De IPP-afdrukfunctie van de machine instellen
U moet de IPP-afdrukfunctie van de machine zo instellen dat afdrukken via IPP mogelijk is.
Standaard is het niet mogelijk om met IPP af te drukken.
In deze sectie ziet u hoe u de instellingen kunt configureren vanaf een computer met Remote UI (UI op afstand).
Selecteer op het bedieningspaneel [

Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm en selecteer vervolgens [Voorkeuren] om de instellingen te configureren.
[Instellingen IPP-afdruk]De machtigingen Administrator of NetworkAdmin zijn vereist. De machine moet opnieuw worden opgestart om de geïmporteerde instellingen toe te passen.
Vereiste voorbereidingen
Als u IPPS-afdrukken gebruikt (alleen afdrukken met TLS inschakelen), geeft u de sleutel en het certificaat op die gebruikt moeten worden voor met TLS versleutelde communicatie.
TLS gebruiken
*Als u een sleutel gebruikt waarvan het generatiealgoritme RSA is, geef dan een sleutel op met een lengte van 1.024 bits of meer. Afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem is het mogelijk dat IPPS-afdrukken niet correct wordt uitgevoerd met een sleutel met een lengte van 512 bits.
*Als u IPPS afdrukken in een Windows-omgeving gebruikt, geeft u het certificaat op waarin het IP-adres van de machine is ingesteld als de algemene naam.
1
Meld u bij Remote UI (UI op afstand) aan als beheerder.
De Remote UI (UI op afstand) starten
2
Klik op de Portal-pagina van Remote UI (UI op afstand) op [Settings/Registration].
Remote UI (UI op afstand)-portaalpagina
3
Klik op [Network Settings]

[IPP Print Settings].
Het scherm [IPP Print Settings] wordt weergegeven.
4
Schakel het selectievakje [Use IPP] in.
5
Stel in of IPPS-afdruk of IPP-authenticatie moet worden gebruikt.
Bij gebruik van IPPS-afdrukken
Schakel het selectievakje [Allow When Using TLS] in.
6
Klik op [OK].
7
Start het apparaat opnieuw op.
Herstarten van de machine
De instellingen worden toegepast.
N.B.
Wanneer de IPP-afdrukfunctie is ingeschakeld, zijn de HTTP-instellingen ook ingeschakeld.
[Gebruik HTTP]