De te ontvangen apparaatinformatie instellen (clientmachine)

Wanneer de machine wordt gebruikt als een clientmachine, configureer dan of de machine de gedistribueerde apparaatinformatie voor elke functie ontvangt of niet.
Standaard kan de machine de apparaatinformatie van geen enkele functie ontvangen.
Gebruik het bedieningspaneel om de te ontvangen apparaatinformatie in te stellen. U kunt de instellingen niet vanaf een computer configureren met behulp van Remote UI (UI op afstand).
Beheerdersrechten zijn vereist. De machine moet opnieuw worden opgestart om de geïmporteerde instellingen toe te passen.
1
Meld u bij de machine aan als beheerder. Inloggen op de machine
2
Druk op het bedieningspaneel op [ Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm. Scherm [Home]
Het scherm [Instellingen/Registratie] wordt weergegeven.
3
Druk op [Beheerinstellingen] [Apparaatbeheer] [Verdeelinstellingen Apparaatinformatie].
Het scherm [Verdeelinstellingen Apparaatinformatie] wordt weergegeven.
4
Druk op [Beperk ontvangst voor elke functie] in [Ontvangstinstellingen].
Het scherm [Beperk ontvangst voor elke functie] wordt weergegeven.
5
Stel de te ontvangen apparaatinformatie in op [Uit].
De apparaatinformatie die is ingesteld op [Aan] wordt beperkt zodat de bestaande informatie niet wordt bijgewerkt.
6
Druk op [OK] [OK].
7
Druk op [ Instellingen/Registratie] [Ja].
De machine herstart en de instelling wordt toegepast.
N.B.
Het is ook mogelijk om apparaatinformatie te ontvangen van een multifunctionele Canon-machine van een ander model door [Beperk ontvangst apparaatinformatie] in te stellen in [Ontvangstinstellingen] op het scherm [Verdeelinstellingen Apparaatinformatie] in [Uit]. Sommige apparaatinformatie wordt echter mogelijk niet goed verspreid.
E9AC-0LK