Basisbewerkingen
Dit hoofdstuk beschrijft de basishandelingen die betrekking hebben op alle functies van het apparaat, en ook hoe u de schermindeling moet opvatten.
Stroom beheren en besparen
U kunt de stroomtoevoer uitschakelen om stroom te besparen, om het apparaat te reinigen, en om het apparaat opnieuw op te starten om de instellingen toe te passen.
U kunt de slaapstand gebruiken om het stroomverbruik te verminderen.
Het bedieningspaneel gebruiken
Met het bedieningspaneel kunt u scannen, kopiëren en andere functies uitvoeren, en de instellingen van het apparaat configureren.
Wanneer het aanmeldingsscherm wordt weergegeven, voert u de vereiste aanmeldingsgegevens in om de bediening voort te zetten.
Originelen plaatsen en papier laden
Plaats het origineel op de glasplaat of in de documentinvoer bij het scannen, bij het verzenden van een fax of bij het kopiëren.
Plaats papier voor afdrukken en kopiëren in de papierlade of multi-purpose tray op basis van uw gebruik.
Bestemmingen registreren en opgeven
Bestemmingen registreren voor het verzenden en opslaan van gescande gegevens en faxen in het adresboek van het apparaat.
U kunt bestemmingen niet alleen opgeven vanuit het adresboek, maar u kunt ze ook rechtstreeks invoeren, het TX-logboek gebruiken en andere methoden gebruiken om ze op te geven.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
Wanneer u gegevens uitwisselt tussen een USB-geheugenapparaat en de machine, moet u het apparaat op de juiste manier behandelen om schade aan het apparaat en de machine en fouten te voorkomen.
Lay-out en volume aanpassen
U kunt de lay-out van het bedieningspaneel aanpassen en het volume van de machinegeluiden aanpassen om de machine handiger en gebruiksvriendelijker te maken.