelling op te geven als <Uit> als een poort niet wordt gebruikt. Als u de poort open laat, kunnen onbevoegde gebruikers mogelijk toegang verkrijgen tot de machine. |
|
Als u dit instelt op <Uit>, worden de volgende instellingen eveneens ingesteld op <Uit>. <Instellingen UI op afstand> <Instellingen IPP afdruk> <WSD-scan gebruiken> en <WSD-afdrukken gebruiken> in <WSD-instellingen> |
<TLS instellingen>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>U kunt een sleutelpaar, TLS-versie en versleutelingsalgoritme instellen voor gebruik nadat u hebt bevestigd dat een machine TLS-versleutelde communicatie gebruikt. De sleutel en het certificaat voor TLS configureren
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Sleutel en certificaat> | <Als standaardsleutel instellen> | Nee | Ja | Ja | Nee | - |
<Certificaat details> (<Versie>, <Serienummer>, <Handtekeningalgor.>, <Verstr. aan>, <Startdatum geldigheid>, <Einddatum van geldigh.>, <Uitgever>, <Publieke sleutel>, <Certificaat duimafdruk>, <Verstrekt aan(Alt. Naam)>, <Contr. certif.>) | Nee | Ja | Ja | Nee | - | |
<Weerg. gebr. locatie> (Toont waar het sleutelpaar voor wordt gebruikt) | Nee | Ja | Ja | Nee | - | |
<Geef toegestane versies op> | <Maximumversie>: <TLS 1.0>, <TLS 1.1>, <TLS 1.2>, <TLS 1.3> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Minimumversie>: <TLS 1.0>, <TLS 1.1>, <TLS 1.2>, <TLS 1.3> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Inst. Versleutelingsalgoritme> | <AES-CBC (256-bits)>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<AES-GCM (256-bits)>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<3DES-CBC>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<AES-CBC (128-bits)>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<AES-GCM (128-bits)>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<CHACHA20-POLY1305>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Instellingen Key Exchange-algor.> | <RSA>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<ECDHE>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<X25519>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Instellingen Handt.algoritme> | <RSA>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<ECDSA>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Instellingen vr HMAC-algoritm.> | <SHA1>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<SHA256>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<SHA384>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Proxy instellingen>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef instellingen op voor de proxy. Een proxy instellen
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Proxy instellingen> | <Gebruik Proxy>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Serveradres> (IP-adres of FQDN) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Poortnummer>: 1 tot 80 tot 65535 | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Gebruik Proxy binnen zelfde domein>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Stel authentificatie in> | <Gebruik proxyverificatie>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Gebruikersnaam> (maximaal 24 tekens) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Wachtwoord> (maximaal 24 tekens) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Bevest. verif.gegev. in modus verif.bheer>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef op of de machine verificatiegegevens controleert wanneer u afdrukt met het V4-printerstuurprogramma.
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Bevest. verif.gegev. in modus verif.bheer> | <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
|
Als er geen sleutel is om te gebruiken voor TLS-communicatie of als deze beschadigd is, wordt deze instelling uitgeschakeld. De sleutel en het certificaat voor TLS configureren |
<IPSec instellingen>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef de IPSec-instellingen op. De IPSec-instellingen configureren
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Gebruik IPSec> | <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Ontvangst non-policy pakketten> | <Toestaan>, <Weigeren> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Policy Aan/Uit> | Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Registreren> | <Beleidsnaam> (maximaal 24 tekens) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Selector instellingen> | <Lokaal adres> (<Alle IPadressen>, <IPv4-adres>, <IPv6-adres>, <IPv4 handm instellingen>, <IPv6 handm instellingen>) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<IPv4 handm instellingen> (<Enkelvoudig adres>, <Adresbereik>(<Eerste adres>, <Laatste adres>), <Subnet instellingen>(<Adres>, <Subnet mask>)) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<IPv6 handm instellingen> (<Enkelvoudig adres>(<Adres>), <Adresbereik> (<Eerste adres>, <Laatste adres>), <Prefix aangeven> (<Adres>, <Prefixlengte>)) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Prefixlengte> (1 tot 64 tot 128) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Adres op afstand>(<Alle IPadressen>, <Alle IPv4adressen>, <Alle IPv6adressen>, <IPv4 handm instellingen>, <IPv6 handm instellingen>) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<IPv4 handm instellingen>(<Enkelvoudig adres>, <Adresbereik>(<Eerste adres>, <Laatste adres>), <Subnet instellingen>(<Adres>, <Subnet mask>)) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<IPv6 handm instellingen> (<Enkelvoudig adres>(<Adres>), <Adresbereik> (<Eerste adres>, <Laatste adres>), <Prefix aangeven> (<Adres>, <Prefixlengte>)) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Prefixlengte> (1 tot 64 tot 128) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Poort> (<Aangeven met poortnummer>, <Aangeven met servicenaam>) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Aangeven met poortnummer>(<Lokale poort>(<Alle poorten>, <Enkelv. poort>), <Poort op afst.>(<Alle poorten>, <Enkelv. poort>)) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Enkelv. poort> (1 tot 65535) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Aangeven met servicenaam> <Service Aan/Uit>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<IKE-instellingen> | <IKE-mode>: <Hoofd>, <Agressief> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<Geldigheid>: 1 tot 480 tot 65535 min. | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Authentificatiemethode>: <Gedeelde sleutelmeth.> (<Gedeelde sleutel>), <Dig. handtek. methode> (<Sleutel en certificaat>) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Sleutel en certificaat>: <Als standaardsleutel instellen> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Sleutel en certificaat>: <Certificaat details>(<Versie>, <Serienummer>, <Handtekeningalgor.>, <Verstr. aan>, <Startdatum geldigheid>, <Einddatum van geldigh.>, <Uitgever>, <Publieke sleutel>, <Certificaat duimafdruk>, <Verstrekt aan(Alt. Naam)>, <Contr. certif.>) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Sleutel en certificaat>: <Weerg. gebr. locatie> (Toont waar het sleutelpaar voor wordt gebruikt) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Authentificatie/Encryptiealgoritme> (<Auto>, <Handmatige instellingen>) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Authentificatie/Encryptiealgoritme>: <Handmatige instellingen> <Authentificatie> <SHA1>: Aan, Uit <SHA2>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Encryptie> <3DES-CBC>: Aan, Uit <AES-CBC>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<DH groep> <Groep 14 (2048)>: Aan, Uit <ECDH-P256>: Aan, Uit <ECDH-P384>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Instellingen IPSec netwerk> | <Geldigheid> <Tijd>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
Als <Tijd> is geselecteerd: 1 t/m 480 t/m 65535 min. | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Geldigheid> <Formaat>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
Als <Formaat> is geselecteerd: 0 t/m 1 t/m 65535 MB | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<PFS>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Authentificatie/Encryptiealgoritme>: <Auto>, <Handmatige instellingen> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Authentificatie/Encryptiealgoritme>: <Handmatige instellingen> (<ESP>, <ESP (AES-GCM)>, <AH (SHA1)>) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<ESP> Instellingen: <ESP-verificatie> <SHA1>: Aan, Uit <NULL>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<ESP encryptie> <3DES-CBC>: Aan, Uit <AES-CBC>: Aan, Uit <NULL>: Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<ESP (AES-GCM)> Instellingen: Geen | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<AH (SHA1)> Instellingen: Geen | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Verbindingsmod.>: Transport (Alleen weergeven) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<Alleen 256-bits toest. voor AES-sleutellengte> | Aan, Uit | Nee | Ja | Ja | Nee | - |
<Bewerken> | - | Nee | Ja | Ja | Nee | - |
<Verwijderen> | - | Nee | Ja | Ja | Nee | - |
<Lijst afdrukken> | <Ja>, <Nee> | Nee | Ja | Ja | Nee | - |
<Instellingen TCP/IP-opties>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Specificeer de TCP-optie vensters schalen en MTU-grootte.
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Instellingen TCP/IP-opties> | <Gebruik Venster schalen-optie>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
<MTU-grootte>: 600 tot 1500 bytes (600-1500) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie | |
<MSS-minimumwaarde>: 48 tot 560 bytes (48-560) | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
|
Deze instelling kan alleen worden opgegeven via de Remote UI (UI op afstand). |
<Gebruik netwerkkoppelingsscan>
(Inst./Registrern) <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP instellingen>Geef op of scannen via netwerkkoppeling moet worden gebruikt.
Item | Beschrijving instelling | DeviceAdmin | NetworkAdmin | Kan in Remote UI (UI op afstand) worden ingesteld | Importeer alles-functie | Naam item wanneer dit met Remote UI (UI op afstand) wordt geëxporteerd |
<Gebruik netwerkkoppelingsscan> | <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |
Wanneer <Aan> is geselecteerd: <Gebruik TLS>: <Aan>, <Uit> | Nee | Ja | Ja | C | Basisinformatie instellingen/registratie |