Verbinding maken met een draadloos LAN (Wi-Fi)
Gebruik de onderstaande methoden om de pc en de printer via een draadloos LAN-router (toegangspunt) met het netwerk te verbinden.
Automatisch verbinding maken met het netwerk via de app (Eenvoudige verbinding)
Een door de printer gevonden draadloos LAN-router selecteren
Alle instellingen voor het draadloos LAN-netwerk handmatig invoeren
|
Overschakelen tussen bedraad LAN en draadloos LANU moet de momenteel geïnstalleerde stuurprogramma´s verwijderen en dan opnieuw installeren. Voor informatie over het verwijderen en installeren van stuurprogramma's raadpleegt u de stuurprogrammahandleidingen op de betreffende website. https://oip.manual.canon/ |
Vereiste draadloos LAN (Wi-Fi) routerinformatie voor verbinding
Aan de buitenkant van de draadloos LAN router vindt u de voor de verbinding vereiste informatie. Voor meer informatie: raadpleeg de handleiding van de draadloos LAN router of neem contact op met de fabrikant.
Als u een verbinding maakt door een toegangspunt te kiezen, zorg er dan voor dat u de volgende informatie bij de hand hebt:
SSID
Deze naam wordt gebruikt om de draadloos LAN router te identificeren. De naam wordt misschien vermeld als de naam van het toegangspunt of de naam van het netwerk.
Netwerksleutel
Dit sleutelwoord wordt gebruikt voor gegevensversleuteling of voor het voor netwerkverificatie gebruikte wachtwoord. Dit kan worden vermeld als de versleutelingssleutel, WPA/WPA2 wachtzin, of gedeelde sleutel (Pre-Shared Key = PSK).
Als u een verbinding maakt door de verbindingsdetails in te voeren, zorg er dan voor dat u de volgende informatie bij de hand hebt:
Beveiligingsstandaards
Beveiligingsstandaards
WPA-PSK
WPA2-PSK
WPA-EAP
WPA2-EAP
WPA3-SAE
Versleuteling voor WPA/WPA2
AES-CCMP
Verificatie met IEEE 802.1X
WPA3-versleuteling
AES-CCMP
Verbinding maken met Eenvoudige verbinding
De app (Master Setup) verbindt de pc en de printer automatisch met het netwerk via de draadloos LAN-router.
Model Zwart-wit Tipscherm / Model Zwart-wit Vijfregelig LCD 
Op een model zwart-wit tipscherm hoeft u

niet in te drukken.
Bij de eerste installatie
Gebruik de instellingen voor Eenvoudige verbinding in de Installatiehandleiding.
Bij het opstarten na de eerste installatie
1 | |
2 | Volg de instructies op het scherm. Master Setup detecteert de printer en de netwerkverbinding is voltooid. |
Model Kleurentipscherm 
Bij de eerste installatie
Gebruik de instellingen voor Eenvoudige verbinding in de Installatiehandleiding.
Bij het opstarten na de eerste installatie
1 | Druk op het configuratiescherm op [Menu] in het scherm [Start]. |
2 | Druk op [Voorkeuren]  [Netwerk]  [Eenvoudige verbinding via pc]. |
3 | Volg de instructies op het scherm. Master Setup detecteert de printer en de netwerkverbinding is voltooid. |
Verbinding maken door het toegangspunt te kiezen
Zoek een draadloos LAN-router (toegangspunt) waarmee u vanaf de printer verbinding wilt maken, en voer de netwerksleutel in.
Zorg dat u de informatie van de draadloos LAN-router (SSID en netwerksleutel) waarmee u verbinding wilt maken, bij de hand hebt.
Als u verbinding maakt met een draadloos LAN router die de beveiligingsstandaard WPA-EAP of WPA2-EAP gebruikt, geef dan IEEE 802.1X op.
Vereiste draadloos LAN (Wi-Fi) routerinformatie voor verbindingModel Zwart-wit Tipscherm / Model Zwart-wit Vijfregelig LCD 
Op een model zwart-wit tipscherm hoeft u

niet in te drukken.
1
Het scherm [Selecteer netwerk] verschijnt.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voer dan ID en pincode van de systeembeheerder in en druk vervolgens op

, of op [Aanmelden]

.
Voor informatie over ID en pincode van de systeembeheerder raadpleegt u de 'Gebruikershandleiding’ voor het betreffende model op de website met handleidingen.
https://oip.manual.canon/Als het bericht [Draadloos LAN (Wi-Fi) inschakelen?] verschijnt, druk dan op [Ja]

.
2
Selecteer het SSID van de draadloos LAN router waarmee u verbinding wilt maken en druk op

.
Het scherm voor invoer van de netwerksleutel verschijnt.
Als u verbinding maakt met een draadloos LAN router die de beveiligingsstandaard WPA-EAP of WPA2-EAP gebruikt, verschijnt de melding [IEEE 802.1X-inst. waarden worden toegepast op verb.]. Druk op [OK] of

en ga verder met stap 4.
Als u de draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken, niet kunt vinden, controleer dan of de router eigenlijk wel detecteerbaar is.
Kan geen verbinding maken met draadloos LAN (Wi-Fi)3
4
Als [Verbonden.] op het configuratiescherm verschijnt, drukt u op

.
Als het apparaat wordt aangesloten op het draadloos LAN, verschijnt [

] op het scherm [Start] en scherm van iedere functie.
5
Wacht een paar minuten.
Standaard wordt het IP-adres automatisch ingesteld.
Als u een speciaal IP-adres wilt gebruiken, moet u het handmatig instellen.
IPv4-adressen instellen |
Als er tijdens gebruik een foutmelding verschijnt en er geen verbinding kan worden gemaakt.Druk op [Sluiten] of  , controleer de informatie (SSID en netwerksleutel) van de draadloos LAN router waarmee u verbinding wilt maken, en herhaal de procedure vanaf stap 2. |
Model Kleurentipscherm 
1
Druk op het configuratiescherm op [Instellingen draadloos LAN (Wi-Fi)] in het scherm [Start].
Het scherm [Selecteer netwerk] verschijnt.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voer dan ID en pincode van de systeembeheerder in en druk vervolgens op [Aanmelden].
Voor informatie over ID en pincode van de systeembeheerder raadpleegt u de 'Gebruikershandleiding’ voor het betreffende model op de website met handleidingen.
https://oip.manual.canon/Als het bericht [Wilt u draadloos LAN (Wi-Fi) inschakelen?] verschijnt, druk dan op [Ja].
2
Selecteer het SSID van het draadloos LAN waarmee u verbinding wilt maken.
Het scherm voor invoer van de netwerksleutel verschijnt.
Als u verbinding maakt met een draadloos LAN router die de beveiligingsstandaard WPA-EAP of WPA2-EAP gebruikt, verschijnt de melding [Om verbinding te maken, worden waarden toegepast die zijn opgegeven in de IEEE 802.1X-instellingen.]. Druk op [OK] en ga verder met stap 4.
Als u de draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken, niet kunt vinden, controleer dan of de router eigenlijk wel detecteerbaar is.
Kan geen verbinding maken met draadloos LAN (Wi-Fi)3
Voer de netwerksleutel in en druk op [Toepassen].
4
Als [Verbonden.] op het configuratiescherm verschijnt, drukt u op [Sluiten].
Als het apparaat wordt aangesloten op het draadloos LAN, verschijnt [

] op het scherm [Start] en scherm van iedere functie.
5
Wacht een paar minuten.
Standaard wordt het IP-adres automatisch ingesteld.
Als u een speciaal IP-adres wilt gebruiken, moet u het handmatig instellen.
IPv4-adressen instellen |
Als er tijdens gebruik een foutmelding verschijnt en er geen verbinding kan worden gemaakt.Druk op [Sluiten], controleer de informatie (SSID en netwerksleutel) voor de draadloos LAN router waarmee u verbinding wilt maken, en herhaal de procedure vanaf stap 2.
|
Verbinding maken met een draadloos LAN (Wi-Fi) door de details op te geven
U kunt verbinding maken met een draadloos LAN-router door handmatig alle informatie voor de router zoals SSID, netwerksleutel, en beveiligingsinstellingen op te geven.
Model Zwart-wit Tipscherm / Model Zwart-wit Vijfregelig LCD 
Op een model zwart-wit tipscherm hoeft u

niet in te drukken.
1
Het scherm [Selecteer netwerk] verschijnt.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voer dan ID en pincode van de systeembeheerder in en druk vervolgens op

, of op [Aanmelden]

.
Voor informatie over ID en pincode van de systeembeheerder raadpleegt u de 'Gebruikershandleiding’ voor het betreffende model op de website met handleidingen.
https://oip.manual.canon/Als het bericht [Draadloos LAN (Wi-Fi) inschakelen?] verschijnt, druk dan op [Ja]

.
Als het bericht [Kan toegangspunt niet vinden.] verschijnt, druk dan op [Sluiten]

.
2
Druk op [Overige verbindingen]

.
3
Druk op [Netwerknaam handmatig invoeren]

.
Het scherm om het SSID in te voeren, verschijnt.
4
Voer het SSID in en druk op [<Toepassen>]

.
Het scherm [Beveiligingsinstell.] verschijnt.
5
Selecteer de beveiligingsstandaard en stel de verificatie en versleuteling in.
Bij gebruik van WPA-PSK, WPA2-PSK of WPA3-SAE
1 | Selecteer [WPA/WPA2-PSK], [WPA2-PSK/WPA3-SAE] of [WPA3-SAE] om de beveiligingsinstellingen aan te passen aan die van de draadloos LAN-router en druk op  . Het scherm om de versleutelingssleutel in te voeren, verschijnt. Als het scherm [Versleutelingsmethode] verschijnt, kiest u een versleutelingsmethode en drukt u op  . Als u [Automatisch], selecteert, wordt de versleutelingsmethode automatisch ingesteld op basis van de draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken. Houd er rekening mee dat als u WPA3-SAE selecteert, de versleutelingsmethode wordt ingesteld op AES-CCMP, zelfs als u [Automatisch] selecteert. |
2 | Voer de netwerksleutel in en druk op [<Toepassen>]  . |
WPA-EAP of WPA2-EAP gebruiken
Druk op [WPA/WPA2-EAP]

[OK] of

.
Geen beveiligingsstandaard gebruiken
Druk op [Geen]

.
6
Druk op [Ja]

.
7
Als [Verbonden.] op het configuratiescherm verschijnt, drukt u op

.
Als het apparaat wordt aangesloten op het draadloos LAN, verschijnt [

] op het scherm [Start] en scherm van iedere functie.
8
Wacht een paar minuten.
Standaard wordt het IP-adres automatisch ingesteld.
Als u een speciaal IP-adres wilt gebruiken, moet u het handmatig instellen.
IPv4-adressen instellen |
Als er tijdens gebruik een foutmelding verschijnt en er geen verbinding kan worden gemaakt.Druk op [Sluiten] of  , controleer de informatie voor de draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken, en herhaal de procedure vanaf stap 2. |
Model Kleurentipscherm 
1
Druk op het configuratiescherm op [Instellingen draadloos LAN (Wi-Fi)] in het scherm [Start].
Het scherm [Selecteer netwerk] verschijnt.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voer dan ID en pincode van de systeembeheerder in en druk vervolgens op [Aanmelden].
Voor informatie over ID en pincode van de systeembeheerder raadpleegt u de 'Gebruikershandleiding’ voor het betreffende model op de website met handleidingen.
https://oip.manual.canon/Als het bericht [Wilt u draadloos LAN (Wi-Fi) inschakelen?] verschijnt, druk dan op [Ja].
Als de melding [Kan het toegangspunt niet vinden.] verschijnt, drukt u op [Sluiten].
2
Druk op [Overige verbindingen].
3
Druk op [Netwerknaam (SSID) handmatig invoeren].
Het scherm om het SSID in te voeren, verschijnt.
4
Voer het SSID in en druk op [Toepassen].
Het scherm [Beveiligingsinstellingen] verschijnt.
5
Selecteer de beveiligingsstandaard, en stel de verificatie en versleuteling in.
Bij gebruik van WPA-PSK, WPA2-PSK of WPA3-SAE
1 | Selecteer [WPA/WPA2-PSK], [WPA2-PSK/WPA3-SAE] of [WPA3-SAE] om de beveiligingsinstellingen aan te passen aan die van de draadloos LAN-router. Het scherm om de versleutelingssleutel in te voeren, verschijnt. Als het scherm [Versleutelingsmethode] verschijnt, kiest u een versleutelingsmethode. Als u [Automatisch], selecteert, wordt de versleutelingsmethode automatisch ingesteld op basis van de draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken Houd er rekening mee dat als u WPA3-SAE selecteert, de versleutelingsmethode wordt ingesteld op AES-CCMP, zelfs als u [Automatisch] selecteert. |
2 | Voer de netwerksleutel in en druk op [Toepassen]. |
WPA-EAP of WPA2-EAP gebruiken
Druk op [WPA/WPA2-EAP]

[OK].
Geen beveiligingsstandaard gebruiken
Druk op [Geen].
6
Als [Verbonden.] op het configuratiescherm verschijnt, drukt u op [Sluiten].
Als het apparaat wordt aangesloten op het draadloos LAN, verschijnt [

] op het scherm [Start] en scherm van iedere functie.
7
Wacht een paar minuten.
Standaard wordt het IP-adres automatisch ingesteld.
Als u een speciaal IP-adres wilt gebruiken, moet u het handmatig instellen.
IPv4-adressen instellen |
Als er tijdens gebruik een foutmelding verschijnt en er geen verbinding kan worden gemaakt.Druk op [Sluiten], controleer de informatie van de draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken, en herhaal de procedure vanaf stap 2.
|